Woorden JVK lesson 1

Woorden lesson 1
thema JFK
1 / 42
suivant
Slide 1: Diapositive
EngelsPraktijkonderwijsLeerjaar 3

Cette leçon contient 42 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 2 vidéos.

time-iconLa durée de la leçon est: 80 min

Éléments de cette leçon

Woorden lesson 1
thema JFK

Slide 1 - Diapositive

Wat gaan we doen vandaag?

- nieuwe woorden leren die bij het thema JFK horen
- oefenen met de woorden
Doel van vandaag : 

- Ik weet de betekenis van minimaal 10 nieuwe woorden na deze les. 

Slide 2 - Diapositive

report
(riepoort)

Verslag

You are going to write a report about a murder case.
(Je gaat een verslag schrijven over een moordzaak)

Slide 3 - Diapositive

tour
(toer)

rondrit 

Enjoy our tour through Amsterdam with classic cars and
drive an Alfa Romeo Spider!
(Geniet van je rondrit door A'dam met klassieke auto's en rijd in een Alfa Romeo Spider!)

Slide 4 - Diapositive

wave
(weef)

zwaaien 

The king and queen always wave from the palace balcony.
(de koning en koningin zwaaien altijd vanaf het paleisbalkon)

Slide 5 - Diapositive

occupation
(okjoepeesjun)

beroep

What is your mother's occupation? Is she a doctor?
(Wat is het beroep van je moeder? Is ze een dokter?)

Slide 6 - Diapositive

nationality
(netsjonellitie)

nationaliteit (uit welk land kom je?)

What is your nationality: Dutch, German or English?
(Wat is je nationaliteit : Nederlands, Duits of Engels?)

Slide 7 - Diapositive

height
(hajt)

lengte
Fill in your height in centimetres, so for example "156 cm".
(Vul je lengte in in centimeters, bijvoorbeeld "156 cm:.) 

Slide 8 - Diapositive

signature
(siknatjeur)

handtekening

If you want to buy a smartphone, you need your mum's or
dad's signature.
(Als je een telefoon wilt kopen, heb je de handtekening van je vader of moeder nodig)

Slide 9 - Diapositive

criminal record
(krimminol rekkord)

strafblad

He is only 15 and he has a criminal record for stealing cigarettes.
(Hij is pas 15 en heeft een strafblad voor het stelen van sigaretten.)

Slide 10 - Diapositive

war
(woor)

oorlog

The Second World War ended in 1945.
(De Tweede Wereldoorlog eindigde in 1945.)

Slide 11 - Diapositive

hate
(heet)

haten

I hate cold and wet weather!
(Ik haat koud en nat weer!)

Slide 12 - Diapositive

clothes
(kloows)

kleding (kleren)

What clothes should I wear to the party?
(Welke kleding zal ik aantrekken naar het feest? )

Slide 13 - Diapositive

children
(tjildren)

kinderen

Owen and Rita have 3 children: Zoe, Alice and Robin
(Owen en Rita hebben 3 kinderen : Zoe, Alice en Robin)

Slide 14 - Diapositive

police officer
(poolies offisser)

politie agent

Your job as a police officer is to fight crime.
(Je werk als politie agent is misdaad bestrijden.)

Slide 15 - Diapositive

wife
(waif)

echtgenote (vrouw) 

Owen and Rita are husband and wife. They are Zoe's parents.
(Owen en Rita zijn man en vrouw (echtgenote). Ze zijn Zoe's ouders.)

Slide 16 - Diapositive

marry
(merrie)

trouwen met

Will you marry me and be my wife?
(Wil je met me trouwen en mijn vrouw worden?)

Slide 17 - Diapositive

visit
(vizzit)

bezoeken

What is the best time of day to visit a theme park?
(Wat is de beste tijd van de dag om een themapark te bezoeken?)

Slide 18 - Diapositive

shot
(sjot)

schot

There was a shot and she was dead.
(Er was een schot en ze was dood.)

Slide 19 - Diapositive

murderer
(meurdurur)

moordenaar

The murderer killed fifteen people.
(De moordenaar vermoordde 15 mensen.)

Slide 20 - Diapositive

Oefen met de woorden
Je krijgt steeds een vraag over de woorden, probeer het juiste antwoord in te vullen.....
Succes!

Slide 21 - Diapositive

Slide 22 - Question de remorquage

Wat is het Engelse woord voor
"zwaaien"?
A
tour
B
wave
C
report
D
nationality

Slide 23 - Quiz

Wat is het Engelse woord voor
"verslag"?
A
tour
B
wave
C
report
D
nationality

Slide 24 - Quiz

Wat is het Engelse woord voor
"nationaliteit"?
A
tour
B
wave
C
report
D
nationality

Slide 25 - Quiz

Wat is het Engelse woord voor
"rondrit"?
A
tour
B
wave
C
report
D
nationality

Slide 26 - Quiz

Hoe zeg je "kinderen" in het Engels?

Slide 27 - Question ouverte

Hoe zeg je "haten" in het Engels?

Slide 28 - Question ouverte

Hoe zeg je "vrouw (echtgenote)" in het Engels?

Slide 29 - Question ouverte

Hoe zeg je "strafblad" in het Engels?

Slide 30 - Question ouverte

1

Slide 31 - Vidéo

00:36
Dit gaat over "signature". Wat is dat in het Nederlands
A
kinderen
B
handtekening
C
bezoeken
D
moordernaar

Slide 32 - Quiz

1

Slide 33 - Vidéo

00:50
Waar gaat dit filmpje over?
A
children
B
clothes
C
shot
D
murderer

Slide 34 - Quiz

Waar gaat dit filmpje over?
A
children
B
signature
C
visit
D
murderer

Slide 35 - Quiz

Owen and Rita are husband and ...... Wat moet er op de plaats van de ......?

Slide 36 - Question ouverte

Will you ....... me and be my wife?
Wat moet er op de ...... komen staan?
A
shot
B
children
C
marry
D
visit

Slide 37 - Quiz

What is the best time of day to ..... a theme park?
Wat moet er op de ...... komen staan?
A
shot
B
children
C
marry
D
visit

Slide 38 - Quiz

Your job as a ....... is to fight crime.
Wat moet er op de ...... komen staan?
A
shot
B
children
C
police officer
D
visit

Slide 39 - Quiz

Owen and Rita have 3 .......... : Zoe, Alice and Robin
Wat moet er op de ...... komen staan?
A
clothes
B
children
C
police officer
D
nationality

Slide 40 - Quiz

Tijd over? Zelfstandig oefenen
Log in bij WIRED
Oefen met de WORDS van JFK 

Slide 41 - Diapositive

Hoeveel van de woorden van vandaag heb je onthouden?
geen één, veel te moeilijk
een paar, maximaal 5
zeker 10 woorden
allemaal, lekker makkelijk dit

Slide 42 - Sondage