Disk thema 21 les 5

1 / 41
suivant
Slide 1: Diapositive
NT2Middelbare schoolvmbo lwooLeerjaar 1

Cette leçon contient 41 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 50 min

Éléments de cette leçon

Slide 1 - Diapositive

Wat gebruik je als je in de regen buiten moet lopen?

Slide 2 - Question ouverte

Slide 3 - Diapositive

Slide 4 - Diapositive

Waar denk je aan bij het woord 'de pil'?

Slide 5 - Carte mentale

Slide 6 - Diapositive

Slide 7 - Diapositive

Wat is het Nederlandse woord voor 'fun'?

Slide 8 - Question ouverte

Slide 9 - Diapositive

Slide 10 - Diapositive

Ik stop mijn geld in mijn ...

Slide 11 - Question ouverte

Slide 12 - Diapositive

Slide 13 - Diapositive

Zoek een foto van Walibi World op Google.

Slide 14 - Question ouverte

Slide 15 - Diapositive

Slide 16 - Diapositive

Wat is een ander woord voor 'antwoord geven'

Slide 17 - Question ouverte

Slide 18 - Diapositive

Slide 19 - Diapositive

Wat is een ander woord voor 'op vakantie gaan'?

Slide 20 - Question ouverte

Slide 21 - Diapositive

Slide 22 - Diapositive

In welke richting zou je op vakantie willen gaan?

Slide 23 - Carte mentale

Slide 24 - Diapositive

Slide 25 - Diapositive

Vervoeg het werkwoord 'schijnen'. Ik.. Jij... Wij...

Slide 26 - Question ouverte

Slide 27 - Diapositive

Slide 28 - Diapositive

Wat is het tegenovergestelde van uitspugen?

Slide 29 - Question ouverte

Slide 30 - Diapositive

Slide 31 - Diapositive

Als het regent, dan pak ik mijn ...
A
Parasol
B
Paraplu
C
Bikini
D
Handtas

Slide 32 - Quiz

Wat is een pil?

Slide 33 - Question ouverte

In welke zin wordt het woord plezierig goed gebruikt?
A
Ik vind het erg plezier om mijn been te breken.
B
Ik ga snel nog even naar plezierig.
C
Ik vind het plezierig om op vakantie te gaan.
D
Het huiswerk is heel plezierig.

Slide 34 - Quiz

Ik bewaar mijn geld altijd in mijn portemonnee.
Dat klopt
Dat klopt niet

Slide 35 - Sondage

Wat is een pretpark?

Slide 36 - Question ouverte

Reageer jij altijd snel op een berichtje? Waarom wel of waarom niet?

Slide 37 - Question ouverte

Wat is de reis?
A
Een gevangenis
B
Een school
C
Een zwembad
D
Een plek waar je zelf heen wilt gaan

Slide 38 - Quiz

Wat is de richting?
A
Een kant die je op wilt gaan.
B
Een sleutelhanger.
C
Een reis.
D
Een plek waar je nooit naar toe wilt.

Slide 39 - Quiz

Maak een zin met het woord 'schijnen'.

Slide 40 - Question ouverte

Maak een zin met het woord 'slikken'.

Slide 41 - Question ouverte