Een bijvoeglijk naamwoord schrijf je zo kort en eenvoudig mogelijk.
Maar, bij korte klank: dubbele medeklinker!
Een witte muur - de gewitte muur
Bij lange klank laat je juist een klinker weg:
Een bezweet voorhoofd
Het bezwete voorhoofd (en niet: het bezweette voorhoofd)