M2 défilé de mode (taaldorp)

défilé de mode à ONC
1 / 24
suivant
Slide 1: Diapositive
FransMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 1,2

Cette leçon contient 24 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 3 vidéos.

time-iconLa durée de la leçon est: 30 min

Éléments de cette leçon

défilé de mode à ONC

Slide 1 - Diapositive

Lesdoelen (buts)


Je herhaalt woorden/zinnen die te maken hebben met uiterlijk,  kleding en kleuren en je gebruikt het bijvoeglijk nmw.

Slide 2 - Diapositive

Welke grammatica en woorden heb je nodig voor eenFranse modeshow?

Slide 3 - Carte mentale

Hoe zeg je in het Frans:
een wit T-shirt
A
un blanc teeshirt
B
un teeshirt blanc

Slide 4 - Quiz

Hoe zeg je in het Frans:
Hier is ..........
A
Voici......
B
Ici est ......

Slide 5 - Quiz

Hoe zeg je in het Frans:
een spijkerbroek
A
un pantalon jeans
B
un jeans

Slide 6 - Quiz

Hoe zeg je in het Frans:
Hij heeft bruin haar
A
il a les cheveux bruns
B
il a les yeux bruns

Slide 7 - Quiz

Hoe zeg je in het Frans:
een rode jurk
A
une rouge robe
B
une jupe rouge
C
une robe rouge

Slide 8 - Quiz

Hoe zeg je in het Frans:
Hij draagt de zwarte sneakers (vrl.)
A
Il porte les basket noirs.
B
Elle porte les noires baskets.
C
Je porte les baskets noires.
D
Il porte les baskets noires.

Slide 9 - Quiz

0

Slide 10 - Vidéo

Les couleurs

Slide 11 - Diapositive

0

Slide 12 - Vidéo

Slide 13 - Vidéo

Au Travail !!!! 
Wat ga je doen?
(10 minuten - individueel)
Kijk goed welke kleding je nu aan hebt en schrijf dit in jouw schrift op in het Frans in hele zinnen
 Aujourd'hui je porte ......
 (Vandaag draag ik.....)
 Vermeld ook de kleuren erbij!
Toegestane hulpmiddelen: 
Libre service  jaar 1 (online) - unité 1-5 Libre service jaar 2 -unité 3

Slide 14 - Diapositive

Slide 15 - Diapositive

Qu'est-ce qu'on va faire?
We gaan een défilé de mode  voorbereiden en uitvoeren!
Questions
Wie is er wel eens naar een modeshow geweest of heeft er zelf één gelopen?
Situaties waarbij het gebruik van kleuren/kledingstukken handig is:
* Als je iemand/iets zoekt/kwijt bent.
* Als je duidelijk wilt maken wat jouw voorkeur is/wat je nodig hebt.



Slide 16 - Diapositive

Lesdoelen/buts
Aan het eind van de les:
- heb ik samen gewerkt met klasgenoten
- heb ik woorden gebruikt die te maken hebben met uiterlijk,  kleding en kleuren 
- heb ik het bijvoeglijk naamwoord toegepast
- heb ik nieuwe zinnen gemaakt






Slide 17 - Diapositive

                                       Qu'est-ce qu'on va faire?
In groepjes van 4: Faire un défilé de mode

Wat ga je doen? Je gaat een modeshow voorbereiden en doen.
Hoe ga je dat doen? Je volgt het stappenplan (volgende slide).
Welke hulp/toegestane hulpmiddelen? Libre service jaar 1 unité 1 en 5 online,  Libre service jaar 2 unité 3 .Grammaire en vragen stellen aan jouw groepsleden en docent.
Hoeveel tijd krijg je hiervoor?  15 minuten
Wat doen we met de uitkomst/opbrengst? De modeshow presenteren/uitvoeren (10 minuten).

Slide 18 - Diapositive

                        STAPPENPLAN - Défilé de mode
Stap 1: Bekijk de zinnen die je aan het begin van de les hebt gemaakt en kijk samen welke verbeteringen/aanvullingen mogelijk zijn:
- staat het bijvoeglijk naamwoord op de juiste plaats in de zin?
- zijn de juiste woorden/vertalingen correct gebruikt? 
- zijn er minimaal 3 kledingstukken per persoon gebruikt en is/zijn hiervan de kleur(en) vermeld?
Stap 2: Kijk of je de uitwerking van jouw klasgenoot/groepsleden kunt lezen en straks kunt presenteren: oefen met voorlezen.
Klaar? Noteer in jouw schrift welke Franse woorden je uit het hoofd kent m.b.t. KLEDING - KLEUREN - ANDERE BIJVOEGLIJKE NAAMWOORDEN : wie van jullie kent de meeste? 

Slide 19 - Diapositive

                                       Qu'est-ce qu'on va faire?
In groepjes: Faire un défilé de mode

Wat ga je doen? Je presenteert de kleding van een klasgenoot. 
Hoe ga je dat doen? Je leest dit voor uit het schrift of doet het uit jouw hoofd (= par coeur).
Welke hulp/toegestane hulpmiddelen? Schrift klasgenoot 
Wat doen we met de uitkomst/opbrengst? 
De toeschouwers/ luisteraars noteren de naam van de klasgenoot en in het Nederlands de genoemde/gepresenteerde kledingstukken en kleuren.
Na de modeshow doen we hiermee de vervolgopdracht.

Slide 20 - Diapositive

Défilé de mode
Voici (nom): elle/il porte ..............................

Je presenteert de kleding van een klasgenoot uit jouw groepje, die nog niet gepresenteerd is m.b.v. het schrift of uit het hoofd (= par coeur)!

De toeschouwers/luisteraars:
Noteren naam klasgenoot en  in het Nederlands:
* de genoemde/beschreven kledingstukken.

Slide 21 - Diapositive

                                       Qu'est-ce qu'on va faire?

Wat ga je doen? Je noteert de kleding van de gepresenteerde klasgenoten in het Frans in hele zinnen in LessonUp (individueel/zonder overleg).
Hoe ga je dat doen? Je gebruikt de Nederlandse aantekeningen uit jouw schrift en voert de opbrengst in LessonUp in.
Welke hulp/toegestane hulpmiddelen? Jouw schrift 


Slide 22 - Diapositive

Noteer in hele zinnen in het Frans de gepresenteerde klasgenoten en welke kleding + kleur zij dragen.

Slide 23 - Question ouverte

Lesdoelen/buts behaald?
Aan het eind van de les:
- heb ik samen gewerkt met klasgenoten
- heb ik  nieuwe zinnen gemaakt
- heb ik woorden gebruikt die te maken hebben met uiterlijk,  kleding en kleuren.
- heb ik het bijvoeglijk naamwoord toegepast






Slide 24 - Diapositive