Les 2 zenuwstelsel H20

Inhoud
Herhaling vorige les
Epilepsie
CVA
Epiduraal en subduraal hematoom
Subarachnoïdale bloeding
1 / 28
suivant
Slide 1: Diapositive
Verpleging en verzorgingMBOStudiejaar 2

Cette leçon contient 28 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 1 vidéo.

time-iconLa durée de la leçon est: 45 min

Éléments de cette leçon

Inhoud
Herhaling vorige les
Epilepsie
CVA
Epiduraal en subduraal hematoom
Subarachnoïdale bloeding

Slide 1 - Diapositive

Lesdoelen
De leerling kan 
  • Het verschil uitleggen tussen een subdurale en een epidurale bloeding
  • Uitleggen wat een arachnoïdale bloeding 
  • Het verschil uitleggen tussen een TIA en een CVA

Slide 2 - Diapositive

Herhaling 
Vorige les

Slide 3 - Diapositive

Welke omschrijving past het best bij een 'Grand mal'?

A
Een aanval waarbij iemand apathisch is
B
Een aanval waarbij verwardheid optreedt
C
Een aanval met tonisch clonische stuipen en kans op tongbeet
D
Een aanval waarbij iemand compleet verslapt is

Slide 4 - Quiz

Wat is een dwarslaesie?
A
Een bloeding is het ruggenmerg waarbij verlamming optreedt
B
Een onderbreking van het ruggenmerg waarbij alle functies eronder uitvallen
C
Een halfzijdige verlamming
D
Een breuk van de wervelkolom waarbij er functieverlies ontreedt

Slide 5 - Quiz

Welke 4 kenmerken passen er bij een insult?
A
Tongbeet, schreeuw, incontinent van urine, spiertrekkingen
B
Verwardheid, stijfheid, incontinent van urine, Schreeuwen
C
Apathisch, dwalen, mompelen, tongbeet
D
Incontinent van urine, moeilijk lopen, schreeuwen, comateus

Slide 6 - Quiz


Welke aandoening zien
we hier?
A
Dwarslaesie
B
Ruggenmergtumor
C
Hernia
D
Bloeding in ruggenmerg

Slide 7 - Quiz

Kijkopdracht
Wat is er aan de hand bij epilepsie?
Welke symptomen kun je zien bij iemand met epilepsie?
Met welk onderzoek kunnen we de hersenactiviteit bekijken?
Wat is een behandeling van Epilepsie?


Slide 8 - Diapositive

Slide 9 - Vidéo

Kijkopdracht
Wat is er aan de hand bij epilepsie?
Welke symptomen kun je zien bij iemand met epilepsie?
Met welk onderzoek kunnen we de hersenactiviteit bekijken?
Wat is een behandeling van Epilepsie?


Slide 10 - Diapositive

VRAGEN??

Slide 11 - Diapositive

Opdracht (4)
Groepjes van 3 (ik verdeel)
6 stations:

- hersenvliezen
- CVA en TIA

10 minuten werken dan rouleren

Slide 12 - Diapositive

CVA??

Slide 13 - Carte mentale

CVA (beroerte)
  • Bloeding (hersenbloeding) 
  • Onbloedig (herseninfarct)
  • Er is een te kort aan zuurstof in een bepaald deel van de hersenen door een bloeding of een infarct.

Slide 14 - Diapositive

Verschillende soorten
  • Intercraniaal (in het hersenweefsel)
  • Subdurale bloeding (onder dura mater/harde vlies)
  • Epidurale bloeding (boven de dura mater/harde vlies)
  • Subarachnoïdale bloeding (onder het spinnenwebvlies)


Slide 15 - Diapositive

Oorzaken
  • Slagaderverkalking (artherosclerose)
  • Boezemfibrilleren (Artiumfibrilleren)

Slide 16 - Diapositive

Onderzoek
Neurologisch onderzoek
Bloedonderzoek
MRI of CT scan
Duplex onderzoek
EGG
Angiografie

Slide 17 - Diapositive

Slide 18 - Diapositive

  • Chronisch subduraal bloeding (ouderen)
  • Acuut subduraal bloeding
  • Epiduraal bloeding
  • Arachnoídale bloeding

Slide 19 - Diapositive

Wat is een hematoom?
A
Ophoping van bloed
B
Kapot bloedvat
C
Bloedstolsel
D
Hersenschade

Slide 20 - Quiz

Waar zit het subduraal hematoom?
A
Boven het harde hersenvlies
B
Onder het harde hersenvlies
C
Boven het zachte hersenvlies
D
Onder het zachte hersenvlies

Slide 21 - Quiz

Waar zit een subarachnoïdale bloeding?
A
Boven het spinnenwebvlies
B
Onder het spinnenwebvlies
C
Onder het zachte hersenvlies
D
Onder het beenvlies

Slide 22 - Quiz

Een CVA is altijd bloedig
A
Juist
B
Onjuist

Slide 23 - Quiz

De verschijnselen van een TIA verdwijnen vaak weer binnen 24 uur
A
Juist
B
Onjuist

Slide 24 - Quiz

Een bloedpropje in de hersenen noemen we ook wel Herseninfarct
A
Juist
B
Onjuist

Slide 25 - Quiz

Een aneurysma is een zwakke plek in een slagader
A
Juist
B
Onjuist

Slide 26 - Quiz

Wat betekend hemiparese?
A
Verlamming van de onderkant van je lichaam
B
Verlamming van 1 been
C
Verlamming van 1 zijde van je lichaam
D
Volledige verlamming

Slide 27 - Quiz

Vragen?

Slide 28 - Diapositive