Thema 3 B4 Planten

Thema 3

Ordening


B4 
Planten
1 / 26
suivant
Slide 1: Diapositive
BiologieMiddelbare schoolmavo, havo, vwoLeerjaar 1

Cette leçon contient 26 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 1 vidéo.

time-iconLa durée de la leçon est: 45 min

Éléments de cette leçon

Thema 3

Ordening


B4 
Planten

Slide 1 - Diapositive

Slide 2 - Vidéo

Wat gaan we doen?
  • Controle Herhalen B3
  • Leerdoelen B4
  • Uitleg B4: - Indeling planten
                         - Vaatplanten, sporenplanten en wieren
  • Maken opdracht 1 t/m 6 + nakijken
  • Maken opdracht 7 en 8 (+9)+ nakijken
  • Flitskaarten oefenen en Test Jezelf maken
  • Differentiatie-opdracht: Samenhang opdracht 10 (blz.200)
  • Lesafsluiter B4

Slide 3 - Diapositive

Prokaryoot
Dier
Plant
Schimmel
Plastiden
Celwand
zonder celwand
zonder vacuole
zonder celkern
celkern

Slide 4 - Question de remorquage

Een zeester is...
A
Tweezijdig symmetrisch
B
Veelzijdig symmetrisch
C
A-symmetrisch
D
Driezijdig symmetrisch

Slide 5 - Quiz

Een slang is ..
A
Tweezijdig symmetrisch
B
Veelzijdig symmetrisch
C
A-symmetrisch
D
Driezijdig symmetrisch

Slide 6 - Quiz

Een krab is ..
A
Tweezijdig symmetrisch
B
Veelzijdig symmetrisch
C
A-symmetrisch
D
Driezijdig symmetrisch

Slide 7 - Quiz

Het skelet van deze slak is
A
Inwendig
B
uitwendig
C
hij heeft geen skelet

Slide 8 - Quiz

Het skelet van deze slak is
A
Inwendig
B
uitwendig
C
hij heeft geen skelet

Slide 9 - Quiz

Bij welk RIJK hoort dit organisme?
A
Dieren
B
Gewervelden
C
Zoogdieren
D
Konijnen

Slide 10 - Quiz

Bij welke STAM hoort dit organisme?
A
Dieren
B
Gewervelden
C
Zoogdieren
D
Honden

Slide 11 - Quiz

Leerdoelen B4

3.4.8 Je kunt planten indelen in acht stammen

3.4.9  Je kunt kenmerken en voorbeelden noemen van vaatplanten en groenwieren

3.4.10 Je kunt kenmerken en voorbeelden noemen van sporenplanten en zaadplanten

Slide 12 - Diapositive

Celkenmerken planten
  • Plastiden
  • Celwand
  • Celkern
  • Grote centrale vacuole

Slide 13 - Diapositive

Indeling planten
  • 390.000 planten ontdekt
  • rijk planten wordt verder ingedeeld in 8 stammen.
  • Biologen gebruiken daarvoor 3 kenmerken:
       - soort bladgroenkorrels
       - bouw van de plant
       - werking van de celorganellen

Slide 14 - Diapositive

Vaatplanten
  • Zijn de meeste planten die je kent
  • In de plant zijn vaten aanwezig voor transport van stoffen 
  • Verder ingedeeld in: zaadplanten en sporenplanten
  • Een spore is een cel waaruit een nieuwe plant kan ontstaan

Slide 15 - Diapositive

Zaadplanten
Kenmerken:
  • wortels
  • stengels
  • bladeren
  • bloemen
  • Voortplanting: zaden
Grove den
Appelboom
Klaproos

Slide 16 - Diapositive

Sporenplanten
Kenmerken:
  • wortels
  • stengels
  • bladeren
  • Geen bloemen
  • Voortplanting: sporen
       
Varens
Paardenstaarten
Mossen

Slide 17 - Diapositive

Wieren (algen)
Kenmerken:
  • eencellig/veelcellig
  • Geen wortels
  • Geen stengels
  • Geen bladeren
  • Geen bloemen
  • Voortplanting: deling of sporen


Groenwier: eencellige of meercellige organismen met bladgroenkorrels
Boomalgen
Kranswier
Zeesla

Slide 18 - Diapositive

Huiswerk B4
  • Maak opdracht 1 t/m 6 op je Ipad of in je boek
  • Kijk de opdrachten 1 t/m 6 na en verbeter de fouten of vul aan!
  • Maak daarna opdracht 7 en 8 (+9) 
  • Kijk ook deze opdrachten goed na!
  • Oefen de flitskaarten en maak de Test Jezelf van B4

Klaar?
Neem de Samenhang (blz. 200) door en maak opdracht 10


Slide 19 - Diapositive

Lesafsluiter B4
3.4.8 Je kunt planten indelen in acht stammen

3.4.9 Je kunt kenmerken en voorbeelden noemen van 
vaatplanten en groenwieren

3.4.10 Je kunt kenmerken en voorbeelden noemen van 
sporenplanten en zaadplanten


Slide 20 - Diapositive

Tot welke stam behoort deze plant?
A
Zaadplant
B
Sporenplant
C
Wieren
D
Groenwier

Slide 21 - Quiz

Tot welke stam behoort deze plant?
A
Zaadplanten
B
Sporenplanten
C
Algen
D
Groenwieren

Slide 22 - Quiz

Welke planten zie je op de foto?
A
Zaadplanten
B
Sporenplanten
C
Wieren

Slide 23 - Quiz

Planten zonder stengel, blad, bloem of wortel noem je...
A
Zaadplanten
B
Sporenplanten
C
Wieren

Slide 24 - Quiz

Tot welke stam hoort een plant met bloemen?
A
Zaadplanten
B
Sporenplanten
C
Wieren

Slide 25 - Quiz

Zo worden eencellige organismen met bladgroenkorrels, zoals Boomalg, ook wel genoemd...

Slide 26 - Question ouverte