verhoudingen

• Rekenen
• MBO
• Studiejaar 1

Hoe krijg je met deze 4 getallen het antwoord 24
alle getallen maar één keer gebruiken.

5, 10, 3 en 1

En nu hoe zit jij er bij?

verhoudingen

Doel van de les 

Verhoudingen

Vergroten en verkleinen - Verdelingen - Vereenvoudigen - Vergelijken - De Verhoudingen

Samenhang te zien van aantallen

wanneer gebruik je een verhoudingstabel?

8	1
1	0,13

20	1
4,99	0,25

40	1
9,50	0,24

:8

:8

:20

:20

:40

:40

Blauwe verf	1	4
Gele verf	2	8
Groene verf	3	12

x 4

In klas 1B zitten 30 leerlingen. 3 op de 5 leerlingen hebben een ChiiPhone. Hoeveel leerlingen in klas 1B hebben een ChiiPhone?

Welke doos ijsjes is naar verhouding het goedkoopst?

1. Doos met 4 ijsjes
2. Doos met 12 ijsjes

Er waren 800 jongens op het feest.
Laat met een berekening zien wat de verhouding is tussen het aantal jongens en het aantal meisjes 

die op het feest aanwezig waren. 

Er waren 800 jongens op het feest.
Laat met een berekening zien wat de verhouding is tussen het aantal jongens en het aantal meisjes
die op het feest aanwezig waren.

1800 leerlingen in totaal

800 daarvan zijn jongens

1800 - 800 = 1000 leerlingen zijn meisjes

 4 : 5
Voor elke 4 jongens op het feest zijn er 5 meisjes aanwezig

800	8	4
1000	10	5

Kapsalon Goudlokje heeft gemiddeld 24 klanten per dag. 3 op de 4 klanten laten alleen hun haar knippen. Hoeveel klanten die alleen hun haar laten knippen heeft Goudlokje per dag?

Kapsalon Goudlokje heeft dagelijks gemiddeld 24 klanten. 3 op de 4 klanten laten alleen hun haar knippen. Hoeveel klanten die alleen hun haar laten knippen heeft Goudlokje gemiddeld per dag?

3		18
4		24

x6

x6

zijn er nog vragen?