T3b - leerdoelencheck H5 grammatica en spelling

T3 - leerdoelencheck 5.7 en 5.8
Maak de opdrachten in deze LessonUp. Ze gaan over 5.7 Grammatica en 5.8 Spelling.
1 / 33
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 3

Cette leçon contient 33 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

Éléments de cette leçon

T3 - leerdoelencheck 5.7 en 5.8
Maak de opdrachten in deze LessonUp. Ze gaan over 5.7 Grammatica en 5.8 Spelling.

Slide 1 - Diapositive

Leerdoelen 5.7 Grammatica
1. Je kunt het aanwijzend voornaamwoord herkennen en gebruiken
2. Je kunt het vragend voornaamwoord herkennen en gebruiken
3. Je kunt het wederkerend voornaamwoord herkennen en gebruiken

Slide 2 - Diapositive

1. Welk woord is een aanwijzend voornaamwoord?
Ik vind deze opdracht niet moeilijk.

Slide 3 - Question ouverte

2. Welk woord is een aanwijzend voornaamwoord?
2: Niet iedereen heeft naar Lingo gekeken op die avond.

Slide 4 - Question ouverte

3. Welk woord is een aanwijzend voornaamwoord?
Dit boek is erg mooi en waarschuwt veel jongens en meiden.

Slide 5 - Question ouverte

4. Welk woord is een aanwijzend voornaamwoord?
Ik ga Sproetenliefde lezen, Maren Stoffels is de schrijfster van dat boek.

Slide 6 - Question ouverte

5. Welk woord is een aanwijzend voornaamwoord?
Deze week ga ik een ander boek lezen.

Slide 7 - Question ouverte

Op welke plek staat een vragend voornaamwoord vaak in een zin?
A
Vooraan
B
Achteraan
C
In het midden

Slide 8 - Quiz

In wat voor soort zinnen staan vaak vragende voornaamwoorden? Makkie;)!
A
Stellende zin
B
Gebiedende zin
C
Vragende zin

Slide 9 - Quiz

Maak vier zinnen met een vragend voornaamwoord erin:

Slide 10 - Question ouverte

Slide 11 - Diapositive

Herinneren heeft altijd een wederkerend voornaamwoord nodig.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 12 - Quiz

Wassen is een toevallig wederkerend werkwoord
A
waar
B
niet waar

Slide 13 - Quiz

Welk wederkerend voornaamwoord moet hierbij?
Zij ergeren ...
A
hun
B
hen
C
zich
D
zij

Slide 14 - Quiz

Welke van de volgende werkwoorden heeft NIET ALTIJD een wederkerend voornaamwoord nodig?
A
ik vergis me
B
ik scheer me
C
ik verslik me
D
ik verspreek me

Slide 15 - Quiz

Maak zelf een zin waar een wederkerend voornaamwoord in voor komt.

Slide 16 - Question ouverte

Welke van de volgende werkwoorden heeft ALTIJD een wederkerend voornaamwoord nodig?
A
ik bemoei me
B
hij verwondt zich
C
zij vermaken zich
D
jullie wassen je

Slide 17 - Quiz

Leerdoelen 5.8 Spelling
1. Je weet waar je tussenletters moet gebruiken (dus eikeboom of eikenboom?)
2. Je weet waar je een koppelteken moet plaatsen (Noord-Brabant of Noord Brabant?)
3. Je weet waar je een weglatingsstreepje moet plaatsen (bijvoorbeeld: In plaats van dinsdagavond en woensdagavond, kun je ook zeggen dinsdag- en woensdagavond.

Slide 18 - Diapositive

Leg uit dat 'coronamaatregel' een samenstelling is.

Slide 19 - Question ouverte

Waarom staat er wel een tussenletter -n bij STERRENSTOF, maar niet bij ZONNESCHERM?

Slide 20 - Question ouverte

Waarom krijgt GEDACHTEKRONKEL geen tussenletter -n?

Slide 21 - Question ouverte

Maak van de volgende woorden samenstellingen (let op de tussenletter!) paard+stal

Slide 22 - Question ouverte

Maak van de volgende woorden samenstellingen (let op de tussenletter!) kat+bak

Slide 23 - Question ouverte

Maak van de volgende woorden samenstellingen (let op de tussenletter!) rijst+pap

Slide 24 - Question ouverte

Maak van de volgende woorden samenstellingen (let op de tussenletter!) zon+bril

Slide 25 - Question ouverte

Maak van de volgende woorden samenstellingen (let op de tussenletter!) fabriek+spullen

Slide 26 - Question ouverte

Maak van de volgende woorden samenstellingen (let op de tussenletter!) fabriek+spullen

Slide 27 - Question ouverte

Maak van de volgende woorden samenstellingen (let op de tussenletter!) welvaart+staat

Slide 28 - Question ouverte

Maak van de volgende woorden samenstellingen (let op de tussenletter!) groente+taart

Slide 29 - Question ouverte

Gebruik in de volgende woordgroep een weglatingsstreepje:
woensdagavond en donderdagavond

Slide 30 - Question ouverte

Gebruik in de volgende woordgroep een weglatingsstreepje:
leerwerk en huiswerk

Slide 31 - Question ouverte

Gebruik in de volgende woordgroep een weglatingsstreepje:
schoolwerk en schoolgebouw

Slide 32 - Question ouverte

Ik wil graag van je weten hoe je vindt dat het gaat: kan HKS je ergens mee helpen of begrijp je iets niet? Groet!

Slide 33 - Question ouverte