Cette leçon contient 16 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 1 vidéo.
La durée de la leçon est: 45 min
Éléments de cette leçon
H3.3 Kraken
NOVA - Hoofdstuk 3 - 4 Havo
Slide 1 - Diapositive
Reacties met koolwaterstoffen
additie
substitutie
kraken
Slide 2 - Diapositive
Leerdoelen:
Aan het eind van deze les kun je:
een kraakreactie
herkennen en weergeven in structuurformules
Slide 3 - Diapositive
Schrijf in je schrift de reactievergelijking van de reactie van propeen met broom (dus Br2) in structuurformules. Welk(e) reactieproduct(en) ontstaat/ontstaan er? Hoe heet dit type reactie?
A
1-broompropaan + H-Br
substitutie
B
1,2-dibroompropaan
additie
C
1,3-dibroompropaan
additie
D
1,2-dibroompropaan + H-H
substitutie
Slide 4 - Quiz
Schrijf in je schrift de reactievergelijking van de reactie van propaan met broom (dus Br2) in structuurformules. Welk(e) reactieproduct(en) ontstaat/ontstaan er? Hoe heet dit type reactie?
A
1-broompropaan + H-Br
substitutie
B
1,2-dibroompropaan
additie
C
1,3-dibroompropaan
additie
D
1,2-dibroompropaan + H-H
substitutie
Slide 5 - Quiz
Slide 6 - Vidéo
Welke type chemische reactie vindt plaats bij kraken?
A
een verbrandingsreactie
B
een vormingsreactie
C
een katalytische reactie
D
een ontledingsreactie
Slide 7 - Quiz
Welke bindingen worden verbroken bij kraken?
Slide 8 - Question ouverte
Kraakreacties
KRAKEN = grote moleculen in kleine stukjes breken
C10H22 --> C8H18 + ........
alkaan --> alkaan + ........
Slide 9 - Diapositive
Wat komt er op de ...........?
A
het alkaanmolecuul C2H4
B
het alkeenmolecuul C2H4
Slide 10 - Quiz
Bij het kraken van een koolwaterstoffractie ontstaan...
A
alleen verzadigde koolwaterstoffen
B
koolstofdioxide en water
C
een mengsel van verzadigde en onverzadigde koolwaterstoffen
D
alleen onverzadigde koolwaterstoffen
Slide 11 - Quiz
Alkaan
Alkeen
Sleep de woorden naar het juiste vak
onverzadigd
verzadigd
C6H12
C18H38
C4H10
C23H46
propaan
etheen
Slide 12 - Question de remorquage
Wat is de belangrijkste reden om koolwaterstoffen te kraken?
A
Lange koolwaterstofketens geven meer uitstoot van koolstofdioxide.
B
De vraag naar kortere koolwaterstofketens is groter.
C
Kortere koolwaterstofketens zijn eenvoudiger te transporteren.
D
Lange koolwaterstofketens zijn moeilijk op te slaan.