Luisteroefeningen 3HV - per.1

Luistervaardigheid oefenen klas 3


Kies bij elke opgave een antwoord dat volgens jou het goede is. Denk aan de tips. Lees altijd eerst de vraag. 
Ieder fragment beluisteren we in principe één keer .
1 / 19
suivant
Slide 1: Diapositive
DuitsMiddelbare schoolmavo, havo, vwoLeerjaar 2

Cette leçon contient 19 diapositives, avec quiz interactifs et diapositive de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 45 min

Éléments de cette leçon

Luistervaardigheid oefenen klas 3


Kies bij elke opgave een antwoord dat volgens jou het goede is. Denk aan de tips. Lees altijd eerst de vraag. 
Ieder fragment beluisteren we in principe één keer .

Slide 1 - Diapositive

Voorbeeldopgave A1:

Wat vraagt de eerste passagier aan de tweede?

Fragment 1
Fragment 2 [antwoord voorbeeldopgave]
A
Hoe laat de trein aankomt.
B
Hoe laat het is.
C
Hoe lang de reis duurt.

Slide 2 - Quiz

Wat wil de leraar dat er gebeurt? A1
Fragment 3
A
Een raam openzetten.
B
Etenswaren opbergen.
C
Voeten van de bank halen.

Slide 3 - Quiz

Waarover spreekt de leraar aan het einde van de les? A1

Fragment 4
A
Wat er vóór het weggaan nog moet gebeuren.
B
Wat voor huiswerk er moet worden gedaan.
C
Wie er voor straf moet nablijven.

Slide 4 - Quiz

Waarover krijgt de klas informatie? A1
Fragment 5
A
over de strafmaatregelen
B
over een leuke disco
C
over te laat komen

Slide 5 - Quiz

Welk feest bespreekt meneer Schlosser? A1
Fragment 6
A
het feest voor zijn eigen verjaardag
B
het jubileumfeest van de school
C
het kerstfeest voor de hele school

Slide 6 - Quiz

Dieter beschrijft zijn vriendin. Wie is zijn vriendin? A1
Fragment 19
A
FOTO A
B
FOTO B
C
FOTO C

Slide 7 - Quiz

Wat wordt hier meegedeeld? A2

Fragment 9
A
Badkleding is in de aanbieding.
B
Er vindt een lingerie-modeshow plaats.
C
De nieuwe dames-zomercollectie is binnen.

Slide 8 - Quiz

Wat wordt hier meegedeeld? A2

Fragment 10
A
Het warenhuis staat op het punt om dicht te gaan.
B
Op sommige artikelen krijg je vandaag extra kassakorting.
C
Vanwege de uitverkoop is het warenhuis tot 21.00 uur geopend.

Slide 9 - Quiz

Wat wordt over de intercity naar München gezegd? A2

Fragment 12
A
Hij heeft vertraging opgelopen.
B
Hij is bij een ongeluk betrokken geraakt.
C
Hij staat stil met technische problemen.

Slide 10 - Quiz

Wat is er in de trein aan de hand? A2

Fragment 13
A
lemand is kwaad omdat de verwarming het niet doet.
B
lemand reist zonder ticket en krijgt een boete.
C
lemand vindt het ov-abonnement belachelijk duur.

Slide 11 - Quiz

Wat is het onderwerp van dit radiobericht? A2

Fragment 17
A
Er is een ernstig verkeersongeluk gebeurd.
B
Er wordt een nieuw verkeersplein geopend.
C
Er zijn flie's en langzaam rijdend verkeer.

Slide 12 - Quiz

Hoe is het gezin waarvan Dieter deel uitmaakt, samengesteld?(inclusief Dieter dus!!) A2
Fragment 18
A
Vater, Mutter + 3 Brüder + Schwester
B
Vater, Mutter + 2 Brüder + 2 Schwester
C
Vater, Mutter + 1 Bruder + 3 Schwester

Slide 13 - Quiz

Waarom moet je vrijdag een bloem meenemen? A2
Fragment 24
A
om de klas te versieren
B
om er een afbeelding van te maken
C
om hem te leren beschrijven

Slide 14 - Quiz

Wat heeft Paris Hilton gezegd? A2
Fragment 26
A
Het hoort er bij, dat fotografen altijd achter haar aan zitten.
B
Wat men over haar denkt, kan haar niks schelen.
C
Ze wil door de media meer met rust gelaten worden.

Slide 15 - Quiz

Waar moet je in een land als lndia op letten? (Luister deze indien nodig 2x) A2

Fragment 32
A
Dat je bij het eten alleen de rechterhand gebruikt.
B
Dat je vóór het eten altijd je handen wast.
C
Dat je bij een begroeting nooit iemand de linkerhand geeft.

Slide 16 - Quiz

Wat overkwam een jongeman in lndonesie? (Luister deze indien nodig 2x) A2

Fragment 33
A
Een Duitse reisgenote bleek familie van hem te zijn.
B
Tijdens een onschuldig uitziend spelletje werd hij beroofd.
C
Zander het te weten, werd hij getrouwd.

Slide 17 - Quiz

Waar kunnen Portugezen slecht tegen? (Luister deze indien nodig 2x) A2

Fragment 34
A
Als je kritiek hebt op de Portugese taal.
B
Als je Portugal een klein land noemt.
C
Als je Spaans tegen hen spreekt.

Slide 18 - Quiz

Wat bestelt het Duitse paar? (Luister deze indien nodig 2x) A2

Fragment 38
A
2 x koffie - 2 x appeltaart met slagroom.
B
2 x koffie - 2 x appeltaart (een met, een zonder slagroom) - 1 x water.
C
1 x koffie - 2 x appeltaart - 1 x water.

Slide 19 - Quiz