hersenbloedingen

vandaag
herhalen anatomie neurologie

hersenbloedingen
(nodig: anatomie hersenen in grote lijnen)
1 / 26
suivant
Slide 1: Diapositive
WelzijnMBOStudiejaar 2

Cette leçon contient 26 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 60 min

Éléments de cette leçon

vandaag
herhalen anatomie neurologie

hersenbloedingen
(nodig: anatomie hersenen in grote lijnen)

Slide 1 - Diapositive

na deze les:

heb je de anatomie begrippen herhaald

herken je de volgende begrippen
dura mater (harde hersenvlies), arachnoidea (spinnenwebvlies)
pia mater (zachte hersenvlies), intracerebraal.

kun je de kapstok uitleggen
hersenbloeding (epiduraal, subduraal, subarachnoidaal)



Slide 2 - Diapositive

bewust aansturen van het zenuwstelsel noemen we:
A
animaal
B
autonoom
C
parasympatisch
D
sympatisch

Slide 3 - Quiz

tijdens een stress reactie is vooral het ....... zenuwstelsel actief.
A
parasympatische
B
sympatische

Slide 4 - Quiz

Welke TWEE systemen zijn onderdeel van de functionele indeling van het zenuwstelsel?
A
centraal
B
motorisch
C
perifeer
D
sensorisch

Slide 5 - Quiz

Welk deel van het zenuwstelsel bevindt zich binnen de bescherming van bot?
A
centraal
B
motorisch
C
perifeer
D
sensorisch

Slide 6 - Quiz

Waar zit myeline? A/B

Myeline zit in de ...C/D stof.
A
axon
B
cellichaam
C
grijze
D
witte

Slide 7 - Quiz

anatomie hersenvliezen

Slide 8 - Diapositive

hersenbloedingen
  • bloeding onder de schedel
  • verschillende plekken in het hoofd
  • bloedverdunners, hoge leeftijd, vallen/trauma.
  • hoofdpijn, misselijk/braken, uitvalsverschijnselen (bewustzijnsdaling)

Slide 9 - Diapositive

hersenbloedingen
  • CT scan
  • prognose hangt af van plek en grootte,                 symptoomloos - overlijden
  • afwachten of operatief


Slide 10 - Diapositive

epidurale bloeding
 epi = rondom, dura = harde hersenvlies

meestal na trauma
vaak met schedelfractuur
meestal slagader tussen schedel en dura mater.

Slide 11 - Diapositive

Slide 12 - Diapositive

subdurale bloeding
sub = onder, dura =  harde hersenvlies

meestal na trauma
acuut en chronisch

Slide 13 - Diapositive

Slide 14 - Diapositive

subarachnoidaal
sub = onder, arachnoid = spinnenwebvlies

aanleg vaatafwijking:
aneurysma of arterie-veneuze afwijking.

in hersenvocht (liquor), soms geen afwijking op CT en dan liquorpunctie (ruggenprik) nodig.

Slide 15 - Diapositive

Slide 16 - Diapositive

Slide 17 - Diapositive

intracerebraal
intra = in, cerebraal = hersenen: CVA

meestal bij hart- en vaatziekten
kán ook door trauma

Slide 18 - Diapositive

Slide 19 - Diapositive

aan de slag!
maken kapstok
uitwerken begrippen
MBO-leren hersenbloedingen

je hebt hiervoor ...... minuten.

Slide 20 - Diapositive

voor de diagnostiek van welke bloeding heb je soms een ruggenprik nodig?
A
epiduraal
B
intracerebraal
C
subarachnoidaal
D
subduraal

Slide 21 - Quiz

welke bloeding ontstaat vaak door een trauma?
A
subduraal
B
subarachnoidaal

Slide 22 - Quiz

Wat is GEEN risico voor een hersenbloeding?
A
bloedverdunners
B
hoge leeftijd
C
lage bloeddruk
D
vallen

Slide 23 - Quiz

vandaag geleerd:

Slide 24 - Carte mentale

wat kan beter?

Slide 25 - Carte mentale

Slide 26 - Diapositive