leerjaar 3 hst 2 les 3

• Middelbare school

Leerdoelen

• Je leert waar de letters Nibud voor staan en wat ze doen
• Je leert wat een begroting is en kunt er eentje maken
• Je leert wat budgetteren is zodat je niet in geld problemen komt
• Je leert wat reserveren is het kunt het toepassen in een rekenopdracht
• Je leert de kilometerprijs van een voertuig berekenen

2.3 Kun je leren budgetteren?

NIBUD = Nationaal Instituut voor BUDgetvoorlichting

- geeft advies over hoe je kunt rondkomen met je inkomsten

BEGROTING = overzicht van de verwachte inkomsten en uitgaven

- BUDGETTEREN = begroting waarbij de inkomsten niet lager zijn dan de uitgaven (zo voorkom je geld problemen)

2.3 Kun je leren budgetteren

RESERVEREN = is geld opzij zetten (sparen) om hier de grote of onverwachte uitgaven mee te betalen.

Rerserving per maand = benodigd bedrag : aantal maanden.

voorbeeld;

Mevrouw scholten wil met haar vriend een bijzondere reis in Amrika maken deze kost € 4000,-. Ze heeft nog 9 maanden om te sparen. Hoeveel moet ze per maand reserveren.

€ 4000 : 9 = € 444,44 

2.3 Kun je leren budgetteren

Benzineprijs per km = bezineprijs per liter : verbruik per liter

Met 1 liter benzine rijdt je 20 km (1 :20). Een liter kost € 1,60. De benzinekosten per kilometer zijn € 1,60 : 20 = € 0,08

Bezinekosten per maand. = aantal gereden km x prijs per km

Je rijdt 240 km per maand op je scooter. De bezinekosten per maand zijn dan 240 x € 0,08 = € 19,20

Een toets bestaat uit 34 vragen, 12 hiervan zijn meerkeuze, welk percentage is dat?

1. 33%
2. 35%
3. 36%
4. 38%

De eigenaar van een bedrijf heeft geen loon maar kan de winst uitkeren uit zijn bedrijf. Welke inkomensvorm is dit

1. inkomen uit arbeid
2. inkomen uit bezit
3. inkomen uit overdracht

Indy ontvangt € 20 per week voor haar bijbaantje hoeveel is dat per maand

1. € 80
2. € 85,67
3. € 86,67
4. € 87,67

waarom verdiend een chirurg meer dan een boekhouder

1. ervaring
2. leeftijd
3. zwaarte van het werk
4. opleiding

Contributie hockey is een voorbeeld van

1. dagelijkse uitgaven
2. vaste lasten
3. incidentele uitgaven

Aankoop van shampoo?

1. dagelijkse uitgaven
2. vaste lasten
3. incidentele uitgaven

Meneer Boet ontvangt 1x per kwartaal € 440 kinderbijslag hoeveel is dat met maand

1. € 110
2. € 220
3. € 146,67
4. € 80

Een overzicht van de verwachte inkomsten en uitgaven zijn.

1. budget
2. kostprijs
3. begroting
4. Nibud

Mo wil een scooter kopen voor € 1200. Hij wil deze over 8 maanden kopen. Hoeveel moet Mo per maand reserveren

1. € 100
2. € 80
3. € 120
4. € 150

Mo kan met 1 liter benzine 18 km rijden. Een liter benzine kost € 1,66. Wat is de benzine prijs per km

1. 18 : 1,66 = € 10,84
2. 1,66 : 18 = € 0,09
3. 18 x 1,66 = € 29,88
4. 18 : 166 = € 0,11

Aan de slag

maken opdracht 1 t/m 21 incl de samenvatting van paragraaf 2.3