Cette leçon contient 43 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.
La durée de la leçon est: 60 min
Éléments de cette leçon
Oefenexamen 4m
alle antwoorden schrijf je via je telefoon en verschijnen op het scherm. Succes.
Slide 1 - Diapositive
Slide 2 - Diapositive
Noem 2 kenmerken die verwijzen naar de huisstijl van Facebook:
timer
1:00
Slide 3 - Question ouverte
voorbeelden van juiste kenmerken:
− de kleuren wit en/of blauw
− egale achtergrond
− een vergelijkbaar (schreefloos) lettertype
− witte tekst op een blauw vlak
− de combinatie van tekst en beeld
− vierkante vorm van de profielfoto
Slide 4 - Diapositive
Slide 5 - Diapositive
Leg uit waarom je een tekst wel op Facebook zou plaatsen, maar die tekst liever niet in het openbaar op je kleding wilt dragen.
Slide 6 - Question ouverte
voorbeelden van een goed antwoord:
− Op Facebook kan jij bepalen wie jouw teksten kan lezen, bij de teksten
op de kleding heb je hierop minder invloed.
− Op Facebook voel je enige anonimiteit, die in het openbaar verdwijnt.
Slide 7 - Diapositive
Slide 8 - Diapositive
De Kok en Van Brakel noemen hun werk 'draagbare fashion als kunstobject'. -Geef een argument om het project mode te noemen en een argument om het project kunst te noemen.
Slide 9 - Question ouverte
voorbeelden van juiste antwoorden:
• Het is mode omdat: 1
− het toegepast werk is. / draagbaar is.
− het eigentijdse kleding betreft. / het past in de huidige streetweartrend.
• Het is kunst omdat: 1
− het een boodschap / idee uitdraagt.
− het uniek is. / het geen massaproductie is.
Slide 10 - Diapositive
Slide 11 - Diapositive
5 Bekijk afbeelding 5 en 6. De foto's vormen een serie.
Noem drie aspecten van de voorstelling waardoor de foto's een serie vormen.
Slide 12 - Diapositive
Bekijk afbeelding 5 en 6. De foto's vormen een serie. - Noem drie aspecten van de voorstelling waardoor de foto's een serievormen.
Slide 13 - Question ouverte
voorbeelden van juiste aspecten van de voorstelling:
Op de foto's zie je
− een lege achtergrond.
− dezelfde persoon in beeld.
− hetzelfde T-shirt.
− hetzelfde kapsel.
− dezelfde houding (met uitgestrekte arm).
− dezelfde gezichtsuitdrukking / grijns
Slide 14 - Diapositive
5 Bekijk afbeelding 5 en 6. De foto's vormen een serie.
Noem drie aspecten van de vormgeving waardoor de foto's een serie vormen.
Slide 15 - Diapositive
Noem twee aspecten van de vormgeving waardoor de foto's een serie vormen. Leg je antwoorden uit.
Slide 16 - Question ouverte
aspect uitleg
compositie /
ordening- De foto's hebben alle een staand formaat.
kleur − De foto's hebben weinig kleur.
De foto's hebben een witte achtergrond.
licht- De foto's hebben eenzelfdebelichting.
ruimte I n beide foto's is de ruimtesuggestie minimaal.
Slide 17 - Diapositive
Leg uit waarop Popelier met zijn Do-It-Yourselfie-Guide commentaar geeft.
Slide 18 - Question ouverte
voorbeelden van een juist antwoord:
− op de namaak- of nepwereld die mensen op social media vaak creëren
− op het feit dat het vreemd is dat foto's van jezelf aan regels moeten
voldoen
Slide 19 - Diapositive
Slide 20 - Diapositive
Slide 21 - Diapositive
Bekijk afbeelding 7 en 8. Om de tekst een ander spiegelbeeld te geven, plakte Matiz A delen van de letters aan de achterkant af. B delen van de letters aan de achter- en de voorkant af. C delen van de letters aan de voorkant af.
A
delen van de letter aan de achterkant af
B
delen van de letters aan de achter- en de voorkant af
C
delen van de voorkant af
Slide 22 - Quiz
Het kunstwerk verwijst naar het maken van een selfie. Noem twee manieren waarop Matiz verwijst naar het maken van een selfie.
Slide 23 - Question ouverte
− met de tekst: Take a Selfie
− door de spiegel waarin / waardoor je jezelf ziet
Slide 24 - Diapositive
Slide 25 - Diapositive
Met zijn werk levert Matiz commentaar op het nemen van selfies. Leg uit welk commentaar Matiz hier levert.
Slide 26 - Question ouverte
Het antwoord dient de volgende strekking te hebben:
Een selfie verbeeldt vaak een ander / mooier leven dan het echte leven.
Slide 27 - Diapositive
Slide 28 - Diapositive
Slide 29 - Diapositive
Bekijk afbeelding 9. Hirst wijkt af van de traditionele manier waarop kunstenaars zelfportretten maken. Geef twee voorbeelden waarin het zelfportret van Hirst afwijkt van een traditioneel zelfportret.
Slide 30 - Question ouverte
enkele juiste voorbeelden:
− Hirst is niet meteen herkenbaar.
− Het uiterlijk van Hirst is niet verbeeld (, maar alleen zijn skelet).
− Hirst laat niet alleen zijn gezicht / hoofd, maar ook handen en voeten
zien.
− Het portret bestaat uit fragmenten / delen / stukken.
− Hirst heeft het portret niet zelf gemaakt, maar laten maken in een
ziekenhuis.
Slide 31 - Diapositive
Slide 32 - Diapositive
Bekijk afbeelding 9. Dit zelfportret is
A
expressief
B
naar de fantasie
C
vervreemdend
Slide 33 - Quiz
Er ontstond een discussie of dit werk van Hirst wel of geen kunstwerk is. Geef voor beide meningen een argument.
Slide 34 - Question ouverte
voorbeelden van een juist argument:
• om het wel een kunstwerk te noemen: 1
− Het getuigt van een vernieuwende opvatting over een zelfportret. /
Het gaat om het idee.
− Hirst is kunstenaar (en een kunstenaar maakt kunst).
− Het werk wordt gepresenteerd als kunst.
− Het werk wordt gepresenteerd als een zelfportret.
• om het geen kunstwerk te noemen: 1
− Het zijn röntgenfoto's en die hebben normaal gesproken een ander
doel.
− De foto's zijn niet door Hirst zelf gemaakt.
Slide 35 - Diapositive
Slide 36 - Diapositive
Slide 37 - Diapositive
Slide 38 - Diapositive
Noem drie kenmerken van het werk die verwijzen naar een atelier van een kunstenaar.
Slide 39 - Question ouverte
voorbeelden van juiste kenmerken:
− kwasten in een pot
− schildersezel
− (onafgemaakt) schilderij
− verfpotten
− spiegel
− lappen en doeken (om verf af te vegen)
− palet
− flessen (oplosmiddel of iets dergelijks)
− schildersjas
− rommelige sfeer
Slide 40 - Diapositive
Slide 41 - Diapositive
Leg aan de hand van drie aspecten van het werk uit, op welke manier Hirst verwijst naar de titel van het werk.
Slide 42 - Question ouverte
voorbeelden van een juist aspect met een juiste uitleg:
− witte jas over de ezel / in het portret op ezel: verwijst naar apotheker
− zelfportret: verwijst naar zelfportret
− het onaffe karakter: verwijst naar het feit dat hij nog nadenkt hoe het af
te maken
− de spiegel: verwijst naar het maken van een zelfportret
− de spiegel: verwijst naar het reflecteren / nadenken over zijn
kunstenaarschap
− de vitrine in een vitrine: verwijst naar het nadenken over zijn