H5 procenten

Herhaling hoofdstuk 5
- rekenen via 1
- van aantal naar procenten
- korting
- prijsverhoging
1 / 17
suivant
Slide 1: Diapositive
WiskundeMiddelbare schoolvmbo b, kLeerjaar 3,4

Cette leçon contient 17 diapositives, avec quiz interactifs et diapositive de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 30 min

Éléments de cette leçon

Herhaling hoofdstuk 5
- rekenen via 1
- van aantal naar procenten
- korting
- prijsverhoging

Slide 1 - Diapositive

Een woonzorgcentrum heeft 150
bewoners. Daarvan zijn er 108 ouder
dan 80 jaar.

Hoe bereken je hoeveel procent ouder is dan 80?
A
150 : 108
B
100 : 108
C
100 : 1 x 108
D
100 : 150 x 108

Slide 2 - Quiz

Jolanda leest in een folder dat een rokje van €35,- nu maar €25 euro kost.
Hoeveel euro korting is dat
A
€15,-
B
€10,-
C
€25,-
D
€60,-

Slide 3 - Quiz

Jolanda leest in een folder dat een rokje van €35,- nu maar €25 euro kost.

Bereken hoeveel procent korting dat is. Rond af op hele procenten
A
29%
B
71%
C
10%
D
25%

Slide 4 - Quiz

'Handige percentages'
Als je 10% van iets wilt uitrekenen dan kun je ....
A
Delen door 10
B
Delen door 100
C
Delen door 4
D
Keer 10 doen

Slide 5 - Quiz

'Handige percentages'
Als je 25% van iets wilt uitrekenen dan kun je ....
A
Delen door 10
B
Delen door 100
C
Delen door 4
D
Keer 10 doen

Slide 6 - Quiz

'Handige percentages'
Als je 40% van iets wilt uitrekenen dan kun je ....
A
Delen door 10 en dan keer 4
B
Delen door 100 dan keer 3
C
Delen door 4 keer 10
D
Keer 10 doen

Slide 7 - Quiz

'Handige percentages'
Als je 50% van iets wilt uitrekenen dan kun je ....
A
Delen door 4
B
Delen door 5
C
Delen door 2
D
keer 2 doen

Slide 8 - Quiz

Bereken het
kortingsbedrag
van het bureau
A
€35
B
€75
C
€60
D
€105

Slide 9 - Quiz

Bereken het
kortingsbedrag
van de shampoo
A
€3,10
B
€1,60
C
€0,80
D
€20

Slide 10 - Quiz

Bereken de nieuwe
prijs van de
sportschoenen
A
€20,-
B
€40,-
C
€60,-
D
€25,-

Slide 11 - Quiz

Hoe bereken je de korting?
A
59 x 15
B
59 x 100 x 15
C
59 : 100
D
59 : 100 x 15

Slide 12 - Quiz

Hoe duur is de pannenset?
A
82,95
B
17,05
C
105
D
84

Slide 13 - Quiz

Een fiets van €879,- wordt 8% duurder
Hoeveel procent moet je betalen
A
8
B
100
C
92
D
108

Slide 14 - Quiz

Een fiets van €879,- wordt 8% duurder
Hoe bereken je de nieuwe prijs?
A
879 : 100 x 8
B
879 x 108
C
879 : 100 x 108
D
978 : 100 x 108

Slide 15 - Quiz

Esmee werkt in de vakantie in een supermarkt. Ze verdient daarmee €20,50 per dag.
Ze is jarig geweest en krijgt 12% loonsverhoging.
Wat gaat ze nu per dag verdienen
A
20,50
B
22,40
C
24,0
D
30,0

Slide 16 - Quiz

Waar willen jullie de volgende keer extra uitleg over?
A
Oppervlakte
B
Inhoud
C
Snelheid en tijd
D
Gewicht

Slide 17 - Quiz