Qu'est-ce que LessonUp
Rechercher
Canaux
Connectez-vous
S'inscrire
‹
Revenir à la recherche
Sterke werkwoorden Duits
Sterke werkwoorden
Duits
1 / 34
suivant
Slide 1:
Diapositive
Duits
Middelbare school
mavo, havo, vwo
Leerjaar 2,3
Cette leçon contient
34 diapositives
, avec
quiz interactifs
,
diapositives de texte
et
1 vidéo
.
La durée de la leçon est:
30 min
Commencer la leçon
Partager
Imprimer la leçon
Éléments de cette leçon
Sterke werkwoorden
Duits
Slide 1 - Diapositive
Lernziel
1.Ik weet hoe ik een sterk werkwoord kan herkennen.
2. Ik kan de sterke werkwoorden in het Duits vervoegen.
Slide 2 - Diapositive
Ook in het
Nederlands
kennen we sterke werkwoorden:
Sterk worden deze werkwoorden door
een
klinkerverandering
in
de verleden tijd
Slide 3 - Diapositive
En in het
Duits?
Naast een klinkerverandering in de verleden tijd hebben sterke werkwoorden in het Duits ook
een klinkerverandering
in de tege
nwoordige tijd
Slide 4 - Diapositive
Tot nu toe ken je de
zwakke werkwoorden
Die kun je vervoegen met
het ezelsbruggetje
(FE)-E-ST-T-EN-T-EN
Slide 5 - Diapositive
Wat is er
nu anders
bij de
sterke werkwoorden
?
Sterke werkwoorden krijgen in sommige vormen
een klinkerverandering in de stam
Slide 6 - Diapositive
Wanneer een
klinkerverandering?
a -> ä
au -> äu
korte e -> i
lange e -> ie
bij
du
en
er/sie/es
Slide 7 - Diapositive
sterk ww. met "a" in de stam
fahren...sterk? ja! wij r
ij
den/wij r
e
den
Ich fahre
du
fährst
er/sie/es/man
fährt
wir fahren
ihr fahrt
sie/Sie fahren
Slide 8 - Diapositive
sterk ww. met een lange "e" in de stam
sehen....sterk? ja! wij z
ie
n/ wij
z
a
gen
Ich sehe
du s
ie
hst
er/sie/es/man s
ie
ht
wir sehen
ihr seht
sie/Sie sehen
Slide 9 - Diapositive
sterk ww. met een korte "e" in de stam
helfen....sterk? ja! wij helpen
/ wij
h
ie
lpen
ich helfe
du h
i
lfst
er/sie/es/man h
i
lft
wir helfen
ihr helft
sie/Sie helfen
Slide 10 - Diapositive
uitzonderingen
gehen, stehen en bewegen
-> sterk, maar geen klinkerverandering
stoßen
-> ö , du stößt, er stößt
lange e, maar krijgt een korte i
:
geben
-> du gibst, er gibt
treten
-> du trittst, er tritt
nehmen
-> du nimmst, er nimmt
Slide 11 - Diapositive
Jetzt seid ihr dran :) Üben!!!
Slide 12 - Diapositive
Een sterk werkwoord krijgt een klinker wisseling bij
A
ich, du
B
du, er/sie/es/man
C
ich, ihr
D
er/sie/es/man, ihr
Slide 13 - Quiz
Welke vorm van "geben" klopt?
A
er gibt
B
er giebt
C
er gebt
D
er gebet
Slide 14 - Quiz
Welke vorm van "fahren" klopt?
A
ich fahr
B
wir fähren
C
du fährst
D
er fahrt
Slide 15 - Quiz
Het sterke werkwoord "verlassen" ziet er bij "du" als volgt uit:
A
verlässst
B
verlasst
C
verlast
D
verlässt
Slide 16 - Quiz
Het sterke werkwoord "tragen" ziet er bij "ihr" als volgt uit:
A
tragt
B
trägt
C
tragen
D
traget
Slide 17 - Quiz
Welke vorm(en) van het sterke werkwoord "essen" kloppen?
A
du isst
B
er esst
C
man isst
D
du issst
Slide 18 - Quiz
Vul de juiste vervoeging in:
Usain (laufen) ....... sehr schnell.
A
lauft
B
läuft
C
läufst
D
laüft
Slide 19 - Quiz
Er (raten) ........... die Lösung.
A
rat
B
ratet
C
rät
D
rätst
Slide 20 - Quiz
(Gehen) ....... Susanne auch ins Kino?
A
Gehe
B
Gehst
C
Gehen
D
Geht
Slide 21 - Quiz
Het sterke werkwoord "helfen"
ziet er bij "er" als volgt uit:
A
helft
B
hilft
C
hielft
D
helfe
Slide 22 - Quiz
Het sterke werkwoord "lesen" ziet er bij "du" als volgt uit:
A
lest
B
lesst
C
list
D
liest
Slide 23 - Quiz
Du ... (helfen) deiner Schwester mit den Hausaufgaben.
Slide 24 - Question ouverte
Meine Mutter ... (sehen) die Show im Fernsehen.
Slide 25 - Question ouverte
Deine Tante ... (geben) dir ein Geschenk.
Slide 26 - Question ouverte
Het
voltooid deelwoord
van een
zwak werkwoord
...
...ken je al en wordt meestal zo gevormd:
ge +
stam
+ t
kochen (= koken) ->
ge
koch
t
kaufen (=kopen) ->
ge
kauf
t
Slide 27 - Diapositive
Voltooid deelwoord
sterk werkwoord
Dit voltooid deelwoord wordt meestal zo gevormd:
ge +
stam
+ en
laufen (= lopen) ->
ge
lauf
en
fahren (= rijden) ->
ge
fahr
en
Slide 28 - Diapositive
Slide 29 - Diapositive
Slide 30 - Vidéo
Check Lernziele:
1.Ik weet hoe ik een sterk werkwoord kan herkennen.
2. Ik kan de sterke werkwoorden in het Duits vervoegen.
Ik herken een sterk werkwoord en kan het vervoegen. Ik ben dus nu al een topper!
Ik ben op weg naar een topper en moet nog een beetje extra oefenen.
Ik wil graag een topper worden maar snap het nog niet helemaal en heb nog hulp/ extra uitleg nodig.
Slide 31 - Sondage
Feedback voor de docent: Wat vond je van deze manier van lesgeven?
😒
🙁
😐
🙂
😃
Slide 32 - Sondage
Noch Zeit übrig?
Fange mit den Übungen von Kapitel 5, Grammatik E, an!
Slide 33 - Diapositive
Slide 34 - Diapositive
Plus de leçons comme celle-ci
Sterke werkwoorden Duits
1 day ago
- Leçon avec
34 diapositives
Duits
Middelbare school
mavo, havo, vwo
Leerjaar 2,3
Sterke werkwoorden Duits
1 day ago
- Leçon avec
34 diapositives
Duits
Middelbare school
mavo, havo, vwo
Leerjaar 2,3
Sterke werkwoorden Duits 3vwo
September 2023
- Leçon avec
29 diapositives
Duits
Middelbare school
vwo
Leerjaar 3
Sterke werkwoorden Duits H3
November 2022
- Leçon avec
29 diapositives
Duits
Middelbare school
vwo
Leerjaar 3
Sterke werkwoorden Duits V4/5
February 2025
- Leçon avec
35 diapositives
Duits
Middelbare school
vwo
Leerjaar 3
Sterke werkwoorden Duits V4/5
September 2023
- Leçon avec
35 diapositives
Duits
Middelbare school
vwo
Leerjaar 3
3H_Duits_sterke werkwoorden Duits_a_e
March 2024
- Leçon avec
40 diapositives
Duits
Middelbare school
mavo, havo, vwo
Leerjaar 2,3
Sterke werkwoorden Duits
January 2020
- Leçon avec
39 diapositives
Duits
Middelbare school
vwo
Leerjaar 3