woensdag 9-12 h4 les films

Les devoirs d'aujourd'hui
Wat en wanneer?
- ik neem de schriften in aan het einde van het blokuur
- ik kijk vanavond tot waar je vandaag bent gekomen
- Leesvaardigheid: tot exercice 36 gemaakt
- Luistervaardigheid: tot exercice 42 gemaakt
--> is dit niet het geval?
- Je gaat aan deze vaardigheden werken tijdens één van deze uren:
donderdag 10, woensdag 16 of donderdag 17 december, 8e en 9e lesuur.


1 / 15
suivant
Slide 1: Diapositive
FransMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 4

Cette leçon contient 15 diapositives, avec quiz interactif et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 45 min

Éléments de cette leçon

Les devoirs d'aujourd'hui
Wat en wanneer?
- ik neem de schriften in aan het einde van het blokuur
- ik kijk vanavond tot waar je vandaag bent gekomen
- Leesvaardigheid: tot exercice 36 gemaakt
- Luistervaardigheid: tot exercice 42 gemaakt
--> is dit niet het geval?
- Je gaat aan deze vaardigheden werken tijdens één van deze uren:
donderdag 10, woensdag 16 of donderdag 17 december, 8e en 9e lesuur.


Slide 1 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 2 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Au programme aujourd'hui:
- Décrire les genres de cinéma
- Expliquer tes préférences 
- Pratiquer la compréhension orale

La procédure: 
1: zeggen ''de film gaat over'' + ''ik vind dat''
2: vocabulaire-oefening over genres


3: monoloog voorbereiden:
- 2 genres beschrijven
- Uitleggen waarom genre x jouw favoriete genre is
4: monoloog uitvoeren

Objectifs: 
- Vocabulaire over films begrijpen (vertalen / raden)
- Een genre kunnen beschrijven
- Jouw filmsmaak kunnen uitleggen

Slide 3 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Introduction: les films français
Quels films français connais-tu?

Je vais noter quelques titres


Slide 4 - Diapositive

De leerling vertelt waar de film over gaat. De andere leerlingen nemen die info over (ik zet de info op het bord in steekwoorden). 
''De film gaat over'' + ''Ik vind dat...''
Discussion en classe: 
- Vertel waar jouw film over gaat
-Wat vind je van de film?
Et comment dire en français?
1 NL de film gaat over --> FR
2 NL ''ik vind dat'' --> FR
(hint: je kunt ''denken'' gebruiken)

Slide 5 - Diapositive

De leerling vertelt waar de film over gaat. De andere leerlingen nemen die info over (ik zet de info op het bord in steekwoorden). 
''De film gaat over'' + ''Ik vind dat...''
Et comment dire en français?
1 NL de film gaat over:
Le film parle de / le film porte sur
2 NL ''ik vind dat'':
Je pense que / je trouve que

''Le film parle de..............''

Slide 6 - Diapositive

noteer voor 2 films een onderwerp op het bord (in samenspraak met leerling tot een onderwerp komen
Eindopdracht (noteren!):

Poser et répondre à 2 questions:
1)Essayez de définir 2 genres (en français)
2)Quel est ton genre préféré? Pourquoi?

--> wat ga je vertellen?
Opdracht vooraf:

À faire: exercice de vocabulaire
Objectif: betekenis van bruikbaar vocabulaire kennen

1) vertaal genres FR-NL
2) Koppel eigenschappen aan een genre
3) vertaal alle eigenschappen
4) Klaar? --> Eindopdracht
timer
8:00

Slide 7 - Diapositive

uitdelen opdracht ná de uitleg
- 2 leerlingen gaan uitdelen

Modellen vocabulaireopdracht: woordraden voordoen.
Film d'action: alle kenmerken ''raden'' qua betekenis 


Exercice de vocabulaire: corrigés
1 La comédie (dramatique, romantique) : C
2 La drame : F
3 Le film historique: E
4 Le film policier : B
5Le film d’action : H
6 Le film de science-fiction : A
7 Le film d’horreur : D
8 Le film d’animation : G

timer
1:00

Slide 8 - Diapositive

We bespreken hier na het nakijken de Franse woorden voor kenmerken waar de leerlingen niet uit kwamen. Leerlingen moeten wel zelf aangeven welke woorden dat zijn.
Voici l'exercice finale:

Poser et répondre à 2 questions:
- 1 Essayez de définir 2 genres (en français)
-2 Quel est ton genre préféré? Pourquoi?

--> Schrijf eerst in NL de inhoud op. Bedenk daarna hoe je het in het FR zou zeggen. 
Outils: phrases à compléter
Le (genre) porte sur...
Dans (genre), il y a...
On y voit...
Le (genre) se caractérise par...

Je préfère le (genre), parce que /car...
J'aime...
J'adore...
Je trouve (x) intéressant
C'est amusant de...

timer
10:00

Slide 9 - Diapositive

Voorbeeld:
- tu aimes quel genre en particulier?
- regarde les charactéristiques
- quel charactéristique aimes-tu en particulier?
- ik zet dat rechts op het bord
- maak daar een hele zin mee door er een van de beginstukken voor te zetten.
Fin du cours

Je hebt nu op papier:
- 2 genres beschreven
- uitgelegd wat jouw favoriete genre is en waarom





Pour terminer:

-Parle-nous de ton genré préféré.

-Nous allons t'écouter et essayer de comprendre

Slide 10 - Diapositive

Pour terminer --> vanuit ''qui préfère la comédie? 
Parlez!


Poser et répondre à 2 questions:
-1 Essayez de définir 2 genres (en français)
-2 Quel est ton genre préféré? Pourquoi?


Instructions:
-Stel elkaar om de beurt een vraag
-Oefen meermaals 
-Gebruik de steekwoorden als ''aide-mémoire''
-Je denkt mee --> komt iemand niet uit zijn woorden, doe dan suggesties. Hoe zou jij het zeggen?

Conclusion en classe: expliquer son genré préféré
timer
5:00

Slide 11 - Diapositive

Klassikale afronding
Compréhension orale: ex. 36 et 44
La procédure est la suivante:

1) on va écouter 1 fois sans pauzes
2) on va écouter une 2ième fois + répondre aux questions
3) 3ième écoute avec des pauzes
- Je mets la bande son en pause après la réponse
- Je vous explique ce que j'ai entendu
- Je vous explique la réponse correcte

Slide 12 - Diapositive

Schrijf voor ''waar'' op:

au restaurant
dans un restaurant

au café
dans un café

au bistro
dans un bistro
Exerice: décrire le contenu d'un film 
! note l'exercice dans ton cahier !

Objectif: inhoud van een film in eigen woorden vertellen

Comment:
1 lees de samenvatting van 2 films
2 noteer van 1 film informatie over:
-personages (geen voornamen!)
-locatie en filmgenre


3 schrijf korte, Franse zinnen

Résultat: 
- je leest jouw samenvatting voor en jouw buur raadt over welke film het gaat





Slide 13 - Diapositive

Schrijf voor ''waar'' op:

au restaurant
dans un restaurant

au café
dans un café

au bistro
dans un bistro
Mia et le lion blanc
Mia a onze ans quand elle noue une relation hors du commun avec Charlie, un lion blanc né dans la ferme de félins de ses parents en Afrique du Sud. Tous deux grandissent comme frère et sœur et deviennent vite inséparables. Trois ans plus tard, Charlie est devenu un lion imposant. Mia découvre alors le secret que cache la ferme : son père vend les lions à des « chasseurs de trophées ». Mia n’aura désormais qu’une obsession : sauver Charlie, à tout prix.

Portrait de la jeune fille en feu
1770. Marianne est peintre et doit réaliser le portrait de mariage d’Héloïse, une jeune femme qui vient de quitter le couvent. Héloïse résiste à son destin d’épouse en refusant de poser. Marianne va devoir la peindre en secret. Introduite auprès d’elle en tant que dame de compagnie, elle la regarde 

Slide 14 - Diapositive

- Tu travailles seul
- donc: en silence
- outils: dictionnaire + la prof
Heb je de volgende doelen gehaald?
- Een genre kunnen beschrijven
- Jouw filmsmaak kunnen uitleggen

Slide 15 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions