4V Thema 5 BS 5

Veranderende ecosystemen
4 VWO
Thema 5 - Ecologie
Basisstof 5
1 / 21
suivant
Slide 1: Diapositive
BiologieMiddelbare schoolvwoLeerjaar 4

Cette leçon contient 21 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 1 vidéo.

time-iconLa durée de la leçon est: 45 min

Éléments de cette leçon

Veranderende ecosystemen
4 VWO
Thema 5 - Ecologie
Basisstof 5

Slide 1 - Diapositive

In welk ecosysteem wordt de meeste CO2 vastgelegd?

Slide 2 - Sondage

Vandaag
Leerdoelen:
  • Je kunt de veranderingen in een ecosysteem beschrijven

Programma:
  1. Uitleg: successie & stabiliteit ecosystemen
  2. Bespreken opdr. 23 B4 (was huiswerk)
  3. Zelfstandig werken

Slide 3 - Diapositive

Slide 4 - Vidéo

Successie
Successie = verandering van de soortensamenstelling van een levensgemeenschap, waardoor deze geleidelijk overgaat in een andere. 

Nadat pioniersoorten zich gevestigd hebben, veranderen de omstandigheden. Er wordt meer grond vastgehouden en er ontstaat humus.

Slide 5 - Diapositive

Pionierecosysteem
Op kale grond, een kale rots, nieuwe duin zal na verloop van tijd begroeid raken met korstmossen of kleine planten. Deze eerste vegetatie heten pioniersoorten. Zij zijn erg tolerant wat de abiotische factoren als temperatuur betreft.
Deze planten trekken dieren aan, het eerste pionierecosysteem is ontstaan. Hierdoor worden de omstandigheden gunstiger voor nieuwe soorten om zich hier te vestigen.

Slide 6 - Diapositive

Humus
Door doodgaan van planten en dieren ontstaat humus, waardoor de omstandigheden sterk verbeterd zijn. Hierdoor kunnen grotere planten op deze plek groeien, grotere dieren zich hier vestigen en het pionierecosysteem gaat over in een ander ecosysteem. Dit maakt de omstandigheden nóg gematigder, zodat weer andere planten en dieren zich hier vestigen.

Slide 7 - Diapositive

Climaxstadium
Laatste stadium: climaxstadium: grote biodiversiteit, weinig schommeling in omstandigheden, veel soorten, kleine aantallen per soort.


Slide 8 - Diapositive

Slide 9 - Diapositive

Slide 10 - Diapositive

Voorbeelden:
strand -> duinen -> bos
zand -> heide -> bos
plas -> veen/moeras -> bos
rots onder water -> koraalrif
kale grond -> steppe/prairie -> (regen)woud

Slide 11 - Diapositive

Evenwicht
Een systeem is in evenwicht als het zichzelf kan reguleren en daardoor stabiel blijft. Tussen twee evenwichten zit een omslagpunt (kantelpunt).



Voorbeelden:
  • Algenbloei bij eutroficatie
  • Konijnen in de duinen

Slide 12 - Diapositive

2 evenwichten
Balletje (= ecosysteem) in dal:
 stabiel evenwicht
Door veranderende biotische en abiotische factoren, wiebelt balletje altijd heen een weer. 
Na heftig wiebelen kan systeem naar nieuw dal doorrollen.

Slide 13 - Diapositive

Slide 14 - Diapositive

In welk ecosysteem blijft de biomassa gemiddeld genomen vrijwel gelijk?
A
pioniersecosysteem
B
climaxecosysteem

Slide 15 - Quiz

In welk ecosysteem wordt de meeste CO2 vastgelegd?

Slide 16 - Sondage

Wat verandert bij successie?
A
individu
B
populatie
C
leefgemeenschap
D
ecosysteem

Slide 17 - Quiz

Welke type zaden past het best bij een pionierplant?
A
veel en licht
B
veel en zwaar
C
weinig en licht
D
weinig en zwaar

Slide 18 - Quiz

Waar zijn er meer wisselingen in abiotische factoren?
A
Pioniersecosysteem
B
Climaxecosysteem

Slide 19 - Quiz

Kun je nu zelf: veranderingen in een ecosysteem beschrijven?
Ja, dat kan ik nu wel
Ja, zo'n beetje
Misschien als ik het thuis nog eens doorneem
Nee, ik heb nog niet het idee dat ik dat snap
Veranderwatte?

Slide 20 - Sondage

Zelfstandig werken:
Lezen
Thema 5 BS 5 (blz. 115 t/m 120)

Maken
Thema 5 opdr. 26, 27, 29 en 30

Slide 21 - Diapositive