ka 36 Politieke stromingen

Welke politieke stromingen zijn er volgens ka 36?
1 / 14
suivant
Slide 1: Question ouverte
GeschiedenisMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

Cette leçon contient 14 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 30 min

Éléments de cette leçon

Welke politieke stromingen zijn er volgens ka 36?

Slide 1 - Question ouverte

In welke eeuw valt dit ka?
A
17e
B
18e
C
19e
D
20e

Slide 2 - Quiz

Wat is een politiek-maatschappelijke stroming? Maak een goede zin van deze stukken uitleg.
1
2
3
4
hoe de samenleving eruit moet zien
Een verzameling van bij elkaar passende ideeën
en wat de rol van de staat daarin moet zijn
en overtuigingen over 

Slide 3 - Question de remorquage

Welke stroming kwam op voor de arbeiders?
A
liberalisme
B
socialisme
C
nationalisme
D
confessionalisme

Slide 4 - Quiz

Welke stroming kwam op voor de christenen?
A
liberalisme
B
socialisme
C
nationalisme
D
confessionalisme

Slide 5 - Quiz

Welke stroming kwam op voor vrijheid en een seculiere staat?
A
liberalisme
B
socialisme
C
nationalisme
D
confessionalisme

Slide 6 - Quiz

Welke uitspraak is NIET WAAR over het nationalisme?
A
Het was in NL vermengd met andere stromingen
B
Het leidde tot de eenheid van Duitsland in 1871
C
Het glorieuze verleden was erg belangrijk
D
Het nationalisme bestaat vandaag de dag niet meer

Slide 7 - Quiz

Belangrijke personen binnen elke stroming. Wie is wie?
Pieter Jelles Troelstra
Aletta Jacobs
Johan Thorbecke
Abraham Kuyper

Slide 8 - Question de remorquage

Wie hoort bij welke stroming?
Feminisme
Socialisme
Liberalisme
Confessionalisme

Slide 9 - Question de remorquage

Liberalisme
- vrijheid
- staat zorg voor vrijheid
- seculiere staat (scheiding kerk en staat)
- overheid bemoeit zich weinig met burger
- alleen: basale mensenrechten en minimum loon

Slide 10 - Diapositive

Nationalisme
- oorzaak: Romantiek > gevoelens voor eigen volk
- opkomst natiestaat > bepaalt identiteit burgers
KENMERKEN
- verheerlijking eigen verleden en cultuur
- volken willen eigen staat vormen
bv. Duitsland, Italië, België
- 20e eeuw: hypernationalisme (eigen volk beste)

Slide 11 - Diapositive

Socialisme
- gelijkheid
- bedenker: Karl Marx - 'Het communistisch manifest'
- idee: arbeiders in opstand > macht en bezit gelijk verdeeld
- NL: 1918 SDAP met Troelstra
- ontstaan: sociaaldemocratie > gelijkheid bereiken via wetten

- 20e eeuw: gewelddadig en totalitair communisme ontstaat

Slide 12 - Diapositive

Confessionalisme
- christenen (protestanten en katholieken)
- tegen de seculiere staat
- Abraham Kuyper 
- soevereiniteit in eigen kring
- subsidie voor christelijke scholen

Slide 13 - Diapositive

Feminisme
- rijke vrouwen
- vrouwenkiesrecht
- vooroordelen: kinderen slecht verzorgd/vrouwen minder slim

Slide 14 - Diapositive