Peter en de wolf_vmbo

• Beeldende vorming
• Higher Education (non-degree)
• Higher Education (degree)

Peter en de Wolf

Tijd	Inhoud	Werkvorm	Materiaal
5 min.	Startopdracht	zelfstandig	potlood/papier
5 min.	Introductie en doelen	LessonUp	Laptop
30 min.	Luisteren en tekenen	zelfstandig	A4 / potlood
20 min.	Kleur	klassikaal
5 min.	Doelen	klassikaal
10 min.	Opruimen en corve	klassikaal

Tussenles: Peter en de Wolf

Bespreek met je klas wat je gaat doen vandaag en bespreek duidelijk wat je van ze verwacht. Ze moeten luisteren en tekenen zonder elkaar af te lijden of storend gedrag te vertonen. 

Ken jij Peter en de Wolf?
Vertel eens, wat is het?

Voorkennis ophalen

De opdracht

1. Pak een A2 blad, een potlood. (Geen gum en liniaal)

2. Ga op een lekkere plek zitten ergens in het lokaal. 

(grond, tafel, liggend, alles is goed!)

3. We gaan luisteren naar Peter en de Wolf. Luister naar de geluiden, 

de muziek en het verhaal. Teken bij elke scene wat je hoort en/of voelt.

Let op: dit is een individuele opdracht. Je doet dit alleen en  voor jezelf.

4. Nadat de muziek is afgelopen, geven we de belangrijke scenes kleur.

Bespreek de gehele opdracht of laat ze het zelf lezen en uitvoeren. 

Aan het einde van deze les...:

- ... heb jij een naar het verhaal van Peter en de Wolf geluisterd en kan jij navertellen wat er gebeurd is.

- ... heb jij een storyboard gemaakt van het verhaal.

- ... heb jij kleur gegeven aan de voor jou belangrijke scenes.

- ... heb jij beelden uit je hoofd op papier gezet. 

Bespreek de doelen met je groep. 

Start de muziek, na een aantal seconden komt er nog een vraag, welke personages worden door welke instrumenten vertolkt? Attendeer de kids erop dat dit belangrijk kan zijn. 

00:21

Ga in tweetallen in gesprek:

Wat vond je?
Hoe heeft de ander het gedaan?

Kijk en vergelijk jullie werk.

Wat valt jullie op?

Even zinvol kletsen in 5 minuten

De opdracht

4. Geef nu de belangrijke scenes kleur.

Vervolg opdracht.

Laat maar zien!

Leerlingen maken een foto van hun werk en plaatsen deze op het bord. Zo kun je de werken makkelijke bespreken en terughalen. 

Wat weet je nu wat je nog niet wist?
Wat kun je wat je nog niet kon?

Laat de leerlingen wat ze nu weten wat ze nog niet wisten en kunnen wat ze nog niet konden.