DBKT1A Kapitel 4 Grammatik E werkwoorden

Planung



E: Grammatik
Herzlich Willkommen!
1 / 30
suivant
Slide 1: Diapositive
DuitsMiddelbare schoolvmbo g, tLeerjaar 2

Cette leçon contient 30 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 1 vidéo.

time-iconLa durée de la leçon est: 80 min

Éléments de cette leçon

Planung



E: Grammatik
Herzlich Willkommen!

Slide 1 - Diapositive

Kapitel 4, Tiere
Lernziel heute:

  • Je kunt werkwoorden in de tegenwoordige tijd gebruiken.


I
We starten met een korte herhaling van de persoonlijk voornaamwoorden, daarna volgt een stappenplan voor het gebruiken van werkwoorden.

Slide 2 - Diapositive

0

Slide 3 - Vidéo

Wie war es auch wieder?
Personal Pronomen (persoonlijk voornaamwoorden)

haben und sein

Slide 4 - Diapositive

Personalpronomen
Persoonlijke voornaamwoorden
ich
ik
du
jij
er / sie / es
hij / zij / het
wir
wij
ihr
jullie
sie / Sie
zij / u 

Slide 5 - Diapositive

ich
du
sie
er
es
wir
ihr
sie
Sie
IK
U
ZIJ MV.
JULLIE
WIJ
HET
ZIJ EV.
HIJ
JIJ

Slide 6 - Question de remorquage

STAP 1





STAM

Slide 7 - Diapositive

Slide 8 - Diapositive

Wat is dan de stam van de volgende werkwoorden?

wohnen                  sehen
sprechen                  schreiben
streicheln                     futtern
kommen                     heißen

Slide 9 - Diapositive

STAP 2




Persoonlijk voornaamwoord

Slide 10 - Diapositive

Slide 11 - Diapositive

Persoonlijk voornaamwoord
wohnen           

Ich _____________ in den Niederlanden.   
Wo ________________ du?                                
Ihr ____________________ in Deutschland.
                     

Slide 12 - Diapositive

STAP 3




Uitgang

Slide 13 - Diapositive

Slide 14 - Diapositive

Slide 15 - Diapositive

Slide 16 - Diapositive

SAMENVATTING

1. Stam (-en /-n)
2. persoonlijk voornaamwoord (idewis)
3. Uitgangen ((fe) esttenten)
                           

Slide 17 - Diapositive

Slide 18 - Diapositive

Slide 19 - Diapositive

Hoe maak je de stam van een werkwoord (in het Duits)?
A
het hele werkwoord + t
B
de hij vorm
C
het hele werkwoord
D
het hele werkwoord -en of -n

Slide 20 - Quiz

Welk ezelsbruggetje kan je gebruiken bij de uitgangen van het werkwoord
A
Partytent
B
feesttenten
C
circustent
D
feestenten

Slide 21 - Quiz

ich (spielen)
A
spielt
B
spiele
C
spielen
D
gespielt

Slide 22 - Quiz

er (kommen)
A
komt
B
kommt
C
kommst
D
kommen

Slide 23 - Quiz


ich (hören)
A
hört
B
höre
C
hörst
D
hören

Slide 24 - Quiz


ihr (kaufen)
A
kaufst
B
kaufen
C
kaufet
D
kauft

Slide 25 - Quiz


du (besuchen)
A
besucht
B
besuchst
C
besuchen
D
besuche

Slide 26 - Quiz

Slide 27 - Diapositive

Aufgabe 18: Die Regel entdecken

Slide 28 - Diapositive

Selbständig arbeiten
Machen:
Aufgabe 18 und 19
Ab Seite 114


Fertig? Dan ga je slim stampen of werken aan je dierentuin.


timer
15:00

Slide 29 - Diapositive

Ga naar: play.blooket.com

Slide 30 - Diapositive