Les 4: Alpines Fahrverhalten

• Sport en Bewegen
• MBO
• Studiejaar 2

Les 4: Alpines Fahrverhalten

Opbouw kanten / rutchen -> Pflugsteuern

Basishoudig wanneer je ski’s paralel zijn

Gebruik wanneer je dwars over de piste gaat

Alpines fahrverhalten

1. Assen door: enkel, knie, heupen en schouders zijn altijd paralel aan elkaar
   
2. Heupen en benen zijn bochtinwaarts gebogen
   
3. Bovenlichaam bevindt zich naar voren
   
4. Buitenste ski is belast
   
5. Armen bevinden zich gebogen aan zijkant van lichaam
   

Kanten

Doel:

Uitleg:

Piste:

Kanten opbouw

1. Alpines Fahrverhalten uitleggen en laten zien (PPD)
   
2. Trappenschritte
   
3. Dwars over de piste gaan
   
4. Zwaluw
   
5. Dalhand in heup / bergland boven ski
   
6. Bergski optillen
   
7. In hoger spoor klimmen
   

1. Uitleggen en voordoen

2. Trappenschritte

3. Dwars over de piste gaan

4. Zwaluw

5. Dalhand in heup / berghand boven ski

6. Bergski optillen

7. In hoger spoor klimmen

Rutchen

Rutchen

Doel: Kantengrip loslaten en met ski’s paralel sturen.

Uitleg: Vanuit pflug en mittellage de dalski belasten - bergski omkanten en bijdraaien - Rutchen loslaten - in Alpines Fahrverhalten ski’s aansturen. Dwars over piste kunnen rutchen.

Piste: Middelstijl

Rutchen opbouw

1. Stilstaan in pflugstand, dal-ski belasten en bergski bijzetten
   
2. Skiën in pflugstand, dal-ski belasten en bergski bijzetten
   
3. Aanleren op lichte afdalingen
   

(Zielrutchen / tempocontrolle)

1. (Vanuit kanten langzaam naar beneden rutchen)
2. (Stop & Go)
3. (Rutchen met richtingsveranderingen)

Pflugsteueren

Pflugsteuern

Doel:

Uitleg:

Piste:

Opbouw Pflugsteuern