14.2 Personenbelasting - Inleiding

1 / 34
suivant
Slide 1: Diapositive
RechtSecundair onderwijs

Cette leçon contient 34 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 50 min

Éléments de cette leçon

Slide 1 - Diapositive

Doelstellingen
Basisprincipes van personenbelasting omschrijven & illustreren
De verschillende vormen van inkomsten onderscheiden
Begin belastingen berekenen

Slide 2 - Diapositive

Hoe zou jij personenbelasting uitleggen?

Slide 3 - Carte mentale

Slide 4 - Diapositive

Slide 5 - Diapositive

Welk inkomstenjaar nu?
2020
2021
2022
2023

Slide 6 - Sondage

Slide 7 - Diapositive

Wat betekent progressief?

Slide 8 - Question ouverte

Slide 9 - Diapositive

Loonfiche 281.10

Slide 10 - Diapositive

Probeer uit te leggen hoe je moet werken met deze schijven.

Slide 11 - Carte mentale

Een vrouw met een loon van 50000 euro - hoeveel belastingen moet ze betalen?
A
25 000,00
B
57 325,50
C
19 577,00
D
Ander bedrag

Slide 12 - Quiz

Berekening
13 870 * 0,25 = 3 467,50
(24 480,00 - 13 870,00) * 0,4 = 4 244,00
(42 370,00 - 24 480,00) * 0,45 = 8 050,50
(50000,00 - 42 370,00) * 0,50 = 3 815,00

TOTAAL belastingen = 19 577,00 EUR

Slide 13 - Diapositive

Slide 14 - Diapositive

Slide 15 - Diapositive

Slide 16 - Diapositive

Slide 17 - Diapositive

Slide 18 - Diapositive

Slide 19 - Diapositive

X

Slide 20 - Diapositive

Slide 21 - Diapositive

Slide 22 - Diapositive

Wat betekent belastingvrij

Slide 23 - Carte mentale

Slide 24 - Diapositive

Hoeveel belastingen rekening houdend met de belastingvrije som zal de vrouw met 50000 betalen?

Slide 25 - Question ouverte

Berekening
Stap 1:
13 870 * 0,25 = 3 467,50
(24 480,00 - 13 870,00) * 0,4 = 4 244,00
(42 370,00 - 24 480,00) * 0,45 = 8 050,50
(50000,00 - 42 370,00) * 0,50 = 3 815,00
TOTAAL belastingen = 19 577,00 EUR

Stap 2: 9270
Stap 3: 9270,00 * 0,25 = 2317,50
Stap 4: 19 577,00 - 2317,50 = 17 259,50

Slide 26 - Diapositive

Personen ten laste

Slide 27 - Diapositive

Hoeveel belastingen, wetende dat ze 3 kinderen heeft, zal de vrouw met 50000 betalen?

Slide 28 - Question ouverte

Berekening
Stap 1: 19 577,00 EUR

Stap 2: 9270 + 9730 = 19000 EUR

Stap 3: 
9750 * 0,25 = 2 437,50 
(13 870 – 9 750) *0,30 = 1 236,00
(19 000 – 13 870) * 0,40 = 2 052,00
5 725,50 EUR belastingsvrij

Stap 4: 19 577,00 - 5725,50 = 13 851,50

Slide 29 - Diapositive

Differentiatie
  • Oefening juist = ga zelfstandig aan de slag met oef p 318, 323 en 326
  • Oefening fout = begeleid bij leerkracht

Slide 30 - Diapositive

Uitkomst oefeningen?

Slide 31 - Question ouverte

Hoe zit mijn motivatie op dit moment?
30% of minder
30 - 50%
50%
50 - 75%
75 - 100%

Slide 32 - Sondage

Wat mag je van vandaag zeker niet vergeten?

Slide 33 - Question ouverte

Volgende les
Verder bouwen op die berekening - doel inleidende oefening

Slide 34 - Diapositive