6.2 Biotoop onder de loep

• Biologie
• Middelbare school
• vwo
• Leerjaar 1

6.2 Biotoop onder de loep

Deze les:

- Check vorige les
- Uitleg 6.2 
- Aan de slag!

- Biodiversiteit en Quiz

korte check!

Check in 8 meerkeuze vragen.

Welke groep organismen heeft geen celkern?

1. Planten
2. Dieren
3. Bacterie
4. Schimmel

Welke cel is een bacterie?

1. 1
2. 2
3. 3
4. 4

Rijken worden ingedeeld aan de hand van KENMERKEN. Welke kenmerken horen bij het rijk van de dieren?

1. Celkern - celmembraan
2. Celwand - celkern - bladgroenkorrels
3. Celmembraan- celkern - bladgroenkorrels- vacuole
4. Celwand - bladgroenkorrels - vacuole

Rijken worden ingedeeld in...

1. Rijken
2. Afdelingen
3. Klassen
4. Orden

Sciurus vulgaris en Sciurus carolinensis zijn beiden eekhoorns.
A. Behoren ze tot dezelfde soort?
B. wat geeft de eerste naam aan?

1. A. ja; B. geslachtsnaam
2. A. nee; B. geslachtsnaam
3. A. ja; B. soortaanduiding
4. A. nee; B. soortaanduiding

De Zweedse onderzoeker Linnaeus bedacht een manier om alle organismen in te delen. 

Deze indeling wordt nog steeds gebruikt.  

De wetenschappelijke naam voor huiscavia is Cavia porcellus. 

Waarvoor staan de twee delen van de naam? 

1. Cavia is de geslachtsnaam en porcellus is de soortaanduiding.
2. Cavia is de soortaanduiding en porcellus is de geslachtsnaam.
3. Cavia is de soortaanduiding en porcellus is de ordeaanduiding.
4. Cavia is de ordeaanduiding en porcellus is de geslachtsnaam.

Meercellige schimmels bestaan uit schimmeldraden

1. Ja
2. Nee

Lees blz. 148 en beantwoord:
Waarom zijn er geen eekhoorns op het strand?

Abiotische & Biotische factoren

De eekhoorn ondervindt veel invloeden, hoeveel abiotische invloeden tel je?

1. 1
2. 2
3. 3
4. 4

Concurrentie

"Competitie tussen organismen die op dezelfde manier gebruik maken van het biotoop."

Bijv. ruimte, voedingsstoffen, water of licht.

Concurrenten... (of niet?)

Deze vogels eten allemaal insecten.

Toch kunnen ze samenleven, omdat ze die insecten op verschillende plekjes vinden...

Ieder een eigen plekje dus!

Habitat

Het speciale plekje waar een organisme goed kan leven noem je een habitat.

Dit is de woonplaats van een dier of plant binnen een biotoop.

Bijv. pissebedden leven onder stenen of stronken.

Aan de slag!

- Nog vragen over 6.1?

- Werken aan 6.2 opdr. 2 t/m 10

Klaar? Lezen blz. 154 + maken 12 t/m 19

"Biodiversiteit"

Bio = leven

Diversiteit = verscheidenheid /  variatie

Hoeveel verschillende vormen van leven = aantal verschillende soorten organismen in een gebied. 

Waar is meer biodiversiteit?

Welke abiotische factor(en) vind je in de woestijn?

1. Veel zon
2. Weinig zon
3. Cactussen
4. Gebrek aan water

Welke biotische factor(en) vind je in het tropisch regenwoud?

1. Regen
2. Gras
3. Zon
4. Bomen

Door welke biotische factor(en) zul je een eekhoorn vaak in het bos aantreffen?

1. Bomen om in te schuilen...
2. Een lekker zonnetje...
3. Goede temperatuur...
4. Voedsel zoals hazelnootjes...

Hoe noemen we competitie tussen organismen die op dezelfde manier gebruik maken van een biotoop?

1. Vijandigheid
2. Rivaliteit
3. Concurrentie
4. Competentie

In welke biotoop verwacht je de meeste habitats?

1. Boeren-akker
2. Tropisch regenwoud
3. Zand-woestijn
4. Duinen

Opdrachten

- Lezen blz. 154 + maken 12 t/m 19

- Maken samenvatten blz. 194, 6.1 + 6.2 = opdr. 1 t/m 6