Formuleren par 2: Variatie in zinsopbouw_2AG1

Formuleren - les 29 febr. '24
Par. 2 herhaling: variatie in woordgebruik (synoniemen/verwijswoorden).
Par. 3: variatie in zinsopbouw.

Je leert vandaag variëren  in zinsopbouw om een tekst aantrekkelijker te maken.

1 / 19
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 2

Cette leçon contient 19 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

Éléments de cette leçon

Formuleren - les 29 febr. '24
Par. 2 herhaling: variatie in woordgebruik (synoniemen/verwijswoorden).
Par. 3: variatie in zinsopbouw.

Je leert vandaag variëren  in zinsopbouw om een tekst aantrekkelijker te maken.

Slide 1 - Diapositive

Planning

  • Formuleren - variatie in zinsopbouw & woordgebruik
  • Zelf aan de slag! 
  • Evalueren

Slide 2 - Diapositive

Wat weet je nog van vorige les?
- Variatie in woordgebruik?
timer
0:50

Slide 3 - Question ouverte

Wat is een synoniem?

Slide 4 - Carte mentale

Lesdoel
Ik kan mijn tekst aantrekkelijker maken door te variëren in woordkeuze en zinsopbouw.

Slide 5 - Diapositive

Variatie in woordkeus

  • Een tekst wordt snel saai, als je vaak dezelfde woorden gebruikt.
  • Je moet daarom woordkeus variëren.


  • Bijvoorbeeld:
  • - baas, hoofd, directeur, chef, leider
  • - verhaal, sprookje, mythe, vertelling
  • - lekker, smakelijk, heerlijk, verrukkelijk

Slide 6 - Diapositive

timer
1:00
Synoniemen voor
wedstrijd

Slide 7 - Carte mentale

timer
1:00
Synoniemen voor
leraar

Slide 8 - Carte mentale

timer
0:40
Synoniemen voor
vriend

Slide 9 - Carte mentale

Varieer in zinsopbouw met O, P en A
  • O = onderwerp
  • P = persoonsvorm
  • A = ander zinsdeel (bijvoorbeeld een lv, bwb, mv)
De volgordes OPA, APO, POA en PA komen voor.
Schrijf dit op! (PA, altijd gebiedende wijs! Geen onderwerp)
Zou je willen zitten? (POA, altijd een vraagzin!)
Ik wil graag dat je gaat zitten. (OPA)
Gisteren vroeg ik je om te gaan leren voor de toets. (APO)

Slide 10 - Diapositive

Zinnen kun je op verschillende manier opbouwen. 
Je bouwstenen zijn : het Onderwerp, persoonsvorm, andere zinsdelen.

Bijv. 
OPA:  Ik maak mijn huiswerk
POA: Maak ik mijn huiswerk?
Zo varieer je in zinsopbouw
onderwerp
persoonvorm
ander zinsdeel

Slide 11 - Diapositive

Zinnen kun je op verschillende manier opbouwen. 
Je bouwstenen zijn : het Onderwerp, persoonsvorm, andere zinsdelen.

Bijv. 
OPA:  Ik maak mijn huiswerk.
POA: Maak ik mijn huiswerk?
APO: Mijn huiswerk maak ik.
Variatie in zinsopbouw
onderwerp
persoonvorm
ander zinsdeel

Slide 12 - Diapositive

Zinnen kun je op verschillende manier opbouwen. 
Je bouwstenen zijn : het Onderwerp, persoonsvorm, andere zinsdelen.

Bijv. 
OPA:  Ik maak mijn huiswerk
POA: Maak ik mijn huiswerk?
OP: Ik eet
Variatie in zinsopbouw
persoonvorm
onderwerp

Slide 13 - Diapositive

Je stapt regelrecht in de wereld van de schippers van de Kameleon.
A
OPA
B
POA
C
APO
D
PA

Slide 14 - Quiz

Herschrijf de zin APO.
Mijn hondje gaat vanmiddag naar puppycursus.

Slide 15 - Question ouverte

Herschrijf de zin POA.
Vanmiddag gaat mijn moeder boodschappen doen.

Slide 16 - Question ouverte

Ik weet hoe ik OPA, APO, PA en POA, kan gebruiken?
😒🙁😐🙂😃

Slide 17 - Sondage

Bedenk een zin die je POA schrijft.
Gebruik in elk geval de woorden auto en rijden.

Slide 18 - Question ouverte

Huiswerk
Formuleren, par. 3 variatie in zinsopbouw
maken online opdracht 3, 4 en 5. 
timer
10:00

Slide 19 - Diapositive