vendredi, le 14 décembre

1 / 18
suivant
Slide 1: Diapositive
FransMiddelbare schoolhavoLeerjaar 1

Cette leçon contient 18 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 45 min

Éléments de cette leçon

Slide 1 - Diapositive

Qu’est-ce qu’on va faire?
  • Objectifs
  • SO
  • Les heures
  • Prononciation: Lire texte B
  • Grammaire H
  • Devoirs



Slide 2 - Diapositive

SO
  • voor- en achterkant
  • lees goed wat je moet doen
  • klaar? -> maken opdr 19, 20, 21, 24

Slide 3 - Diapositive

objectifs
  • Ik ken de belangrijkste uitspraakregels in het Frans.
  • Ik kan in het Frans vertellen hoe laat het is.
  • Ik kan in het Frans vertellen wat ik van mijn leraren vind.
  • Ik kan in het Frans vertellen welke vakken ik leuk/niet leuk vind.
  • Ik kan regelmatige werkwoorden op -er vervoegen.
  • Ik kan zinnen ontkennend maken in het Frans

    



               

Slide 4 - Diapositive

Quelle heure est-il?

Slide 5 - Diapositive

la prononciation

Slide 6 - Diapositive

prononciation
é  =  ee  -> café, électricité
er = ee -> parler, donner, chercher
ez = ee -> chez, vous parlez

Slide 7 - Diapositive

prononciation
è   =  e (het)  ->  père, frère, mère, collège
ê  =   e (het)  ->  tête, fenêtre
ai =   e (het)  ->  aimer, mais, anglais

Slide 8 - Diapositive

prononciation
(e)au   = oo  ->  cadeau, aussi
qu        = k     ->   qui, que, quand, la physique, monique
oi         = wa  ->  trois, moi, toi, histoire
ou       =  oe  ->   bonjour, vous, nous, pour

Slide 9 - Diapositive

lire texte B - tweetal coach
Prends ton livre à la page 27.
Lis tour à tour une phrase.
Aide ton/ta camarade de classe si nécessaire.

Slide 10 - Diapositive

la négation

Slide 11 - Diapositive

ontkenning

In het Nederlands:

Marc loopt op straat.  ->  Marc loopt niet op straat.


In het Frans:

Marc parle français.                   ->  Marc ne parle pas français.

Marianne mange une glace.  ->  Marianne ne mange pas une glace.

Je suis hollandais.                     ->  Je ne suis pas hollandais.

J'ai un frère                                   ->  Je n'ai pas un frère.




Slide 12 - Diapositive

ontkenning

Wat is de regel?

1.   Zoek de persoonsvorm (eerste werkwoord in de zin).

2.  Zet ne voor de persoonsvorm

3. Zet pas achter de persoonsvorm


Begint de persoonsvorm met een klinker/h  -> n'



Slide 13 - Diapositive

Marc mange des frites.

Slide 14 - Question ouverte

Nous sommes à Bruxelles.

Slide 15 - Question ouverte

Tu veux une glace?

Slide 16 - Question ouverte

au travail

leren kloktijden + woorden/zinnen F

maken opdr 19, 20, 21, 24

Slide 17 - Diapositive

objectifs
  • Ik ken de belangrijkste uitspraakregels in het Frans.
  • Ik kan in het Frans vertellen hoe laat het is.
  • Ik kan in het Frans vertellen wat ik van mijn leraren vind.
  • Ik kan in het Frans vertellen welke vakken ik leuk/niet leuk vind.
  • Ik kan regelmatige werkwoorden op -er vervoegen.
  • Ik kan zinnen ontkennend maken in het Frans.

    



               

Slide 18 - Diapositive