10.3
1 / 27
La durée de la leçon est: 60 minÉléments de cette leçon
Slide 1 - Diapositive
Slide 2 - Diapositive
Slide 3 - Diapositive
Zet het juiste nummer bij de onderdelen.
baarmoederwand
foetus
navelstreng
2
3
4
Slide 4 - Question de remorquage
zet de verschillende onderdelen bij de juiste nummers.
1
2
3
4
5
placenta
navelstreng
vruchtwater
embryo
vruchtvlies
Slide 5 - Question de remorquage
Beschrijf wanneer een vrouw kan spreken van een zwangerschap.
Gebruik de woorden bevruchting, eileider, innesteling
Slide 6 - Question ouverte
Benoem de juiste onderdelen van de navelstreng.
1
2
navelstrengader
navelstrengslagader
Slide 7 - Question de remorquage
Welke (slag)ader vervoert wat in de navelstreng?
1
2
zuurstof
koolstofdioxide
voedingsstoffen
afvalstoffen
Slide 8 - Question de remorquage
De moeder vervoert en voedingsstoffen naar de .
Via de in de placenta vindt uitwisseling plaats van zuurstof, voedingsstoffen, en andere afvalstoffen.
Het kind ontvangt het zuurstofrijke bloed via de .
haarvaten
koolstofdioxide
navelstrengader
placenta
zuurstof
Slide 9 - Question de remorquage
Zet de nummers bij het juiste onderdeel.
placenta
foetus
vruchtwater
navelstreng
embryo
1
2
3
4
Slide 10 - Question de remorquage
Welke afbeelding(en) is/zijn van een twee-eiige tweeling?
A
A
B
B
C
C
D
A en B
Slide 11 - Quiz
In welke afbeelding(en) zijn twee placenta's te zien?
A
A
B
B
C
C
D
A en B
Slide 12 - Quiz
In welke afbeelding(en) zijn twee vruchtzakken te zien?
A
A
B
B
C
C
D
A en B
Slide 13 - Quiz
Om welke type tweeling gaat het:
1 zaadcel, 1 eicel, 1 placenta, 2 vruchtzakken.
1 zaadcel, 1 eicel, 1 placenta, 2 vruchtzakken.
A
eeneiige tweeling
B
twee-eiige tweeling
Slide 14 - Quiz
Slide 15 - Diapositive
Slide 16 - Diapositive
Slide 17 - Diapositive
Marieke leert op school lezen, schrijven en rekenen. Dit is een voorbeeld van....
A
Geestelijke ontwikkeling
B
Lichamelijke ontwikkeling
Slide 18 - Quiz
Jan en Ingrid hebben 3 kinderen en voelen zich verantwoordlijk voor hen.
A
Lichamelijk
B
Geestelijk
Slide 19 - Quiz
0
Slide 20 - Vidéo
Slide 21 - Diapositive
Welk hormoon regelt bij een man dat hij meer spiergroei krijgt?
A
Oestrogeen
B
Testosteron
C
Groeihormoon
D
Hypofyse hormoon
Slide 22 - Quiz
Welk hormoon regelt bij een vrouw dat ze ongesteld wordt?
A
Oestrogeen
B
Testosteron
C
Groeihormoon
D
Hypofyse hormoon
Slide 23 - Quiz
Slide 24 - Diapositive
Ik steun het principe van de paarse vrijdag.
A
Helemaal mee eens
B
Mee eens
C
Niet mee eens
D
Helemaal niet mee eens.
