Cette leçon contient 19 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.
La durée de la leçon est: 45 min
Éléments de cette leçon
3.3 Lezen les 2
Slide 1 - Diapositive
Lesdoelen
- Je herhaalt wat een betogende tekst is.
- Je kunt argumenten herkennen.
- Je kunt de leesstrategie kritisch lezen toepassen.
Slide 2 - Diapositive
Woord van de week
I.........
Slide 3 - Diapositive
Woord van de week
Uit het veld geslagen zijn
Slide 4 - Diapositive
Start les.
Stillezen
timer
10:00
Slide 5 - Diapositive
Huiswerk vandaag
H3.3 Opdracht 1 t/m 5
Huiswerkcontrole
en
samen de opdrachten bespreken
Slide 6 - Diapositive
Wat is een betogende tekst?
Slide 7 - Question ouverte
Kan een feit ook als argument gebruikt worden?
Slide 8 - Question ouverte
Welke vier leesstrategieën zijn er?
Slide 9 - Question ouverte
Kritisch lezen
We lezen samen bladzijde 174.
Slide 10 - Diapositive
Nieuw tekstverband
We lezen samen bladzijde 175
Slide 11 - Diapositive
Signaalwoord van tegenstellend verband
Slide 12 - Carte mentale
Signaalwoord van chronologisch/tijdsvolgorde verband
Slide 13 - Carte mentale
De opdracht
Je krijgt steeds een of meer zinnen te zien. De zinnen hebben iets met elkaar te maken, er bestaat een verband tussen. ook kan er binnen een zin een verband bestaan tussen twee delen van de zin.
Geef steeds aan welk verband er is tussen de zinnen.
Slide 14 - Diapositive
Als je besluit om dat skateboard te kopen, kun je niet op vakantie.
A
redengevend verband
B
tijdsvolgorde / chronologisch verband
C
opsommend verband
D
oorzaak en gevolg
Slide 15 - Quiz
Je kunt niet op vakantie, want je hebt je geld uitgegeven aan een skateboard.
A
redengevend verband
B
tijdsvolgorde/chronologisch verband
C
opsommend verband
D
oorzaak en gevolg
Slide 16 - Quiz
Als eerste moet je naar werk gaan zoeken. Daarna kun je gaan sparen.
A
redengevend verband
B
tijdsvolgorde/chronologisch verband
C
opsommend verband
D
oorzaak en gevolg
Slide 17 - Quiz
Je moet een vliegticket kopen en je hotel betalen. Bovendien heb je op reis zakgeld nodig.