Voeding en vertering

Voeding en vertering
Thema 2 
1 / 42
suivant
Slide 1: Diapositive
BiologieMiddelbare schoolvmbo gLeerjaar 2

Cette leçon contient 42 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

Éléments de cette leçon

Voeding en vertering
Thema 2 

Slide 1 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

2.1        Voedingsmiddelen en voedingsstoffen

Je kunt de functies van voedingsstoffen en voedingsvezel in voedingsmiddelen noemen.

Slide 2 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Voedingsmiddelen
Alles wat je eet of drinkt

Slide 3 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Plantaardige voedingsmiddelen
Dierlijke voedingsmiddelen

Slide 4 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 5 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Yoghurt is een
A
Plantaardig voedingsmiddel
B
Dierlijk voedingsmiddel

Slide 6 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Bloemkool is een
A
Plantaardig voedingsmiddel
B
Dierlijk voedingsmiddel

Slide 7 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Eieren zijn een
A
plantaardig voedingsmiddel
B
dierlijk voedingsmiddel

Slide 8 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Is kaas plantaardig of dierlijk?
A
plantaardig voedingsmiddel
B
dierlijk voedingsmiddel

Slide 9 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Voedingstof
Je kunt zes groepen voedingsstoffen noemen met hun functies en kenmerken.

Slide 10 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Functies voedingsstof
Brandstof

Reservestof

Bouwstof

Beschermende stof

Slide 11 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Voedingstoffen

Slide 12 - Carte mentale

Cet élément n'a pas d'instructions

Voedingsstoffen
  • Koolhydraten
  • Vetten
  • Eiwitten
  • Mineralen
  • Vitaminen
  • Water 

Slide 13 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Koolhydraten
Koolhydraten dienen als :
- Brandstof
- Bouwstof
- Reservestof
Glucose, suiker en zetmeel
zijn OOK koolhydraten

Slide 14 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Eiwitten
Eiwitten dienen als bouwstoffen en brandstoffen. 



Vorming cytoplasma
Enzymen bestaan uit eiwitten

Slide 15 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Vetten
Vetten zijn :
-Brandstof
   - Reservestof
-Bouwstof

Onverzadigde vetten zijn OKE..
Verzadige vetten zijn minder gezond

Slide 16 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Vitaminen
-Bouwstoffen, beschermende stoffen

-Vitamine A: Opbouw van de huid
-Vitamine B12: Aanmaak van rode bloedcellen
-Vitamine C: Tegen scheurbuik
-Vitamine D: Vastleggen van kalkzouten in botten

Slide 17 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Mineralen
-Bouwstoffen, beschermende stoffen

Zout is ook een mineraal
- Magnesium
- Calcium 

Slide 18 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Water
-Bouwstof


Slide 19 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Voedingsvezel
Verzamelnaam voor stoffen uit planten die je lichaam niet kan verteren
 
Vezels zitten vooral in groente, fruit, aardappelen, volkorenbrood, peulvruchten, noten en ontbijtgranen.

Zorgt voor een verzadigd gevoel

Slide 20 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Deze voedingsstoffen zijn bouwstoffen
A
Alle voedingsstoffen
B
Water, mineralen eiwitten en vitaminen
C
Koolhydraten, vetten eiwitten en vitaminen
D
Alleen koolhydraten en vetten

Slide 21 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Deze voedingsstoffen zijn brandstoffen
A
Water en vitaminen
B
Koolhydraten, eiwitten en mineralen
C
Vetten, eiwitten en water
D
Alleen koolhydraten, eiwitten en vetten

Slide 22 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Mineralen en vitaminen zijn de beschermende stoffen
A
Waar
B
Niet waar

Slide 23 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Er zijn 2 reservestoffen. Welke zijn dit?
A
Koolhydraten en eiwitten
B
Vetten en water
C
Koolhydraten en vetten
D
Eiwitten en water

Slide 24 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

voedingsstof met hun functies.

Slide 25 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

2.3 Zetmeel aantonen
Je kunt zetmeel aantonen met een indicator.

Slide 26 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Met joodoplossing/jodium
zetmeel aantonen

Slide 27 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Joodoplossing is een indicator voor zetmeel.
A
juist
B
onjuist

Slide 28 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

2.4 Het verteringsstelsel
Je kunt de functie van verteringssappen en enzymen noemen.
Je kunt de delen van een gebit noemen met hun functie.
Je kunt de bouw en werking van de darmen beschrijven.

Slide 29 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Verteringsstelsel

Slide 30 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Zet de organen van
het verteringsstelsel
in de juiste volgorde. 
Dunne darm
Slokdarm
Endeldarm
Dikke darm
Twaalfvingerige
darm
Maag

Slide 31 - Question de remorquage

Cet élément n'a pas d'instructions

verteringssappen
  • speeksel
  • maagsap
  • gal (bevat géén enzymen)
  • alvleessap
  • darmsap

Slide 32 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Voedingsvezel
Prikkelen de wand van de darmen (vooral dikke darm)

Dit bevordert de darmperistaltiek (= het samenknijpen en ontspannen van de darmspieren)

Zorgen voor goede stoelgang

Slide 33 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Dunne darm

Slide 34 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat is de rol van voedingsvezels bij vertering?
A
zorgen voor oppervlakte vergroting
B
zorgen voor een goede darmperistaltiek
C
helpen bij vertering van vet
D
helpen bij vertering van koolhydraten

Slide 35 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat is de functie van de lever bij het verteringsstelsel?
A
helpt bij de vertering van eiwitten
B
Maakt gal
C
dood maken van bacteriën

Slide 36 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat is de functie van maagzuur?
A
Het speelt een rol bij de vertering
B
Bacteriën en ziekteverwekkers doden
C
Smaakmaker
D
Een zuurder 'smaakje' toevoegen aan voedsel

Slide 37 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

tanden en kiezen

Slide 38 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

2.5 gezonde voeding
Je kunt met de Schijf van Vijf adviezen voor een gezonde voeding geven.

Slide 39 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Schijf van 5

Slide 40 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Hoe komt het kinderen tegenwoordig vaker overgewicht hebben dan vroeger?
A
Ze hebben het te druk
B
Ze eten altijd hetzelfde
C
We bewegen te weinig en eten vaak ongezond
D
Ze sporten te veel

Slide 41 - Quiz

Zorg voor genoeg beweging, eet veel vezels - groente en fruit, probeer elke dag iets van alle vakken van de schijf van 5 te eten, eet weinig zout - suiker - vet, eet gevarieerd en eet bewust. Drink ook genoeg (water). 
Welk nummer van de schijf van 5 bevat veel vitaminen
A
3
B
1
C
4
D
5

Slide 42 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions