Introductie BT geriatrische zorg

• Verpleging en verzorging
• MBO
• Studiejaar 2

Ouderen... een probleem?

Tekst

Beroepsthema 

Geriatrische zorg

Lesdoel

Aan het eind van de les weet je wat de eindopdrachten inhouden en heb je zicht op hoe je deze kan uitvoeren.

Programma

• Kennismaken Geriatrische zorg
• Beginsituatieverkenning
• Oriëntatie eindopdrachten
• Afronding

Beeld van ouderen
wat komt er in je op?

Algemene kenmerken bij ouder worden:

• spierkracht wordt minder
• conditie wordt minder
• prikkels worden langzamer verwerkt
• weerstand tegen ziektes wordt minder

Vergrijzing, hoe komt het?

• Geboortegolf direct na de 2e W.O.  (babyboomers)
• Gezondheidszorg is beter geworden
• Stijging van de levensverwachting
• Bevolkingsgroei stijgt, ouderen nemen toe

 Geriatrie

• Geriatrie is het specialisme voor de kwetsbare oudere. 
• Geriatrie legt zich toe op ouderen met meerdere aandoeningen tegelijkertijd (multimorbiditeit)
• Vaak gaat het om een combinatie van lichamelijke, psychische en sociale problemen. 

Kennismaken eindopdrachten

• Wat houden de twee eindopdrachten in?
  
• Welke thema's in dit beroepsthema?

Eindopdracht 1: Branche-uitwerking

• Branche-uitwerking en bijdrage leveren zorg(leef)plan
• Bijdrage aan zorg(leef)plan
• Nawoord 

Kijk goed naar het beoordelingsrubriek waar je op wordt beoordeeld!

26 januari 23.59

Eindopdracht 2: Gesprek met geriatrische zorgvrager

Wordt beoordeeld in de praktijk  

Voer een begeleidingsgesprek met een geriatrische zorgvrager in de praktijk. 

Kijk goed naar het beoordelingsrubriek waar je op wordt gescoord!

26 januari 23.59

Wat lever je in..?

• Verslag branche-uitwerking 
  
• Bewijsformulier eindopdracht
  
• Volledig ingevulde beoordelingsrubriek door werkbegeleider van het gesprek. Let op naam onderaan pagina

Mogelijke opzet verslag:

Voorblad

Inhoudsopgave

Inleiding 

H1 -> Brancheverslag

1.1 Visie (onderzoek de visie van jouw instelling over de geriatrische zorgvrager .)

1.2 Doelgroep ( wie is de kwetsbare oudere?) en (mogelijke) problematiek (veel voorkomende aandoeningen, multimorbiditeit, polyfarmacie)

1.3 Disciplines (welke disciplines zijn betrokken en wat is hun taak)

1.4 Methodieken (wat doen ze bij jou of wat vind jij een mooie methode? Bv. bewegingsgerichte zorg, complementaire zorg, omgevingszorg, persoonsgerichte zorg)

H2 -> Zorgleefplan

2.1 Gegevens verzamelen: voorgeschiedenis, functioneren op lichamelijk, psychisch en sociaal vlak, dagelijks functioneren, gezondheidsrisico’s, wensen en ondersteuningsbehoeften van zorgvrager en/of naasten, onderbouwing complexe tot hoge complexiteit d.m.v. onderbouwing richtlijn uit PtM map)

2.2 Bijdrage zorgleefplan (uitwerken twee ondersteuningsbehoeften, doelen SMART, activiteiten en uitwerking evaluatie)

Nawoord (welke feedback heb je gehad en wat heb je geleerd? reflecteer op je persoonlijke leerdoelen)

Bronvermelding

Bijlagen eventueel

Maak je verslag in lettertype Arial of Calibri, lettergrootte 11 en regelafstand 1,15.

Noteer zoveel mogelijk je bronnen in de tekst, daar war je ze hebt gebruikt :Auteur ( jaartal)

Zorg voor een voorpagina met titel die past bij de inhoud, je naam, studentnummer, klas, naam docent, naam beroepsthema, inleverdatum

Beschrijf de inhoud van de opdracht, en de keuze voor de client waar je het verpleegplan voor maakt. Leg uit hoe complex de zorg is aan de hand van de criteria Zie Map P2M (gebruik de termen die met complexiteit te maken hebben)

Leg uit of de cliënt geriatrisch te noemen is (gebruik de hierbij de criteria die horen bij de geriatrische client). Voldoet je gekozen cliënt hier niet aan, leg dan uit waarom je de client toch hebt gekozen.

Twee eindopdrachten

Op de muur

Schrijf op een Post-It je naam en waar je een vraag over hebt/ welk onderwerp je graag behandeld wilt hebben.

Persoonlijke leerdoelen

Formuleer minimaal twee persoonlijke leerdoelen (SMART geformuleerd)

Hier ga je de komende weken gericht mee aan de slag. Dit verwerk je dan weer in je nawoord

15 minuten pauze!

Zelfstandig werken

Kies wat je gaat doen:

• Begin maken met je verslag
• E- learnings maken

Afronding

1. Hoe is het gegaan vandaag?
   
2. Heb je overzicht over het beroepsthema?
   
3. Kun je gaan plannen?
   
4. Wat heb je geleerd?  Wat wil je gaan leren in dit BT?
   
5. Wat wil je nog kwijt over hoe we gewerkt hebben? Wat ging goed? Wat kan beter?

Volgende week: multimorbiditeit