Alvleesklier

De alvleesklier
1 / 42
suivant
Slide 1: Diapositive
Verpleging en verzorgingMBOStudiejaar 3,4

Cette leçon contient 42 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 90 min

Éléments de cette leçon

De alvleesklier

Slide 1 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Na deze les heb je kennis en inzicht in:
Anatomie en fysiologie van de alvleesklier

Aandoeningen aan de alvleesklier: symptomen, diagnostiek, behandeling en oorzaken.









Slide 2 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 3 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Achter in de bovenbuik, voor een deel achter de maag en de twaalfvingerige darm

Slide 4 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 5 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Alvleesklier
Opgebouwd 
uit 
lobben met elk 
hun eigen 
afvoergang - 
komen uit in 
de 
alvleesklierbuis

Slide 6 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Functies alvleesklier
  • Eiwitsplitsers: onwerkzame stof trypsinogeen wordt in de dune darm door entokinase omgezet in actief trypsine, welke grotere eisitten splitst;
  • Vetsplitsers: enzym lipase splitst triglycine in glycerol en vetzuren;
  • Amylase: zet zetmeel om in kleinere suikers;
  • Natriumbicarbonaat: neutraliseert en ontzuurt de zure voedselbrij die uit de maag komt

De enzymen worden in de darmholte pas geactiveerd

Slide 7 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 8 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 9 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

alvleesklier
maagsapklieren
lever
gal
pepsinogeen
lipase
amylase

Slide 10 - Question de remorquage

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 11 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

In welke verteringssappen zitten enzymen voor de vertering van vetten?
A
speeksel, alvleeskliersap en darmsap
B
maagsap, alvleeskliersap en darmsap
C
alvleeskliersap en darmsap
D
alvleeskliersap

Slide 12 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat betekent pancreatitis?

Slide 13 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

Acute Pancreatitis: Pathologie
  • Kortdurende of tijdelijke ontsteking van de alvleesklier ( autolyse pancreas)
  • Enzymen van de alvleeskliersappen worden bij een ontseking al actief in de alvleesklier
  • Gevolg is dat alvleesklier nog meer schade lijdt.
  • Oedemateuse of necrotische vorm

Slide 14 - Diapositive

Oedemateuse vorm gunstig verloop
Necrotisch weefselversterf ernstig verloop en komt minder vaak voor.
Autolyse is afbreken eigen weefsel

Slide 15 - Diapositive

Gal en alvleeskliersappen komen beide via de papil van vaten de darmen binnen. Als hier galstenen voorkomen dan belemmert dit de afgifte van alvleeskliersappen en kan er een ontseking ontstaan

Slide 16 - Diapositive

Pancreas heeft reservecapaciteit en daardoor nog geen verteringsproblemen
Spijsverteringsklachten treden op bij chronische ontstekingen

 

Complicaties bij acute pancreatitis
Ileus
Geelzucht door afsluitingen
Nierbeschadigingen
Chronische pancreatitis

Slide 17 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

verpleegkundige zorg:
Zeer ernstige situatie ( IC verpleging)
Goede pijnbestrijding ( hevige pijn)
Bewaken van vitale functies
Controle : opgezette buik-braken ( ileus)
    icterus
Sondevoeding
CAD

Slide 18 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 19 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat is de meest voorkomende oorzaak van acute pancreatitis?
A
Idiopathisch
B
Galstenen
C
Medicijnen
D
Alcohol

Slide 20 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 21 - Diapositive

Als de alvleesklierontsteking gecompliceerd wordt door necrose of abcesvorming, zal antibiotica gestart worden. Daarbij kan het noodzakelijk zijn dat een abces of necrose gedraineerd of zelfs operatief uitgeruimd moet worden. Antibiotica wordt pas laat ingezet, omdat de alvleesklierontsteking begint als een steriele ontsteking.

Slide 22 - Diapositive

Soms is oorzaak onbekend
Hoeveel patiënten met acute pancreatitis krijgen chronische pancreatitis binnen 5 jaar?
A
1%
B
6%
C
8%
D
15%

Slide 23 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 24 - Diapositive

Bij vetdiarree ook verlies vitaminen. ( vetten worden niet goed verteerd door ontbreken lipase. Voor opname van vitaminen is vet nodig)
Waardoor wordt chronische pancreatitis veroorzaakt?
A
Dit is genetisch bepaald.
B
Alcohol
C
Door afwijkingen in de bouw van de alvleesklier
D
Alle antwoorden zijn juist

Slide 25 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 26 - Diapositive

Feces onderzoek: Onderzoek naar hoeveelheid vetten in de ontlasting

Slide 27 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

ERCP

Slide 28 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 29 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 30 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Röntgen, echo en MRI zijn voorbeelden van
A
functieonderzoek
B
PA-onderzoek
C
Beeldvormend onderzoek
D
Scopie

Slide 31 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 32 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 33 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 34 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 35 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 36 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Pancreascarcinoom
Risicofactoren:
  • Overgewicht of obesitas
  • Roken
  • Chronische pancreatitis
  • Erfelijkheid (5-10%) 

Levensverwachting: 5 jaar na de diagnose alvleesklierkanker is gemiddeld nog 5% van de patiënten in leven...

Slide 37 - Diapositive

Pas heel laat symptomen, dus als de tumor al groot gegroeid is.
Vaak zijn er ook maar hele vage klachten:
  • Zeurende pijn in buik en/of rug
  • Verstoord ontlastingspatroon
  • Gewichtsverlies
  • Geelzucht (icterus)
Pancreascarcinoom
Pas heel laat symptomen, dus als de tumor al groot gegroeid is.
Vaak zijn er ook maar hele vage klachten:
  • Zeurende pijn in buik en/of rug
  • Verstoord ontlastingspatroon, met ontkleurde en vette ontlasting
  • Verlies van eetlust, gewichtsverlies
  • Geelzucht (icterus)

Slide 38 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Diagnose pancreascarcinoom
Bloedonderzoek
  •     bloedsuiker-leverfuncties
Overige onderzoeken
  •     Bv:
  •     CT scan-ERCP ( kijkoperatie galwegen) met weefselpunctie en PA onderzoek
  •     Laparoscopie


Slide 39 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Behandeling pancreascarcinoom
Operatief bv.
  • kop alvleeskier verwijderen
  • kop lichaam verwijderen
  • Totale pancreatectomie
Bestraling
Chemokluur
Stentplaatsing
Pijnbestrijding


Slide 40 - Diapositive

 stentplaatsing kan bijvoorbeeld uitkomst geven als de afvoer van de alvleesklier verstopt is geraakt door de tumor
Pijn: Door de groei van de tumor kan druk ontstaan op andere organen. Als de kanker uitbreidt, neemt de pijn toe
Operatie
De chirurg verwijdert de kop van de alvleesklier, het eerste deel van de dunne darm (duodenum), de galblaas, een deel van de galweg en de lymfeklieren rondom de alvleesklier. De chirurg verwijdert deze organen omdat ze tegen de alvleesklier aan zitten en de kans groot is dat hier uitzaaiingen in zitten

Slide 41 - Diapositive

Afbeelding: Bij een klassieke Whipple-operatie verwijdert de chirurg de maagsluitspier en het laatste deel van de maag. Verder gebeurt er hetzelfde als bij een PPPD-operatie: (Pylorus Preserving Pancreato Duodenectomie)-operatie. Bij deze operatie verwijdert de chirurg de kop van de alvleesklier, het eerste deel van de dunne darm (duodenum), de galblaas, een deel van de galweg en de lymfeklieren rondom de alvleesklier.
Vpk zorg
Vitale functies (naadlekkage, infectie)
Voeding, sondevoeding of TPV via centrale lijn
Trombose preventie
Wondcontrole
Insuline en supletie enzymen
Drains
Zuurstoftoediening
Psychische zorg
Nazorg regelen, Leefstijladviezen

Slide 42 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions