WISKUNDE

• Wiskunde
• Lager onderwijs

KOMMAGETALLEN VERMENIGVULDIGEN

Op het einde van de les kan ik

- een handige manier kiezen om te vermenigvuldigen met kommagetallen

- kommagetallen omzetten in een breuk 

Het is internationale vrouwendag. Op welke plek vind je veel nationaliteiten terug? Dit is de plattegrond van een....

Ik wil de total oppervlakte van het vliegveld berekenen.
Welke formule heb ik nodig?

1. basis x hoogte
2. grote diagonaal x kleine diagonaal
3. zijde x zijde
4. zijde x 4

Bereken de oppervlakte. Noteer de bewerkingen op jouw plattegrond. 

De oppervlakte van het vliegveld is

4 km x 2,5 km =10km²

Hier let ik op

Ik kijk na of mijn maateenheid hetzelfde is bij mijn factoren

Ik noteer ² bij het resultaat

De oppervlakte van de parking is

ANALOGIE MAALTAFELS

0,4     x    0,6    =  0,24

Product heeft telkens even veel cijfers na de komma dan de som van de kommagetallen in de factoren

     

         

18

1,8

0,018

0,18

6x3

0,6 x 3

0,06 x 0,3

0,6 x 0,3

Ik bereken de oppervlakte van de groenzone.
Wat is een goede
schatting ?
2,5 km x 0,4 km

De oppervlakte van de groenzone is 2,5 km x 0,4 km

Handig rekenen

HANDIG HOOFDREKENEN

- Een factor vermenigvuldigen met een getal en de andere factor delen door

hetzelfde getal = vermenigvuldigwip gebruiken

Oppervlakte startbaan in km²

Formule =   bxh

b = 2,9 km

h = 100 m

OMZETTEN

Bereken de oppervlakte van vliegveld 3

1. 0,029 km²
2. 2,9 km²
3. 0,29 km²
4. 29 km²

Ik zette 100m om naar 0,1 km
X 0,1 is hetzelfde als

x 0,01 

x 0,001

: 0,1

: 0,01

: 0,001

: 100

: 1000

X10

x 100

x 1000

Oppervlakte hangar

250 m x 1,2 km

We letten er weer op dat we dezelfde maateenheid hebben. 

250 m =        km

0,25 kan ik omzetten naar een breuk om handig te vermenigvuldigen. Wat is de kleinste breuk?

1. 25 / 100
2. 2 / 8
3. 5 / 20
4. 1 / 4

0,25 × 1,2 = 1 × 1,2 = 1 van 1,2  = 1,2 : 4 = 0,3

                    4            4

Om na te gaan of de komma in het product op de juiste plaats staat, kun je dit regeltje gebruiken: het product heeft altijd evenveel cijfers na de komma als het aantal cijfers na de komma in beide factoren samen,

 bv. 0,4 × 0,6 = 0,24.

Maar let op: soms lijkt dat niet te kloppen, bv. bij 0,5 × 0,4 = 0,2. Hoe komt dat? Rekenwijzer

(nr. 12c).

Verwerking 

WS p 12-13-14

verbeteren

BINGEL