Form 2: Variatie in zinsopbouw

Lekker lezen
1 / 21
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 2

Cette leçon contient 21 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

Éléments de cette leçon

Lekker lezen

Slide 1 - Diapositive

Planning
  • Lezen in leesboek 
  • Openen 
  • Formuleren H2 
  • Aan de slag! 
  • Evalueren

Slide 2 - Diapositive

timer
15:00

Slide 3 - Diapositive

Formuleren
H1 herhaling: variatie in woordgebruik (synoniemen).
H2: variatie in zinsopbouw.

Slide 4 - Diapositive

Wat weet je nog van vorige les?
- Variatie in woordgebruik?
timer
0:50

Slide 5 - Question ouverte

Wat is een synoniem?

Slide 6 - Carte mentale

Lesdoel
Ik kan mijn tekst aantrekkelijker maken door te variëren in woordkeuze en zinsopbouw.

Slide 7 - Diapositive

Variatie in woordkeus

  • Een tekst wordt snel saai, als je vaak dezelfde woorden gebruikt.
  • Je moet daarom woordkeus variëren.


  • Bijvoorbeeld:
  • - baas, hoofd, directeur, chef, leider
  • - verhaal, sprookje, mythe, vertelling
  • - lekker, smakelijk, heerlijk, verrukkelijk, genotvol

Slide 8 - Diapositive

timer
1:00
Synoniemen voor
wedstrijd

Slide 9 - Carte mentale

timer
1:00
Synoniemen voor
leraar

Slide 10 - Carte mentale

timer
0:40
Synoniemen voor
vriend

Slide 11 - Carte mentale

Varieer in zinsopbouw met O, P en A
  • O = onderwerp
  • P = persoonsvorm
  • A = ander zinsdeel (bijvoorbeeld een lv, bwb, mv)
De volgordes OPA, APO, POA en PA komen voor.
Schrijf dit op! (PA, altijd gebiedende wijs! Geen onderwerp)
Zou je willen zitten? (POA, altijd een vraagzin!)
Ik wil graag dat je gaat zitten. (OPA)
Gisteren vroeg ik je om te gaan leren voor de toets. (APO)

Slide 12 - Diapositive

Zinnen kun je op verschillende manier opbouwen. 
Je bouwstenen zijn : het Onderwerp, persoonsvorm, andere zinsdelen.

Bijv. 
OPA:  Ik maak mijn huiswerk
POA: Maak ik mijn huiswerk?
Zo varieer je in zinsopbouw
onderwerp
persoonvorm
ander zinsdeel

Slide 13 - Diapositive

Zinnen kun je op verschillende manier opbouwen. 
Je bouwstenen zijn : het Onderwerp, persoonsvorm, andere zinsdelen.

Bijv. 
OPA:  Ik maak mijn huiswerk.
POA: Maak ik mijn huiswerk?
APO: Mijn huiswerk maak ik.
Variatie in zinsopbouw
onderwerp
persoonvorm
ander zinsdeel

Slide 14 - Diapositive

Zinnen kun je op verschillende manier opbouwen. 
Je bouwstenen zijn : het Onderwerp, persoonsvorm, andere zinsdelen.

Bijv. 
OPA:  Ik maak mijn huiswerk
POA: Maak ik mijn huiswerk?
OP: Ik eet
Variatie in zinsopbouw
persoonvorm
onderwerp

Slide 15 - Diapositive

Je stapt regelrecht in de wereld van de schippers van de Kameleon.
A
OPA
B
POA
C
APO
D
PA

Slide 16 - Quiz

Herschrijf de zin APO.
Mijn hondje gaat vanmiddag naar puppycursus.

Slide 17 - Question ouverte

Herschrijf de zin POA.
Vanmiddag gaat mijn moeder boodschappen doen.

Slide 18 - Question ouverte

Planning
  • Huiswerk voor de 1e les volgende week:
  • Formuleren H2 startopdracht plus opdracht 1 tm 3.
  • Schrijven H4 startopdracht plus 4 opdrachten.
  • Alles in je schrift


In het lokaal wordt 10 minuten niet overlegd.

Volledige stilte.

timer
10:00

Slide 19 - Diapositive

Ik weet hoe ik OPA, APO, PA en POA, kan gebruiken?
😒🙁😐🙂😃

Slide 20 - Sondage

Bedenk een zin die je POA schrijft.
Gebruik in elk geval de woorden auto en rijden.

Slide 21 - Question ouverte