2.1 - Hoe geef jij je geld uit

Welkom  
economen!
1 / 18
suivant
Slide 1: Diapositive
EconomieMiddelbare schoolmavoLeerjaar 4

Cette leçon contient 18 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 1 vidéo.

Éléments de cette leçon

Welkom  
economen!

Slide 1 - Diapositive

Hoofdstuk 2
4 mavo
Paragraaf 2 - Hoe geef jij je geld uit?

Slide 2 - Diapositive

Wat moet je kennen/ kunnen?
  • Je weet welke verschillende soorten uitgaven er zijn
  • Je kan een budgetplan (=begroting) maken
  • Je kan geldbedragen omrekenen in periodes!
  • Je weet wat geld reserveren is en kunt hiermee rekenen
  • Je weet welke gevolgen jouw bestedingen hebben voor anderen (milieu/ mens)

Slide 3 - Diapositive

Budgetteren
Budgetteren = het maken van een overzicht van verwachte inkomsten en uitgaven

Waarom zou je dat doen?
Je hebt overzicht van je inkomsten en uitgaven en kunt daarom betere keuzes maken, waar jij je geld aan uit wilt geven.


Slide 4 - Diapositive

0

Slide 5 - Vidéo

Inkomen uit arbeid
Inkomen uit bezit
Overdrachts inkomen
Salaris
Huur
Zakgeld
Subsidie
Rente
Winst
Uitkering
Pacht

Slide 6 - Question de remorquage

Dagelijkse uitgaven
Vaste lasten
Incidentele uitgaven
Huur
Vakantie
Meubels
Energie
Verzekering
Cadeautjes
Uitgaan
Persoonlijke verzorging
Boodschappen

Slide 7 - Question de remorquage

Begroting
Een sluitende begroting = evenveel uitgaven als inkomsten
Een tekort = Je hebt meer uitgaven dan inkomsten
  • Je moet bezuinigen op je uitgaven
  • Je moet zorgen dat je meer inkomsten krijgt.
Een overschot = Je hebt meer inkomsten dan uitgaven
  • Je kunt dit geld het sparen om tegenvallers op te vangen.
  • Of beleggen in aandelen/ crypto.


Slide 8 - Diapositive

Slide 9 - Diapositive

Aantal dagen/weken/maanden?

  • Week       = 7 dagen
  • Jaar          = 4 kwartalen, 12 maanden, 52 weken of 365 dagen
  • Kwartaal = 3 Maanden of 13 weken

Slide 10 - Diapositive

Bedragen omrekenen
Kwartaal
Jaar
Week
Maand
Dag
x 4
x 12
x 52
x 365

Slide 11 - Diapositive

Bedragen omrekenen
Kwartaal
Jaar
Week
Maand
Dag

Slide 12 - Diapositive

Omrekenen Week naar Maand
DUS NOOIT :4 of x4!

Slide 13 - Diapositive

Jan verdient €45 per week, laat je berekening zien!
1. Hoeveel is dat per maand?
2. Hoeveel is dat per kwartaal?
3. Hoeveel is dat per jaar?

Slide 14 - Question ouverte

Reserveren / sparen
Je moet geld reserveren/sparen om onverwachte (incidentele) uitgaven te kunnen doen.

Formule:
(benodigd bedrag - restwaarde) : aantal maanden


Slide 15 - Diapositive

Jan wil over 3 jaar een nieuwe wasmachine.
Deze wasmachine kost hem dan €1250,-
Zijn oude levert dan nog €170,- op.
Hoeveel moet Jan per maand reserveren?

Slide 16 - Question ouverte

Jan wil over 3 jaar een nieuwe wasmachine. Deze wasmachine kost hem dan €1250,- Zijn oude levert dan nog €170,- op.
Hoeveel moet Jan per maand reserveren?
Stappen:
  1. Hoeveel maanden is 3 jaar = 36 maanden
  2. 1250 – 170 = €1080,- moet je nog sparen/ reserveren.
  3. 1080 : 36 = €30,- per maand reserveren.

Slide 17 - Diapositive

Aan de slag!
  • Maken = paragraaf 2.1 (= blz. 42 t/m 45)
  • Eerste 10 minuten stil!
  • Daarna  RUSTIG overleggen. 
timer
10:00

Slide 18 - Diapositive