Les 1 + 2 van Grammatica 1

• Nederlands
• Middelbare school
• vmbo lwoo, b, k
• Leerjaar 1,2

Welkom!

• Telefoons in de bak.
  
• Plek zoals op de plattegrond.
  
• Tas naast de stoel.
  
•  Pak je Chrombook (dicht laten).
• Gezicht naar het bord.

Hogere verwachtingen

We zijn inmiddels gewend aan de school en aan elkaar.

Daarom verwacht ik nu meer van jullie dan aan de start van het jaar.

We hebben vorige keer daarom de volgende afspraken gemaakt...

Afspraken...

• Tijdens de opstart + uitleg praat je alleen als je je vinger opsteekt en je de beurt krijgt.
• Je bent geconcentreerd met je werk bezig.
• Als we het lokaal verlaten, staan de tafels recht en zijn de stoelen aangeschoven.

Afspraak: 3 streepjes op bord = melden in eigen tijd.

Programma 

1. Start nieuw hoofdstuk Grammatica 1.
2. Wat weet je al? (Lesson up).
3. Uitleg.
4. Opdrachten les 1 maken.

Nieuw hoofdstuk: Grammatica 1

• Afsluiting met een toets op papier.
• Het is een echte leertoets. Dus als je goed oplet tijdens de les en de opdrachten serieus maakt, is de kans groot dat je een ruime voldoende haalt.

Nieuw hoofdstuk: Grammatica 1

Grammatica = hoe je goede zinnen schrijft. Lijkt op spelling, maar spelling gaat over hoe je woorden schrijft. Grammatica is hoe die woorden samenkomen tot een goede zin.

• Wat is woord?
• En wat is een zin?

Wat weet je al?

Heb je weleens gehoord van de woorden?

• Zelfstandig naamwoord.
• Lidwoord.
• Werkwoord.
• Bijvoeglijk naamwoord.

Wat is volgens jou een lidwoord?

Wat is volgens jou een zelfstandig naamwoord?

Wat is volgens jou een werkwoord?

Welk woord is een werkwoord?

1. Zwemmen
2. Zwembad
3. De, het en een

Welk woord is een zelfstandig naamwoord?

1. Zwemmen
2. Zwembad
3. De, het en een

Welke woorden zijn lidwoorden?

1. Zwemmen
2. Zwembad
3. De, het en een

Uitleg werkwoord

Iets dat je kunt doen, zoals:

• Voetballen
• Lopen
• Schaatsen
• Koken

Welke werkwoorden kun je nog meer verzinnen?

Uitleg lidwoorden

Lidwoorden zijn:

1. De. 
2. Het. 
3. Een.

Lidwoorden staan vaak voor zelfstandig naamwoorden.

Uitleg zelfstandig naamwoorden

1. Je kunt er de, het of een voor zetten:

• Het huis.
• De hond.
• Een boom.

2. Een zelfstandig naamwoord kun je vaak in meervoud zetten:

• Huizen.
• Honden.
• Bomen.

Uitleg zelfstandig naamwoorden

3. Namen van mensen, landen, steden, plaatsen zijn ook zelfstandig naamwoorden. Bijvoorbeeld:

• Lisa.
• Rotterdam.
• Spanje.

Ect.

Opdrachten maken

• Maak van les 2: 

Opdracht 1t/m 12

• Maak van les 3:

Opdracht 1 t/m 11.

Klaar? Lezen in de Blinkotheek of Lingo spelen."

Huiswerk

Afsluiting

Waarom staan er verschillende soorten woorden in een zin?

Huiswerk

Maak les 4 thuis af.