C7 §7 aanw. vnw + Thema D §2

Leg je deze materialen op tafel?
Ipad
lesboek
schrift
leesboek 
pen
1 / 12
suivant
Slide 1: Diapositive
NederandsMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 2

Cette leçon contient 12 diapositives, avec diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 60 min

Éléments de cette leçon

Leg je deze materialen op tafel?
Ipad
lesboek
schrift
leesboek 
pen

Slide 1 - Diapositive

Wat gaan we deze les doen?
1) Thema B Mysterie, §3 Podcasts
2) Aanwijzend voornaamwoorden
3) Leeskwartiertje


Doel: Je herkent aanwijzende voornaamwoorden in zinnen en kunt ze zelf in een zin plaatsen.
Doel: Je kunt vertellen wat podcasts zijn en weet kenmerken te benoemen

Slide 2 - Diapositive

Thema B Mysterie
Opdracht: §3
We maken samen opdracht 1, 2 en 3




Hoe: We maken het samen
Nodig: Je lesboek en een pen




Slide 3 - Diapositive

Volgorde aanbieden woordsoorten
Les 1 herhalen woordsoorten vorig schooljaar
Les 2 voegwoorden herkennen
Les 3 persoonlijk en bezittelijk voornaamwoord
Les 4 aanwijzend voornaamwoord
Les 5 vragend voornaamwoord
Les 6 mixopdrachten

Slide 4 - Diapositive

Aanwijzend voornaamwoord
Een aanwijzend voornaamwoord wijst meestal een mens, dier of ding aan. 

Deze vrouw, dat paard, die fiets. 

Slide 5 - Diapositive

Aanwijzend voornaamwoord
De - woorden:  deze - die 
Het - woorden: dit - dat

Voorbeeld: 
de deur - deze deur - die deur
het huis - dit huis - dat huis

Slide 6 - Diapositive

Aanwijzend voornaamwoord
Maar ook: zulk - zo'n - dergelijk

Voorbeeld:
zo'n deur, een dergelijke deur
zulke ideeën, dergelijke ideeën



Slide 7 - Diapositive

Aanwijzend voornaamwoord
Een aanwijzend voornaamwoord kan voor een zelfstandig naamwoord staan, maar het kan ook alleen staan. Als het alleen staat, kun je het zelfstandig naamwoord er soms wel achter denken.

Deze app is gratis, maar die (app) niet.
Met dit oog zie ik beter dan met dat (oog).




Slide 8 - Diapositive

Let op!
De woorden dat en die behoren tot meer woordsoorten, het zijn dus niet ALTIJD aanwijzende voornaamwoorden.

Controleer altijd of je ze kunt vervangen door dit en deze. Dan zijn het aanwijzende voornaamwoorden.




Slide 9 - Diapositive

Persoonlijke en bezittelijke voornaamwoorden
Opdracht:
1. Maak op blz. 210/211 opdracht 1, 2, 3 en 4.1 in je boek.
2. Maak het stencil, klaar? Lever het in met je naam erop
3. Ga naar taaloefenen.nl en oefen daar de woordsoorten op niveau 2.




Hoe: Je werk zoveel mogelijk alleen
Nodig: Je lesboek, schrift, Ipad en een (markeer)pen
Klaar? Speel 8 levels Wordsnack




timer
30:00

Slide 10 - Diapositive

Volgende les
Les 1 herhalen woordsoorten vorig schooljaar
Les 2 voegwoorden herkennen
Les 3 persoonlijk en bezittelijk voornaamwoord
Les 4 aanwijzend voornaamwoord
Les 5 vragend voornaamwoord
Les 6 mixopdrachten

Slide 11 - Diapositive

Lezen
timer
15:00

Slide 12 - Diapositive