jeudi, le 6 décembre

• Frans
• Middelbare school
• havo
• Leerjaar 1

Qu’est-ce qu’on va faire?

• Objectifs
• C'était comment, les devoirs?
• Grammaire C - questions?
• Excercice de vocabulaire
• Parler: exercice 16
• Prononciation: Lire texte B
  
• Exercice de prononciation
• Devoirs

objectifs

• Ik ken de belangrijkste uitspraakregels in het Frans.
• Ik kan in het Frans vertellen hoe laat het is.
• Ik kan in het Frans vertellen wat ik van mijn leraren vind.
• Ik kan in het Frans vertellen welke vakken ik leuk/niet leuk vind.
• Ik kan regelmatige werkwoorden op -er vervoegen.
• Ik begrijp korte teksten die met school te maken hebben.

    

               

devoirs

Wat was makkelijk?

Wat was moeilijk?  Waarom?

Wat was leuk? Waarom

Grammaire C

regelmatige werkwoorden op -er

stap 1: haal -er van het werkwoord om de stam te vinden

stap 2: zet de juiste uitgang achter de stam

Grammaire C

parler   ->    parl

je                  parle

tu                 parles

il/elle/on    parle

nous            parlons

vous            parlez

ils/elles      parlent

Donner ton opinion

Faites des couples

Note tour à tour un mot pour donner ton opinion.

Parler

Exercice 16

prononciation

é  =  ee  -> café, électricité

er = ee -> parler, donner, chercher

ez = ee -> chez, vous parlez

prononciation

è   =  e (het)  ->  père, frère, mère, collège

ê  =   e (het)  ->  tête, fenêtre

ai =   e (het)  ->  aimer, mais, anglais

prononciation

(e)au   = oo  ->  cadeau, aussi

qu        = k     ->   qui, que, quand, la physique, monique

oi         = wa  ->  trois, moi, toi, histoire

ou       =  oe  ->   bonjour, vous, nous, pour

lire texte B

Prends ton livre à la page 27.

Lis tour à tour une phrase.

Aide ton/ta camarade de classe si nécessaire.

formulaire de prononciation

Pak je woordenlijst en vul het formulier in.

au travail

SO woorden en zinnen A B E + gram C

objectifs

• Ik ken de belangrijkste uitspraakregels in het Frans.
• Ik kan in het Frans vertellen hoe laat het is.
• Ik kan in het Frans vertellen wat ik van mijn leraren vind.
• Ik kan in het Frans vertellen welke vakken ik leuk/niet leuk vind.
• Ik kan regelmatige werkwoorden op -er vervoegen.
• Ik begrijp korte teksten die met school te maken hebben.

    

               

Wat heb je nog nodig
om de so te kunnen maken?