laatste les voor listening assessment

• Nederlands
• Middelbare school
• havo
• Leerjaar 4

    Ik ga op reis en ik neem mee...

Wat doen we vandaag?

Laatste les voor listening assessment

2 audio texts-listen 3 times

Formeel en informeel taalgebruik

Formal and informal language use

strand 1,2 ,3 questions

Inquiry questions

Aan het einde van de les (her)ken je het verschil tussen formele en informele (audio)teksten/video

At the end of the class you recognize the difference between formal and informal (audio)texts/video

Formeel < > informeel

Formeel/formal taalgebruik (language use)

- Voor mensen die je niet kent of die ouder zijn dan jij.

- Bij een zakelijk gesprek (dialog) of een zakelijke brief (letter)

-feiten (facts) en redenen (reasons)

* U - uw

* Geachte heer/mevrouw,

* Hoogachtend,

* Met vriendelijke groet,

Informeel taalgebruik

- Voor vrienden, bekenden of leeftijdsgenoten

-gevoelens (feelings) en je mening (your opinion)

jij/jou

Lieve, Voor, Hoi, hallo, he

Hoe gaat het/hoe gaat ie?

Groetjes, Liefs, (in digital/written communication)

Wat is een voorbeeld van formeel taalgebruik?

1. Jo! gast fijn je weer te zien!
2. He Henk, ga je naar de winkel?
3. Bedankt voor uw mail.
4. Groetjes..

Goedemorgen, u spreekt met mevrouw Janssen.

1. Formeel
2. Informeel

Kan ik u helpen meneer?

1. Formeel
2. Informeel

Groetjes,

1. formeel
2. informeel

U bent aardig, dank u wel!

1. Formeel
2. Informeel

1. formeel
2. informeel

Hoogachtend,

1. formeel
2. informeel

Doei!

1. formeel
2. informeel

Wat een saaie (boring) les.

1. formeel
2. informeel

Denk aan uw bagage bij het verlaten van de trein.
Formeel of informeel?

1. formeel
2. informeel

Formeel taalgebruik

Informeel taalgebruik

3 strands herhalen

i. identify explicit and implicit information (facts, opinions, messages and supporting details) ( Max 8 punten.)

2 Analyse conventions

3 Analyse connections

Can you make up and example of a strand 1 question?

Video and questions

https://docs.google.com/forms/d/1At1A2yobgJaBBlKCDAcKZjM2pjbGGMT63r73zdmDKvs/edit?ts=65b3a06f

bekijk de vragen bij de video (trein irritaties) 5 min task

Read the questions about train travel irritations.

welke vragen horen bij welke strand en waarom?

Which strand are the questions, and why?

5 minuten pauze

Hoe laat beginnen we?

Task (work in pairs) 10 min.

Look at the question words in the next slide. You can match each word with a sentence from the list next to it.

Take turns in matching a question word with a sentence. Ask the question. The other person answers. The answer is made up but grammatically correct.

Questions? Vragen?

verleden tijd oefenen

Do the question word exercise on the copy.

Link wordlist listening

https://quizlet.com/nl/880108493/myp4-luistertoets-unit-2-ik-ga-op-reis-en-ik-neem-mee-flash-cards/?i=3klu0p&x=1qqt