1.2 Lezen: tekstverbanden en signaalwoorden TEKSTVERBANDEN NOG KLOPPEND EN INTERACTIEF MAKEN

Tekstverbanden en signaalwoorden
1 / 10
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMiddelbare schoolvmbo, mavo, havo, vwoLeerjaar 1-4

Cette leçon contient 10 diapositives, avec diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 30 min

Éléments de cette leçon

Tekstverbanden en signaalwoorden

Slide 1 - Diapositive

Wat is een signaalwoord?
• Verbindingswoorden
•Signaalwoorden geven het verband aan tussen zinsdelen, zinnen en alinea’s

Slide 2 - Diapositive

Chronologisch verband

Voordat, nadat, eerst, daarna, wanneer, vroeger.

Slide 3 - Diapositive

Vergelijkend 
verband

In vergelijking met, (net) als, evenals, zoals, meer/groter/beter dan, vergeleken met

Slide 4 - Diapositive

Tegenstellend
verband

Zo, evenals, in vergelijking met, soortgelijk(e)

Slide 5 - Diapositive

Oorzakelijk verband
Door, doordat, waardoor, te danken aan

Slide 6 - Diapositive

Toelichtend verband
Een voorbeeld ( hier)van, ter illustratie, bijvoorbeeld, zoals

Slide 7 - Diapositive

Redengevend verband
Want, omdat, daarom, vanwege, immers,

Slide 8 - Diapositive

Concluderend verband
Samengevat, kortom, dus, al met al, vandaar dat

Slide 9 - Diapositive

Concluderend verband
Samengevat, kortom, dus, al met al, vandaar dat

Slide 10 - Diapositive