Herhaling hoofdstuk Jongeren

• Maatschappijleer
• Middelbare school
• vmbo t, mavo
• Leerjaar 4

Omschrijf in je eigen woorden wat socialisatie is

Noem vier groepen mensen of organisaties die invloed hebben op jouw socialisatie

Je buurman spreekt Chinees

1. Aangeboren
2. Aangeleerd

Wat is het verschil tussen een nature en een nurture-aanhanger?

Lees de bron hiernaast. Welke waarde vinden de genoemde bedrijven belangrijk?

Socialisatieproces

aangeboren 

eigenschappen

socialisatie

sociale controle

internalisatie

normen en waarden

omgeving

automatisch gedrag

sancties

Geef een voorbeeld van een negatieve sanctie op school

Een winkel verkoopt genderneutrale kleding. Leg uit wat voor kleding dat is

Zijn de uitspraken juist of onjuist?
1. Als een kind een ander kind nadoet, is er sprake van experimenteren.
2. Op de kleuterschool leren kinderen vooral door nieuwe ervaringen.

1. 1 is juist, 2 is onjuist.
2. 1 is onjuist, 2 is juist.
3. 1 en 2 zijn beide juist.
4. 1 en 2 zijn beide onjuist.

Wat zijn rolpatronen?

1. Rolpatronen zijn hetzelfde als beeldvorming.
2. Rolpatronen geven aan welk gedrag van je verwacht wordt.
3. Rolpatronen zijn de normen en waarden die je gedrag bepalen.
4. Rolpatronen zijn voor een groot deel aangeboren.

Als een minister in korte broek op een ligfiets naar de Tweede Kamer gaat, is er sprake van:

1. rolgedrag.
2. roldoorbrekend gedrag.
3. rolbevestigend gedrag.
4. een vooroordeel.

Soms bestaat er tussen jongeren en hun ouders een generatieconflict.
Geef hiervan een duidelijk voorbeeld.

De eerste jongerenculturen ontstonden in de periode dat:

1. jongeren al op jonge leeftijd moesten gaan werken.
2. jongeren bijna niet naar school hoefden
3. jongeren meer geld en vrije tijd kregen.
4. jongeren, net als hun ouders, naar de kerk gingen.