week 5

• Nederlands
• Middelbare school
• havo
• Leerjaar 1

Nederlands

1G week 5

Planning maandag

- Herhalen theorie

- Nakijken oefenproefwerk

Welke woordraadstrategieën hebben we geleerd?

Welke bewering is juist?

1. Een synoniem is een ander woord met dezelfde betekenis.
2. Een synoniem kun je altijd vinden in de context.
3. Synoniem zijn woorden die er hetzelfde uitzien, maar verschillende betekenissen hebben.
4. Synoniemen kun je altijd door elkaar gebruiken.

Noteer een synoniem van de onderstreepte woorden. (Tekst 'Kerkuiltjes eten het liefst samen')
1. jongen
2. verorberen
3. gedrag
4. waargenomen
5. bevindingen
6. mededogen

Schrijf drie signaalwoorden op die een voorbeeld aankondigen.

Noteer de betekenis van de onderstreepte woorden. (tekst 'Hoe hygiënisch waren de Romeinen?'
1. innovaties
2. reservoirs
3. getransporteerd
4. bedreven
5. archeoloog

Kijk het oefenproefwerk na.

Welke onderdelen vind je nog lastig?

Planning woensdag

- Proefwerk voorbereiden

Planning vrijdag

Eerste uur:

- Instructie Schrijven hst. 4 en hst. 5

Tweede uur:

- Uitleg project

- Zelfstandig werken

Een verslag schrijven

Gebruik de 5w+h-vragen: wie, wat, waar, wanneer, waarom (en waardoor) en hoe.

Er zijn twee soorten verslagen:

- Een zakelijk verslag: over dingen die gebeurd zijn (feiten).

- Een persoonlijk verslag: feiten, persoonlijke ervaringen en gevoelens. 

Waarover gaat een zakelijk verslag meestal?

1. over je persoonlijke gevoelens
2. over feiten
3. over iets dat in het nieuws is
4. over wat je in je vakantie hebt beleefd

Wat is GEEN voorbeeld van een persoonlijk verslag?

1. Jouw (herfst)vakantie
2. Een nieuwsbericht in de krant over jouw school
3. Een vlog
4. Een wedstrijd die je hebt gezien/gespeeld

Wat is belangrijk bij het opstellen van een advertentie?

Bekijk de startopdracht van hst. 5 Schrijven.
Op welke advertentie zou jij reageren? Waarom?

Aan de slag!

Maak (in je schrift):

- hst. 4 Schrijven opdracht 1 en 2

- hst. 5 Schrijven opdracht 1 en 3