VT lj 1 week 10 afsluiting module

Module VT
Kennistoetsje
Deelopdracht A, B, C & D
1 / 32
suivant
Slide 1: Diapositive
Verpleging en verzorgingMBOStudiejaar 1

Cette leçon contient 32 diapositives, avec quiz interactif et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 180 min

Éléments de cette leçon

Module VT
Kennistoetsje
Deelopdracht A, B, C & D

Slide 1 - Diapositive

Lesopzet
  • Individueel opdrachten lessonup maken (kennistoetsje module VT)
  • Afronden deelopdracht D
  • Werken aan de integratieve opdracht (inleveren 1 feb voor 00.00u)
maandag 31 januari

Slide 2 - Diapositive

1. Leg uit wat de volgende begrippen betekenen en bij welk ziektebeeld ze (kunnen) voorkomen.
  • Hemiplegie
  • Afasie
  • Dysartrie

Slide 3 - Diapositive

2. Spierdystrofie
Karin heeft spierdystrofie en is zeven jaar geleden volledig arbeidsongeschikt verklaard. Wel doet zij 4 uur per week vrijwilligerswerk bij Stichting Welzijn in Almelo.

Wat is spierdystrofie? Leg uit.....

Slide 4 - Diapositive

3. COPD is een verzamelnaam
Waarvoor is het een verzamelnaam?
Welke klachten kom je tegen bij COPD?

Slide 5 - Diapositive

4. Mw is opgenomen in het ziekenhuis
Overdag slaapt mw veel, tegen de avond wordt zij actief en zwerft zij over de afdeling.
Mw ziet spinnetjes over het plafond lopen en is bang dat iemand haar kwaad wil doen.
Dit past bij...

A. Dementie
B. Depresie
C. Delier
D. CVA

Slide 6 - Diapositive

5. Revalidatie proces
Hoe kan je een zorgvrager stimuleren tijdens een revalidatie proces?

Slide 7 - Diapositive

6. 'Zet je zorgbril af en zet je leerbril op' betekent:
  1. Leer te werken met je handen op je rug
  2. De zorgvrager zoveel mogelijk zelf laten doen

A. Antw. 1 is juist en antw. 2 is onjuist
B. Antw. 1 is juist en antw. 2 is juist
C. Antw. 1 is onjuist en antw. 2 is juist
D. Antw. 1 is onjuist en antw. 2 is onjuist

Slide 8 - Diapositive

7. Welke zorg verlenen de maatschappelijk werker en de geestelijk verzorger?
Leg uit, wat is de functie van beide disciplines

Slide 9 - Diapositive

8. Domotica
  • Wat is domotica en waarbij zet je het in?
  • Geef 2 voorbeelden

Slide 10 - Diapositive

9. Disciplines
Leg uit wat betekend de term disciplines
Noem 2 disciplines in de zorg

Slide 11 - Diapositive

10. Overbelaste mantelzorger
  • Noem 2 signalen op emotioneel/gedragsmatig gebied waaraan je kunt merken dat een mantelzorger overbelast is.
  • Noem 2 signalen op psychisch gebied waaraan je kunt merken dat een mantelzorger overbelast is.
  • Noem 2 signalen op lichamelijk gebied waaraan je kunt merken dat een mantelzorger overbelast is.

Slide 12 - Diapositive

11. Draaglast & draagkracht
De draaglast is bij Karin groter dan de draagkracht.
Wat houdt dit in?

Slide 13 - Diapositive

12. Mantelzorger
Waarom is het belangrijk dat een mantelzorger taken doet waar hij zich goed bij voelt?

Slide 14 - Diapositive

13. Zorgproces 
Wat zijn de 6 stappen van het zorgproces 

Slide 15 - Diapositive

14.  Verpleeghuis en verzorgingstehuis
Welke term & uitleg horen bij elkaar
  1. Verpleeghuis: 
  2. Verzorgingshuis:

A. In een verpleeghuis kunnen zorgvragers van alle leeftijden verblijven die intensieve begeleiding nodig hebben en die ze thuis of in een verzorgingshuis niet of te weinig kunnen krijgen.
B. Is een woonvoorziening voor ouderen die gehele of gedeeltelijke zorg of begeleiding nodig hebben.

Slide 16 - Diapositive

15. Opname
Wordt de opname in het verpleeghuis betaald uit de Wet maatschappelijke ondersteuning (Wmo) of uit de Wet langdurige zorg (Wlz)? 

Slide 17 - Diapositive

16. Benoem de 5 geriatrische reuzen
......... en geef een korte uitleg

Slide 18 - Diapositive

17. 'Gordon, Nanda, Omaha' zijn:

A. Verpleegkundige interventies
B. Classificatiesystemen

Slide 19 - Diapositive

18. Zorgleefplan
Leg uit: wat is een zorgleefplan?

Slide 20 - Diapositive

19. Domeinen
Welke 4 domeinen omvat het zorgplan?

Slide 21 - Diapositive

20. Welke wet regelt onvrijwillige zorg?
A. Wet BIG
B. Wkkgz
C.Wzd
D. WLZ



Slide 22 - Diapositive

21. Dhr Smit
Dhr Smit kan de informatie over zijn ziekte niet begrijpen. 
Hij kan hierdoor niet zelfstandig een beslissing maken of de situatie overzien.
Dhr Smit is niet in staat om voor zichzelf te beslissen.

Dit noemen we.....?

Slide 23 - Diapositive

22. WZD
In de wet zorg en Dwang staan o.a. de onderstaande termen beschreven. Hoe worden deze termen genoemd in de wet zorg en dwang?

  •  Levensgevaar voor de cliënt of iemand anders;
  • Ernstig lichamelijk letsel voor de cliënt of iemand anders;
  • Ernstige psychische, materiële, immateriële of financiële schade voor de cliënt of iemand anders;
  •  de situatie dat de cliënt met hinderlijk bedrag agressie van anderen oproept;


Slide 24 - Diapositive

23. DOSS
Wat houdt de DOSS score in?
Hoe vaak neem je deze score af?

Slide 25 - Diapositive

24. Dementie
Noem 3 signalen die kunnen wijzen op dementie 

Slide 26 - Diapositive





  1. Validation
  2. Realiteits oriëntatie training 
  1. P.D.L.
  2. Belevingsgerichte zorg





  • Richt zich op training van cognitieve functies, zoals geheugentraining.
  • Snoezelen en warme zorg
  • De zorgverleners proberen in het contact zoveel mogelijk aan te sluiten bij de belevingswereld van de dementerende cliënt.
  • Het de zorgvrager zo aangenaam mogelijk maken
25. Wat hoort bij elkaar. Verbind de begeleidingsvorm aan de uitleg
Benadering
Uitleg

Slide 27 - Diapositive

26. Ziekte verschijnselen
De verschijnselen: Apathie, stereotype, dwangmatig gedrag & ontremming passen bij:
A.  fronto-temporale dementie
B. Alzheimer
C. Vasculaire dementie 

Slide 28 - Diapositive

27. Wet langdurige zorg
Waar kan een WLZ indicatie aangevraagd worden?

Slide 29 - Diapositive

28. Depressie 
Welke verpleegkundige/ verzorgende adviezen zou jij geven aan een zorgvrager met een depressie.
Beschrijf er minimaal 4.

Slide 30 - Diapositive

Ben je tevreden over de uitwerking van de vragen
A
Ja
B
Nee
C
Deels
D
Anders...nl

Slide 31 - Quiz

Verder werken aan
Integratieve opdrachten
Deelopdracht D afronden= dinsdag nabespreken
Om 11.45u terug in de gezamenlijke chat.
Bij vragen inbellen of chatten

Slide 32 - Diapositive