6.1

• Economie
• Middelbare school
• vmbo t
• Leerjaar 2

Welkom

Welkom! 

Ga zitten volgens de plattegrond en telefoons in de telefoontas!

Pak alvast je spullen op tafel (boek, rekenmachine, pen)

Wat gaan we doen deze les?

• Uitleg paragraaf 6.1
• Maken opdrachten 6.1
• Maken rekentrainer opdracht 1 + 2
• PW bespreken

Leerdoelen 6.1

• Je kunt uitleggen hoe collectieve voorzieningen worden georganiseerd.
  

• Rekenen met procenten – een getal uitdrukken in procenten.
  

Collectieve voorzieningen

Collectieve voorzieningen = voorzieningen waar iedereen gebruik van mag maken

Voorbeelden: wegen, dijken, bruggen, scholen

Betalen voor gebruik

De overheid vraagt bij veel meer collectieve voorzieningen een bijdrage van de gebruikers.

Bijvoorbeeld als je ergens in de stad of op straat wilt parkeren, moet je daar meestal voor betalen.

• Kunnen jullie andere voorbeelden bedenken?

De overheid bestaat uit:

Het Rijk:

- Landelijk

- zorgt voor snelwegen

Provincies:

- zorgen voor regionale collectieve voorzieningen

 - provinciale wegen

Gemeenten:

- zorgen voor collectieve voorzieningen in steden en dorpen, zoals straten

Regels

De overheid geeft regels voor het gebruik van collectieve voorzieningen, bijvoorbeeld door verkeersborden.

Deze regels zijn vastgelegd in de wet die door het Rijk worden gemaakt. De overheid houdt controles of de mensen zich aan de regels houden. Doe je dat niet, dan volgt er een boete of een taakstraf.

 

Ga aan de slag!

Maak opdracht 2, 4, 7, 8, 10, 11, 13a van paragraaf 6.1 

Tijd: 20 minuten

Eerste 5 minuten in stilte, daarna mag je zachtjes overleggen in tweetallen

Na 20 minuten verder met de uitleg over de rekentrainer.

      Klaar? 

Maak alvast de rekentrainer opdracht 1 + 2 van H6

Voorbeeld:

Hoeveel procent is 45 van 300?

1. 45

2. 300

3. 45 : 300 x 100 = 15%

Voorbeeld

Maak voor jezelf in stilte deze opdracht 

binnen 1,5 minuut:

Een laptop kost € 350, maar je 

krijgt € 49 korting.

Hoeveel procent korting heb je gekregen?

• 49 / 350 x 100 = 14%

Stappenplan:

- wat wil je weten in procenten?

- Waarvan wil je dit weten?

Formule:

wat : waarvan x 100 = %

Ga aan de slag!

Maak opdracht 2, 4, 7, 8, 10, 11, 13a van paragraaf 6.1 +

de rekentrainer opdracht 1 + 2 van H6 op blz 67

Tijd: 10 minuten

      Klaar? 

Maak alvast rekentrainer opdracht 6.4 op blz. 68

Voor het bespreken:

• Je krijgt je toets terug
• Controleer je aantal punten in de kantlijn
• Controleer je cijfer met de formule op het bord
• Wacht rustig tot we gaan beginnen

Tijdens het bespreken:

• We zijn stil
• Individuele vragen bewaar je tot na het bespreken
• Klassikale vragen mogen wel (vinger opsteken, niet gaan roepen)