- Ik kan muntgeld en briefgeld bij elkaar optellen
1 / 21
suivant
Slide 1: Diapositive
RekenenBasisschoolGroep 5
Cette leçon contient 21 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.
La durée de la leçon est: 20 min
Éléments de cette leçon
Rekenen met geld les 2
DOEL: - Ik kan rekenen met geld
- Ik kan muntgeld en briefgeld bij elkaar optellen
Slide 1 - Diapositive
Sleep het geld wat je nodig hebt in het groene vak. Betaal gepast!
3,40
Slide 2 - Question de remorquage
Rashid heeft een hoop geld in zijn spaarpot zitten. Hij heeft maar liefst 10 munten van 50 eurocent,
Hoeveel geld heeft Rashid in totaal gespaard?
De som is hier 10 x 0,50 c= ....
A
€5 ,-
B
€ 40
C
€ 50,-
D
€ 20,-
Slide 3 - Quiz
welke rij bedragen staat gesorteerd van laag naar hoog
A
5,80- 6,00 - 6,20- 6,40-
B
6,60 -6,40 -5,80 - 6,00-
C
5,80- 6,00 6,20 -6,10-
D
6,00 - 6,20 - 6,10- 4,60-
Slide 4 - Quiz
Sleep het geld wat je nodig hebt in het groene vak. Betaal gepast!
€104,10
Slide 5 - Question de remorquage
In de klas van juf zitten 10 kinderen. Voor de verjaardag van de juf besluiten ze geld in te zamelen. Ieder kind uit de klas geeft € 1,50 voor een mooi cadeau. Hoeveel euro hebben alle kinderen ingezameld? De som is: 1.50 X 10 =
A
50 euro
B
15 euro
C
33 euro
D
37,50 euro
Slide 6 - Quiz
Sleep het geld wat je nodig bent in het groene vak. Betaal gepast!
€27,05
Slide 7 - Question de remorquage
Sleep het geld wat je nodig bent in het groene vak. Betaal gepast!
€35,10
Slide 8 - Question de remorquage
Dit is het salaris van juf
Hoeveel is dit bij elkaar?
A
1 euro en 5 cent
B
1 euro en 95 cent
C
2 euro en 20 cent
D
2 euro
Slide 9 - Quiz
Sleep het geld wat je nodig hebt in het groene vak. Betaal gepast!
30,60
Slide 10 - Question de remorquage
Rick verkoopt zijn telefoon voor 250 euro. Hij koopt een nieuwe voor 500 euro. Hoeveel geld moet hij bijbetalen voor zijn nieuwe telefoon?
A
500 euro
B
250 euro
C
350 euro
D
200 euro
Slide 11 - Quiz
Je hebt
Je koopt 2 pizza's van € 8,-. Heb je genoeg geld?
A
Ja
B
Nee
Slide 12 - Quiz
Afronden van betalingen
Slide 13 - Diapositive
Rond je bij een pin betaling het getal af?
A
Ja
B
Nee
Slide 14 - Quiz
Mag je nog betalen met €0,01 of €0,02?
A
Ja, het is nog een wettig betaalmiddel.
B
Nee, het is verboden om nog met deze centen te betalen.
C
Ja maar de bedragen worden toch afgerond op tiende.
D
Nee, je mag alleen pinnen als het bedrag deze centen bevat.
Slide 15 - Quiz
Hoe ronden we het volgende getal af bij contant betalen? €4,53
A
€4,50
B
€4,55
Slide 16 - Quiz
Hoe ronden we het volgende getal af bij contant betalen? €10,88
A
€10,85
B
€10,90
Slide 17 - Quiz
Hoe ronden we het volgende getal af bij contant betalen? €3,91
A
€3,90
B
€3,95
Slide 18 - Quiz
Oefenen met geld
We doen dezelfde opdracht als volgende week alleen is onbekend waar degene mee betaald. Kijk samen of je het juiste bedrag terug kan geven.