Havo 3 paragraaf 3.1

Woensdag 10 jan: paragraaf 3.1 Sparen en verzekeren
Leerdoelen
Welke spaarmotieven zijn er?
Wat is het verschil tussen enkelvoudige en samengestelde rente?


1 / 27
suivant
Slide 1: Diapositive
EconomieMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

Cette leçon contient 27 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 1 vidéo.

time-iconLa durée de la leçon est: 50 min

Éléments de cette leçon

Woensdag 10 jan: paragraaf 3.1 Sparen en verzekeren
Leerdoelen
Welke spaarmotieven zijn er?
Wat is het verschil tussen enkelvoudige en samengestelde rente?


Slide 1 - Diapositive

Spaarmotieven
Sparen voor een doel
Sparen uit voorzorg
Sparen voor de rente

Slide 2 - Diapositive

Twee soorten rente
  • Enkelvoudige rente = rente over het beginkapitaal
  • Samengestelde rente = rente over het beginkapitaal en de bijgeschreven rente

Slide 3 - Diapositive

  • Enkelvoudige rente 
  • -> je krijgt rente aan het einde van het jaar uitbetaald
  • -> je krijgt telkens rente over hetzelfde bedrag
  • Samengestelde rente
  • -> de rente wordt bijgeschreven op je rekening
  • -> het jaar erna krijg je rente over je spaarbedrag en over de reeds ontvangen rente ('rente op rente')
  • Let op! rente op een spaarrekening kan variabel zijn!!

Slide 4 - Diapositive

Enkelvoudige rente
Enkelvoudige rente

Slide 5 - Diapositive

Samengestelde rente

Slide 6 - Diapositive

Zelfstandig werken
Maak opgave 1 t/m 4 van paragraaf 3.1


timer
12:00

Slide 7 - Diapositive

Hoeveel rente ontvang je?
Bij enkelvoudige en samengestelde rente;
€ 3000,- op de rekening en rente van 2%
Na 3 jaar is het saldo op de rekening?

Slide 8 - Diapositive

Bij enkelvoudige rente;
€ 3000,- op de rekening en rente van 2%
Na 3 jaar is het saldo op de rekening?

Slide 9 - Question ouverte

Bij samengestelde rente;
€ 3000,- op de rekening en rente van 2%
Na 3 jaar is het saldo op de rekening?

Slide 10 - Question ouverte

Manon heeft een bijbaantje bij een supermarkt. Het geld dat ze hiermee verdient, spaart zij om later een scooter te kunnen kopen. Haar moeder heeft ook geld gespaard. “Je weet nooit waarvoor je het nodig hebt”, zegt
haar moeder.

Van welke twee spaarmotieven is hier sprake?
A
van sparen voor een doel en sparen voor de rente
B
van sparen voor een doel en sparen uit voorzorg
C
van sparen voor de rente en sparen uit voorzorg
D
van sparen uit voorzorg en voor een scooter

Slide 11 - Quiz

€2.500 aan 2,05% rente per jaar
Bereken de enkelvoudige rente na 4 jaar en het saldo op de rekening?

Slide 12 - Question ouverte

€ 6 000 aan 0,9 % rente. samengestelde rente, 4 jaar. Hoeveel geld staat er na 4 jaar op de rekening?

Slide 13 - Question ouverte

Slide 14 - Diapositive

Woensdag 17 jan: havo 3 paragraaf 3.3 
Voor jezelf beginnen.
- Bespreken huiswerk 3.1
- Uitleg 3.3 + zelfstandig werken aan huiswerk
- Bespreken van opdracht uit 3.3
- Mentorzaken: qompas.....


Slide 15 - Diapositive

Risico & Verzekeren
  • Risico = kans op schade & bedrag eventuele schade
  • Verzekering = schade wordt vergoed door de verzekeraar

Slide 16 - Diapositive

Slide 17 - Vidéo

Levensverzekering
Een levensverzekering is een verzekering die uitkeert bij overlijden of op een vooraf afgesproken moment. 
Er zijn 3 verschillende  soorten.

Slide 18 - Diapositive

Overlijdensrisicoverzekering

Deze keert een bepaald bedrag uit als je binnen de looptijd van de verzekering overlijdt.

Slide 19 - Diapositive

Kapitaalverzekering
Deze keert een bedrag ineens uit. De uitkering wordt gebruikt om een schuld gedeeltelijk of geheel af te lossen. Deze verzekering sluiten mensen af bij aankoop van een woning. Bij overlijden kan de partner dan in het huis blijven wonen.

Slide 20 - Diapositive

Lijfrenteverzekering
Bij deze verzekering leg je geld in en ontvang je later elke keer (bijv) per maand, een bedrag. Vaak als aanvulling op het pensioen.

Slide 21 - Diapositive

Samenwerken
Maak opgave 5 t/m 9 
timer
15:00

Slide 22 - Diapositive

Lesdoelen 3.3
-Je weet wat rechtspersonen en natuurlijke personen zijn
- Je kunt de kenmerken van de verschillende ondernemingsvormen (of rechtsvormen) toelichten.
- Je kunt de brutowinst van een zzp'er na belastingaftrek berekenen

Slide 23 - Diapositive

Ondernemingsvormen
Eenmanszaak
VoF
BV
NV
Eigenaar

directeur (1 persoon)
vennoten (meerdere personen)
aandeelhouders
aandeelhouders
Aansprakelijk
persoonlijk (hoofdelijk) met privé vermogen
persoonlijk (hoofdelijk) met privé vermogen
bedrijf, alleen inleg aandeel (verkopen / kopen alleen met toestemming)
bedrijf, alleen inleg aandeel (iedereen mag verkopen / kopen op de beurs)
Voordeel
- zelf baas
- alle winst voor jezelf
- taken verdelen
- vervanger bij ziekte
- meer geld
- niet privé aansprakelijk
- meer geld
- niet privé aansprakelijk
- meer geld
Nadeel
- privé aansprakelijk
- geen vervanger bij ziekte
- privé aansprakelijk
- winst moet je delen
- winst moet je delen
- winst moet je delen

Slide 24 - Diapositive

                    Natuurlijk persoon 

  • een natuurlijk persoon is een mens van vlees en bloed
  • een natuurlijk persoon kan verplichtingen aangaan
                     Rechtspersoon

  • een rechtspersoon is geen mens van vlees en bloed, het is een onderneming
  • deze onderneming kan verplichtingen aangaan
  • een rechtspersoon heeft dus dezelfde rechten en plichten als een natuurlijk persoon.

Slide 25 - Diapositive

RECHTSVORM = ONDERNEMINGSVORM
Natuurlijk persoon
Rechtspersoon
Rechtsvormen
hoofdelijk aansprakelijk
onderneming aansprakelijk

Slide 26 - Diapositive

Huiswerk voor woensdag 24 januari
- Lezen en maken 3.3

Slide 27 - Diapositive