V3 | Les 1 | Latijn | 04-09-2024

1 / 17
suivant
Slide 1: Diapositive
LatijnMiddelbare schoolvwoLeerjaar 1

Cette leçon contient 17 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 90 min

Éléments de cette leçon

Slide 1 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Welkom & Startklaar
  • Op je plek zitten 
  • Telefoon in het Zakkie 
  • Jas over de stoel, oortjes in de tas, tas op de grond
  • Schoolspullen op tafel: Boek, Chromebook, JdW-map, etui 
  • Inloggen in Lessonup!
timer
3:00

Slide 2 - Diapositive

1. Startklaar
Bij de start van iedere les verwelkomt de docent de leerlingen bij de ingang van de deur, noemt leerlingen bij naam, maakt oogcontact en besteedt aandacht aan hun welbevinden. De docent geeft het goede voorbeeld en spreekt hoge verwachtingen uit voor het verloop van de les door succescriteria op gewenst gedrag, schooltaal en effectief leren te benoemen. De leerlingen zijn startklaar: ingelogd in LessonUp, telefoons opgeborgen in het Zakkie, en JdW-map op tafel.
Programma

  • Leerdoelen opstellen: nominativus en accusativus
  • Instructie: korte grammatica-uitleg
  • Aan de slag: oefeningen maken
  • Reflectie en leerdoelen check: hebben we het begrepen?

Slide 3 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat geeft de naamval
nominativus meestal aan in de zin?
A
Onderwerp
B
Bijwoordelijke bepaling
C
Meewerkend voorwerp
D
Lijdend voorwerp

Slide 4 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat geeft de naamval
accusativus meestal aan in de zin?
A
Onderwerp
B
Bijwoordelijke bepaling
C
Meewerkend voorwerp
D
Lijdend voorwerp

Slide 5 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Vertel in je eigen woorden wat een naamval is

Slide 6 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

Leerdoelen
  • Je kan het onderwerp en lijdend voorwerp in een Latijnse zin aanwijzen
  • Je kan uitleggen wat een naamval en een functie is
  • Je kan van Latijnse woorden de naamval/geslacht/getal/groep benoemen
  • Je kan korte Latijnse zinnen vertalen 

Slide 7 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Onderwerp & lijdend voorwerp
Nederlands: plaats in de zin.
1. Marcus ziet Cornelia
2. Cornelia ziet Marcus

Latijn: vorm van het woord.
1. Marcus Corneliam videt
2. Marcum Cornelia videt
Vorm = naamval
Stam = deel dat niet verandert:
Marc- en Corneli-
Uitgang = deel dat verandert:
-us en -a 

Slide 8 - Diapositive

4. Inclusieve didactiek
De docent past een inclusieve didactiek toe door de interactie, eventueel in de thuistalen, in de klas te stimuleren om tot beter begrip van de lesstof te komen. De docent creëert een contextrijke leeromgeving door actief de culturele achtergronden van leerlingen bij de lesinhoud te betrekken. Hierin is de docent zich bewust van de verschillen in de klas. Door flexibel of heterogeen te differentiëren blijft iedereen bij de les betrokken. Gedurende de les reageert de docent positief en proactief op gedrag en maakt het daarmee makkelijker voor leerlingen om gewenst gedrag te laten zien.

Nominativus en accusativus
Nominativus = onderwerp
1. Marcus ziet Cornelia
2. Cornelia ziet Marcus

Accusativus = lijdend voorwerp
1. Marcus ziet Cornelia
2. Cornelia ziet Marcus
Naamval heeft functie

nominativus = onderwerp
accusativus = lijdend voorwerp

Slide 9 - Diapositive

4. Inclusieve didactiek
De docent past een inclusieve didactiek toe door de interactie, eventueel in de thuistalen, in de klas te stimuleren om tot beter begrip van de lesstof te komen. De docent creëert een contextrijke leeromgeving door actief de culturele achtergronden van leerlingen bij de lesinhoud te betrekken. Hierin is de docent zich bewust van de verschillen in de klas. Door flexibel of heterogeen te differentiëren blijft iedereen bij de les betrokken. Gedurende de les reageert de docent positief en proactief op gedrag en maakt het daarmee makkelijker voor leerlingen om gewenst gedrag te laten zien.

Zelfstandig naamwoord: groep 1 en 2
Zelfstandige naamwoorden worden ingedeeld in groepen. Woorden hebben een geslacht (vrouwelijk/mannelijk/onzijdig)
Naamval
Getal
Functie
Groep 1: V
Groep 2: M
Groep 2: O
Nom 
Ev
Onderwerp
mens-a
serv-us
don-um
Acc
Ev
Lijdend vwp
mens-am
serv-um
don-um
Nom
Mv
Onderwerp
mens-ae
serv-i
don-a
Acc
Mv
Lijdend vwp
mens-as
serv-os
don-a

Slide 10 - Diapositive

4. Inclusieve didactiek
De docent past een inclusieve didactiek toe door de interactie, eventueel in de thuistalen, in de klas te stimuleren om tot beter begrip van de lesstof te komen. De docent creëert een contextrijke leeromgeving door actief de culturele achtergronden van leerlingen bij de lesinhoud te betrekken. Hierin is de docent zich bewust van de verschillen in de klas. Door flexibel of heterogeen te differentiëren blijft iedereen bij de les betrokken. Gedurende de les reageert de docent positief en proactief op gedrag en maakt het daarmee makkelijker voor leerlingen om gewenst gedrag te laten zien.




Het onderwerp staat in het Latijn in de naamval
A
Nominativus
B
Accusativus

Slide 11 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions



De accusativus heeft de functie van
A
Onderwerp
B
Lijdend voorwerp

Slide 12 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Aan de slag
Maak nu taaloefeningen A-B-C-D op pag. 13-14 van je oefenboek.

Nota bene (let op):
De betekenis van de woorden van oefening C staat op pagina 12!


timer
30:00

Slide 13 - Diapositive

6. Actieve verwerking
De docent maakt expliciet over hoe de leerstof actief verwerkt dient te worden. Hierbij modelleert de docent eerst en laat daarna de leerlingen actief inoefenen. De ondersteuning wordt geleidelijk afgebouwd en leerlingen worden steeds zelfstandiger. De docent zorgt voor afwisseling in oefentypes en maakt gedurende de les het leren zichtbaar. De docent zet bijvoorbeeld in op hardop denken opdrachten en koppelt daar een geïnformeerde vervolgstap aan.

Controle: B
1. Cibum
2. Dona
3. Aurum (2x)
4. Vinum (2x)
5. Mensas
6. Servos
7. Donum (2x)
8. Servum

Slide 14 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Controle: C
1. Rex donum accipit
2. Vinum amat
3. Servus mensam tangit
4. Midas cibum amat
5. Servos in aurum mutat
6. Servus currit
7. Regia mira est
8. Servus dona accipit

Slide 15 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Controle: D
1. Mensam
2. Donum (2x)
3. Servos
4. Mensae

Slide 16 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Reflectie: eindopdracht
  1. Je kan het onderwerp en lijdend voorwerp in een Latijnse zin aanwijzen
  2. Je kan uitleggen wat een naamval en een functie is
  3. Je kan van Latijnse woorden de naamval/geslacht/getal/groep benoemen
  4. Je kan korte Latijnse zinnen vertalen 

Neem tekst 2.A. op pag. 18 erbij!
1. Schrijf per zin op: wat is het onderwerp/nom en wat het lijdend voorwerp/acc?
2. Schrijf de vertaling van de zin op in je oefenboekje/schrift (pag. 12)
timer
10:00

Slide 17 - Diapositive

8. Afsluiting
De docent controleert in de slotfase van de les of de leerdoelen door alle leerlingen behaald zijn en plaatst de les in de context van de betreffende Unit. De docent evalueert samen met de leerlingen het leren en het gedrag op basis van het Learner Profile en de ATL-skills. Dit wordt vastgelegd in Toddle. Samen blikken docent en leerlingen vooruit aan de hand van de JdW-planner.