2.1 Sparen of beleggen

Programma
  • Herhaling: zorg dat je de tekst leert! 
  • Herhaling: rente rekenen (samengesteld en enkelvoudig)
  • Beleggen: huiswerk 7 - 14 + 17 + 19.

Kijk bij leerdoelen wat je moet kunnen! (p. 45)
1 / 13
suivant
Slide 1: Diapositive
EconomieMiddelbare schoolvwoLeerjaar 3

Cette leçon contient 13 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 1 vidéo.

time-iconLa durée de la leçon est: 50 min

Éléments de cette leçon

Programma
  • Herhaling: zorg dat je de tekst leert! 
  • Herhaling: rente rekenen (samengesteld en enkelvoudig)
  • Beleggen: huiswerk 7 - 14 + 17 + 19.

Kijk bij leerdoelen wat je moet kunnen! (p. 45)

Slide 1 - Diapositive

Henk spaart geld voor als zijn mobiel kapot gaat. Wat is zijn reden om te sparen?
A
Sparen voor een doel
B
Sparen uit voorzorg
C
Sparen voor de rente
D
Sparen als rekenmiddel

Slide 2 - Quiz

Als je geld apart zet omdat je straks rijlessen wilt dan spaar je ...
A
uit voorzorg.
B
voor de rente.
C
voor een doel.

Slide 3 - Quiz

Bereken de enkelvoudige interest na 2 jaar sparen:
€1000 op de rekening tegen 2% rente
A
€40,00
B
€120,00
C
€60,00
D
€100,00

Slide 4 - Quiz

Nominale rente bij sparen is
A
De betaalde rente over je spaargeld
B
De ontvangen rente na inflatiecorrectie
C
De ontvangen rente over je spaargeld
D
De betaalde rente na inflatiecorrectie

Slide 5 - Quiz

De reële rente is hoger dan de nominale rente
A
er is sprake van inflatie
B
er is sprake van deflatie
C
de spaarrente is hoger dan de kredietrente
D
dit kan helemaal niet

Slide 6 - Quiz

Slide 7 - Diapositive

Slide 8 - Diapositive

Slide 9 - Diapositive

Samen maken opdracht 8 en 11
Zelf thuis doen: opdracht 7 en 12

Slide 10 - Diapositive

Slide 11 - Diapositive

Slide 12 - Vidéo

maken opdracht 7 - 14 + 17 + 19
Eerst nakijken van 1 t/m 10

Slide 13 - Diapositive