Zintuigen - les 1

Thema Zintuigen
1 / 28
suivant
Slide 1: Diapositive
BiologieBasisschoolGroep 5-8

Cette leçon contient 28 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 2 vidéos.

time-iconLa durée de la leçon est: 45 min

Éléments de cette leçon

Thema Zintuigen

Slide 1 - Diapositive

Wat zijn zintuigen en welke zintuigen ken je?

Slide 2 - Question ouverte

 ZINTUIG = orgaan om prikkels buiten het lichaam op te vangen en vervolgens naar de hersenen te sturen, waar je je bewust wordt wat je ziet (oog), hoort (oor), ruikt(neus), proeft (tong) of voelt (huid). 

Slide 3 - Diapositive

Zintuig 1 : zien 

HET OOG

Slide 4 - Diapositive

Optische illusies

Slide 5 - Diapositive

Wat is dat?
Als je iets ziet, gebruik je niet alleen je ogen. Je ogen kijken naar iets en geven daarover signalen door aan je hersenen. Daardoor zie je wat je ziet. Maar soms foppen je hersenen je! Dan zie je iets anders dan er eigenlijk is. 
We noemen dat gezichtsbedrog of een optische illusie.

Slide 6 - Diapositive

Slide 7 - Diapositive

Hoeveel poten heeft deze olifant?

Slide 8 - Carte mentale

Slide 9 - Diapositive

Wat zag jij in het plaatje?

Slide 10 - Carte mentale

Slide 11 - Diapositive

Zie jij zwarte puntjes bewegen?
A
Ja
B
Nee
C
HUH?!?

Slide 12 - Quiz

Slide 13 - Diapositive

Wat zag jij in het vorige plaatje?
A
Een eend
B
Een konijn
C
Allebei

Slide 14 - Quiz

Slide 15 - Diapositive

Wat zag jij in de afbeelding?
A
Een vaas
B
2 mensen
C
Iets anders

Slide 16 - Quiz

Slide 17 - Diapositive

Slide 18 - Diapositive

Welke lijn is het langst?

Slide 19 - Diapositive


A
de bovenste
B
allebei even lang
C
de onderste

Slide 20 - Quiz

Even lang! Kijk maar! 

Slide 21 - Diapositive

Zintuig 2 : ruiken
DE NEUS

Slide 22 - Diapositive

Slide 23 - Vidéo

Zintuig 3 : proeven/smaak
DE TONG

Slide 24 - Diapositive

Slide 25 - Vidéo

Aan de slag!
We gaan onze ogen, neus en tong gebruiken om erachter te komen welke ingrediënten er in het bakje liggen.
We doen deze opdracht in tweetallen.
1) één persoon haalt een bakje
2) kijk, ruik (en proef) ; overleg, noteer het nummer van het bakje en schrijf op wat jullie denken dat het is.
3) doe de deksel weer terug op het bakje
4) De ander brengt het bakje terug en kiest een ander bakje.

Slide 26 - Diapositive

1. thee
2. cup a soup - tomaat
3. (oplos)koffie
4. melkpoeder
5. cacaopoeder
6. basterdsuiker
7. koek en speculaas kruiden
8. zout
9. suiker
10. meel/bloem
11. ketjap 
12. sojasaus
13. azijn
14. zonnebloemolie
15. kerrie
16. kruidnagel
17. ketchup
18. wasmiddel / zeep 

Slide 27 - Diapositive

De volgende les:
Zintuigen 
horen
 en 
voelen

Slide 28 - Diapositive