3.2 inkomens zonder tegenprestatie

• Economie
• Middelbare school
• vmbo k
• Leerjaar 3

Ga rustig naar je plek. Pak je boek en ga rustig lezen

Wat gaan we doen vandaag?

• Herhaling paragraaf 1 (5 min)
• Behandelen paragraaf 2 (15 min)
• Nakijken 3.1 (10 min)
• zelfstandig werken (15 min)
• Wat hebben we geleerd (5 min)

Lesdoelen 3.1

• Je kunt het verschil uitleggen tussen inkomen uit arbeid en inkomen uit bezit.
• Je kunt voorbeelden geven van inkomen uit arbeid
• Je kunt voorbeelden geven van inkomen uit bezit
• Je kunt aangeven dat er inkomensverschillen zijn. 

1 dividend 5 pacht
2 huur 6 prestatietoeslag
3 loon 7 rente
4 loon in natura 8 vakantiegeld
Welke nummers zijn inkomsten uit bezit??

Welke bronnen van inkomen ken je nog??

Wat is inkomen natura??

Lesdoelen 3.2

• Je kunt uitleggen welke soorten overdrachtsinkomen door de overheid worden betaald.
• Je kunt voorbeelden geven van tegemoetkomingen.
• Je kunt voorbeelden geven van toeslagen.
• Je kunt voorbeelden geven van uitkeringen

Inkomen zonder tegenprestatie

Tegemoetkomingen

Toeslagen

Sociale uitkeringen

We noemen dit ook wel overdrachtsinkomen of secundair inkomen

Tegemoetkomingen

Voorbeelden van tegemoetkomingen zijn:

kinderbijslag

studiefinanciering

Toeslagen

Huurtoeslag

Zorgtoeslag

Voorwaarde:

Bij huurtoeslag mag je inkomen niet te hoog zijn en je inkomen ook niet.

Bij zorgtoeslag mag je inkomen niet te hoog zijn.

Sociaal minimum

In Nederland krijgt moet iedereen het sociaal minimum krijgen. Dit is het geldbedrag wat je minimaal moet hebben om te leven.

Als je onder het sociaal minimum zit, dan wordt het aangevuld met een bijstandsuitkering

overdrachtsinkomen

Je krijgt een uitkeringen waar je niets voor hoeft te doen. Dus geen tegenprestatie hoeft te leveren.

Overdrachtsinkomen

• Er zijn voorwaarden 
• Overheid bepaalt deze voorwaarden

Bijstand

Voorwaarden om bijstand te kunnen krijgen:

- niet teveel vermogen hebben

- sollicitatieplicht

- in sommige gevallen "verplicht" werken

opdrachten bespreken

Huiswerk

• Maken opdrachten hoofdstuk 3 paragraaf 2

• Lees de theorie op bladzijde 84/85
• Maak de opdrachten 1 t/m 11

opdrachten maken

Een primair inkomen is hetzelfde als een overdrachtsinkomen

1. Waar
2. Niet waar

Wat is een voorbeeld van overdrachtsinkomen?

1. Rente
2. Loon
3. Kinderbijslag
4. Dividend

Kinderbijslag hoort bij de secundaire inkomens

1. Waar
2. Niet waar

Sociaal minimum houdt in dat je rond moet kunnen komen.

1. Waar
2. Niet waar

extra uitleg