3.3 Lezen les 4

  • Pak je leesboek, en ga rustig lezen
  • Werkboek A en etui (pen/potlood.) op de
     hoek van je tafel.
3.3 Lezen
1 / 28
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMiddelbare schoolvmbo k, gLeerjaar 1

Cette leçon contient 28 diapositives, avec diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 35 min

Éléments de cette leçon

  • Pak je leesboek, en ga rustig lezen
  • Werkboek A en etui (pen/potlood.) op de
     hoek van je tafel.
3.3 Lezen

Slide 1 - Diapositive

  • Hoofdstuk toets donderdag 25 januari
      - lezen
      - woorden
      - grammatica
      - spelling
Hoofdstuk 3

Slide 2 - Diapositive

  • Wat is een kernzin?
  • De belangrijkste informatie in een alinea. 
  • Vaak is het de eerste zin in een alinea.

3.3 Lezen - Gisteren geleerd 

Slide 3 - Diapositive

  • Wat is het verschil tussen hoofdzaken en bijzaken in een tekst?
  • Een hoofdzaak is belangrijke informatie, terwijl een bijzaak minder belangrijke informatie is in een tekst.
3.3 Lezen - Gisteren geleerd 

Slide 4 - Diapositive

3.3 Lezen
In deze paragraaf leer je:
  • alinea’s herkennen
  • kernzinnen in een alinea aanwijzen 
  • hoofd- en bijzaken onderscheiden
  • signaalwoorden herkennen die een tegenstelling aangeven

Slide 5 - Diapositive

- Oefenen met nauwkeurig lezen
- signaalwoorden herkennen die een
  tegenstelling aangeven
Vandaag 3.3 Lezen

Slide 6 - Diapositive

  • huiswerk bespreken tekst 4 blz. 199
  • Maak zelfstandig opdracht 12 op blz. 200
  • Samen maken opdracht 13 op blz. 200


Vandaag 3.3 Lezen

Slide 7 - Diapositive

Leertekst: Signaalwoorden: tegenstelling blz. 201

Je weet dat signaalwoorden een verband aangeven tussen woorden, zinnen of alinea's. dat zie je bijvoorbeeld bij een opsomming.
Er zijn ook signaalwoorden die een tegenstelling aangeven.





De weerman zei dat het mooi weer zou zijn, maar het regende de hele dag.

Vandaag 3.3 Lezen
Verband
signaalwoorden
opsomming
ten eerste, ook, bovendien, daarnaast, eerst
tegenstelling
maar, daarentegen, echter, integendeel

Slide 8 - Diapositive

  • Maak zelfstandig opdracht 14, 15 en 16 op blz. 202.


Vandaag 3.3 Lezen

Slide 9 - Diapositive

  • Op tijd 
  • Spullen bij je (werkboek, laptop, 
     pen/potlood.) Check Magister
  • huiswerk?!

Slide 10 - Diapositive

  • Rustig
  • Kijk op bord wat nodig
  • Pak je leesboek, rustig aan het lezen
  • Respect naar elkaar

Slide 11 - Diapositive

  • Twee hoofdstuktoetsen (hoofdstuk 3 en 4)
      - lezen, woorden, grammatica, spelling
  • Opdracht fictiedossier
Deze periode

Slide 12 - Diapositive

In deze paragraaf leer je:
  • alinea’s herkennen
  • kernzinnen in een alinea aanwijzen
    hoofd- en bijzaken onderscheiden
  • signaalwoorden herkennen die een tegenstelling aangeven
Vandaag 3.3 Lezen

Slide 13 - Diapositive

Leertekst : Alinea blz. 192
Vandaag 3.3 Lezen

Slide 14 - Diapositive

Leertekst : Kernzin en toelichting blz. 195
Een langere tekst is verdeeld alinea’s. De zinnen in een alinea horen bij elkaar. Ze gaan over hetzelfde stukje van het onderwerp (deelonderwerp).

In een alinea staat bijna altijd een kernzin: de zin met de belangrijkste informatie van die alinea. Vaak is het de eerste zin van de alinea.

De andere zinnen zijn een toelichting bij de kernzin. Ze geven uitleg of een voorbeeld.

Vandaag 3.3 Lezen

Slide 15 - Diapositive

Leertekst : Hoofdzaken en bijzaken blz. 198

In elke tekst staat belangrijke en minder belangrijke informatie. Belangrijke informatie over het onderwerp van een tekst noem je hoofdzaken.

De minder belangrijke informatie in een tekst zijn bijzaken.
Ze maken de hoofdzaken in de tekst duidelijker.
Bijzaken kunnen zijn:
• een voorbeeld;
• een herhaling;
• een uitleg.


Vandaag 3.3 Lezen

Slide 16 - Diapositive

  • Samen Lezen en maken blz. 198-200
Vandaag 3.3 Lezen

Slide 17 - Diapositive

3.3 Lezen
Leertekst : Kernzin en toelichting blz. 195

Een langere tekst is verdeeld alinea’s. De zinnen in een alinea horen bij elkaar. Ze gaan over hetzlfde stukje van het onderwerp (deelonderwerp).

In een alinea staat bijna altijd een kernzin: de zin met de belangrijkste informatie van die alinea. Vaak is het de eerste zin van de alinea.
De andere zinnen zijn een toelichting bij de kernzin. Ze geven uitleg of een voorbeeld.

Slide 18 - Diapositive

3.3 huiswerk bespreken
opdracht 6, 7 en 8 op blz. 195 - 197 


Slide 19 - Diapositive

3.3 Lezen
In deze paragraaf:
  • leer je alinea's herkennen
  • kernzinnen in een alinea aanwijzen
  • hoofd- en bijzaken onderscheiden
  • signaalwoorden van een tegenstelling herkennen

Slide 20 - Diapositive

3.3 lezen - deze les
  • Alinea's herkennen
  • Kernzinnen in een alinea aanwijzen

Slide 21 - Diapositive

3.3 Lezen
Leertekst : Alinea blz. 192

Een langere tekst is vaak opgedeeld in kortere stukjes tekst: alinea’s. In een alinea wordt een stukje van het onderwerp (het deelonderwerp) behandeld.
Zo herken je een alinea:
• een nieuwe alinea begint altijd op een nieuwe regel;
• de laatste zin in een alinea loopt meestal niet door tot het eind van de regel;
• de eerste regel springt soms in;
• soms - best wel vaak - staat er een witregel tussen twee alinea’s.
• soms hebben alinea's een tussenkop

Slide 22 - Diapositive

3.3 Lezen
leertekst : Alinea blz. 192

Let op: In de lesmethode zijn
de alinea’s meestal genummerd.
Zo weet je naar welke alinea’s wordt
verwezen in opdrachten.
In tijdschriften, kranten en
online teksten staan
er geen nummers voor alinea’s.


Slide 23 - Diapositive

3.3 Lezen 
Samen lezen tekst 1 en maken opdracht 5.

Slide 24 - Diapositive

3.3 Lezen 
Maak opdracht 6, 7 en 8 op blz. 195 - 197

Slide 25 - Diapositive

3.3 lezen 
  • Alinea's herkennen
  • Kernzin en toelichting aanwijzen

Slide 26 - Diapositive

3.3 Lezen - Opdracht Gevonden voorwerpen
Een tekst in alinea's verdelen helpt je een tekst beter te kunnen lezen.

  • Je krijgt een tekst over 'Gevonden voorwerpen' 
  • Die tekst is niet ingedeeld in een inleiding, kern en slot. 
  • Er zijn ook nog geen alinea's en tussenkopjes.
  • Dat ga jij met je buurman/vrouw doen.
  • Verdeel de tekst in 6 alinea's en zet de 4 tussenkopjes op de juiste plek
  • Je mag een (gekleurd) potlood gebruiken..
  • Wie weet de best leesbare tekst te maken?

Slide 27 - Diapositive

3.3 Lezen 
Maak opdracht 4  op blz. 193 -194 (dit is ook je huiswerk voor morgen)

Slide 28 - Diapositive