Opdracht 3.9 (2de druk)

• Bedrijfseconomie
• Middelbare school
• havo
• Leerjaar 4

Op de 6%- lening wordt elk jaar op 30 april €2.000 afgelost. De interest wordt per halfjaar  vooruitbetaald op 1 mei en 1 november

Op de onderhandse lening wordt elk jaar op 30 september €2.000 afgelost. De interest wordt jaarlijks achteraf betaald op 30 september. 

6%- lening op 01-01-2019 €10.000
Op de 6%- lening wordt elk jaar op 30 april €2.000 afgelost. De interest wordt per halfjaar vooruitbetaald op 1 mei en 1 november

Bereken hoeveel de onderneming aan rente moet betalen met betrekking tot de 6% lening op 1 mei

6%- lening op 01-01-2019 €10.000

Op de 6%- lening wordt elk jaar op 30 april €2.000 afgelost. De interest wordt per halfjaar vooruitbetaald op 1 mei en 1 november

Bereken hoeveel de onderneming aan rente moet betalen met betrekking tot de 6% lening op 1 mei

Op 01-04-2019 wordt er eerst €2.000 afgelost

Daarna wordt de rente vooruitbetaald voor een half jaar. (van mei tot november)

(10.000-2.000)/100*6/2=€240

6%- lening op 01-01-2019 €10.000
Op de 6%- lening wordt elk jaar op 30 april €2.000 afgelost. De interest wordt per halfjaar vooruitbetaald op 1 mei en 1 november

Bereken de interestkosten van de 6%-lening voor 2019

6%- lening op 01-01-2019 €10.000

Op de 6%- lening wordt elk jaar op 30 april €2.000 afgelost. De interest wordt per halfjaar vooruitbetaald op 1 mei en 1 november

Bereken de interestkosten voor het jaar 2019

2019 loopt van januari t/m december 2019

Van januari t/m april is de schuld €10.000

Van april t/m december is de schuld €8.000

10.000*0,06/12*4=€200.

8.000*0,06/12*8=€320

6%- lening op 01-01-2019 €10.000
Op de 6%- lening wordt elk jaar op 30 april €2.000 afgelost. De interest wordt per halfjaar vooruitbetaald op 1 mei en 1 november

Bereken met welk bedrag de rekening vooruitbetaalde interest voorkomt op de balans van 31 december 2019

6%- lening op 01-01-2019 €10.000

Op de 6%- lening wordt elk jaar op 30 april €2.000 afgelost. De interest wordt per halfjaar vooruitbetaald op 1 mei en 1 november

Bereken met welk bedrag de rekening vooruitbetaalde interest voorkomt op de balans van 31 december 2019

De laatste betaling was op 1-11-2019. 

Er is toen rente vooruitbetaald voor de maanden november t/m april 

Op 31-12-2019 is de rente voor de maanden januari t/m april dus al betaald

De schuld was €8.000

8.000*0,06/12*4=€160

Op de 6%- lening wordt elk jaar op 30 april €2.000 afgelost. De interest wordt per halfjaar  vooruitbetaald op 1 mei en 1 november

Op de onderhandse lening wordt elk jaar op 30 september €2.000 afgelost. De interest wordt jaarlijks achteraf betaald op 30 september. 

Toon met behulp van de balans en de gegevens over de onderhandse lening aan dat het interestpercentage van de onderhandse lening 10% bedraagt

Toon met behulp van de balans en de gegevens over de onderhandse lening aan dat het interestpercentage van de onderhandse lening 10% bedraagt 

Op 01-01-2019 is de schuld €240.000

Op 01-01-2019 had ik al €600 moeten betalen aan rente over de onderhandse lening.

€600 is van 3 maanden (oktober, november en december)

Voor een heel jaar zou het 600*4=€2.400 zijn

2.400/24.000*100=10%

Bereken de interestkosten van de onderhandse leningen voor 2019

Bereken de interestkosten van de onderhandse leningen voor 2019

Januari t/m september rente over €24.000

Aflossing in september van €2.000

Oktober t/m december rente over €22.000

24.000*0,10/12*9=€1.800

22.000*0,10/12*3=€550

Bereken de uitgaven van de onderhandse lening voor het jaar 2019

Bereken de uitgaven van de onderhandse lening voor het jaar 2019

De aflossing €2.000

De rente betaling op 30-09-2019 over de schuld van €24.000

24.000/100*10=€2.400